Samenvatting Internationale economie
Inhoudsopgave
Hfdst 1. Inleiding....................................................................................................................................................... 2
1 Waarover gaat internationale economie? ..................................................................................................... 2
Hfdst 2. Een overzicht van de wereldhandel.............................................................................................................. 5
1 Wie handelt met wie? ................................................................................................................................... 5
2 Het veranderende patroon van de wereldhandel .......................................................................................... 8
Hfdst 3. Arbeidsproductiviteit en comparatieve voordelen: Het Ricardiaanse model .............................................. 12
1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 12
2 Het model van Ricardo: veronderstellingen en begrippen ........................................................................... 12
3 Het Ricardo model (of de 1-factor economie) in 1 land (autarkie) ................................................................ 16
4 Internationale handel in het Ricardiaans model (of een 1-factor-wereld) .................................................... 17
5 Misvattingen over comparatief voordeel ..................................................................................................... 26
6 Transportkosten en niet-verhandelbare goederen ...................................................................................... 27
7 Empirische evidentie met betrekking tot het Ricardiaans model.................................................................. 28
Hfdst 4. Specifieke factoren en inkomensverdeling ................................................................................................. 30
1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 30
2 De veronderstellingen van het specifieke Factorenmodel ............................................................................ 30
3 Het specifieke factorenmodel in 1 land (autarkie = geen handel) ................................................................. 31
4 Internationale handel in het Specifieke Factorenmodel ............................................................................... 39
Hfdst 5. Productiemiddelen en handel: Het Heckser-Ohlin model .......................................................................... 43
1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 43
2 De veronderstellingen van het Heckser-Ohlin model ................................................................................... 43
3 Het model van een twee-factor economie in 1 land .................................................................................... 44
4 Internationale handel tussen twee ‘2-factor economieën’ ........................................................................... 51
5 Empirische evidentie van het Heckser-Ohlin model ..................................................................................... 57
Hfdst 7 & 8. Externe Schaalvoordelen (7) en Interne Schaalvoordelen (8) .............................................................. 62
1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 62
2 Economische schaalvoordelen en internationale handel ............................................................................. 62
3 Schaalvoordelen en marktstructuur ............................................................................................................ 63
4 Externe Schaalvoordelen (hfdstk 7) ............................................................................................................. 64
5 Interne Schaalvoordelen (hfdstk 8) .............................................................................................................. 71
Hfdst 9. De instrumenten van een handelsbeleid ................................................................................................... 80
1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 80
2 Soorten handelsbelemmeringen ................................................................................................................. 80
3 Kosten-baten analyse van een tarief (douanerecht) .................................................................................... 81
1
, Hfdst 1. Inleiding
1 Waarover gaat internationale economie?
Internationale economie bestudeert economische interacties tussen landen en de problemen die zich hierbij
kunnen voordoen.
• International trade: handel in goederen en diensten
• International finance: handel in geldstromen en investeringen
21ste eeuw: landen zijn meer met elkaar verbonden dan ooit tevoren via handel in goederen en diensten,
kapitaalstromen en via investeringen.
International trade:
Internationale handel in VS is verdrievoudigd sinds 1960.
Zowel import als export gedaald in 2009 (bankencrisis).
→ M stijging > X stijging
International finance:
Hoe betaalt de VS die import? Toestroom buitenlands
kapitaal en groeiende linken tussen nationale
kapitaalmarkten.
1.1 “International Trade”
Andere landen (zoals bijvoorbeeld België, Duitsland, enz) hangen meer af van internationale handel dan landen
zoals bijvoorbeeld de Verenigde staten. Zo maakt internationale handel in België ongeveer 85% uit van het
nationaal inkomen (anno 2015).
Waarom is de internationale handel zo sterk gestegen?
▪ Een daling van handelsbarrières, zoals tarieven en quota’s, …
▪ Een vermindering van de transportkosten (daling luchtvaarttarieven, tankertransport, inschakelen van
informatica).
▪ De oprichting van vrijhandelszones (EU, NAFTA, CETA, …).
1.1.1 Voordelen en nadelen van internationale handel
1.1.1.1 Voordelen
• Wanneer koper en verkoper een vrijwillige transactie ondernemen, ontvangen ze beiden iets wat ze willen
en zijn ze er beter aan toe. Bv. In Noorwegen kunnen ze moeilijk zelf citroenen produceren dus importeren
ze deze, de producenten van de citroenen kunnen met dit geld iets anders kopen (evt import).
2
, • Zelfs indien landen het meest (of minst) efficiënt zijn in de productie van alle goederen winnen ze bij
vrijhandel:
o Zelfs wanneer de producenten in het minder efficiënte land enkel kunnen concurreren door het
betalen van lagere lonen.
o Het efficiënte land legt zich toe op de productie van datgene waar het relatief het beste in is en
importeert de rest.
▪ Landen gebruiken hun productiefactoren om die goederen te produceren waar zij het
meest productief in zijn (in vergelijking met andere productiekeuzes), en verhandelen die
producten vervolgens voor goederen en diensten die zij willen consumeren.
▪ Landen kunnen zich specialiseren in de productie van bepaalde goederen, terwijl zij via
handel veel meer goederen en diensten zullen kunnen consumeren.
o De gedachte dat handel schadelijk is wanneer er grote ongelijkheden zijn tussen de landen wat
betreft de productiviteit van de lonen is fout (Trump is fout).
• Handel zal voordelig zijn voor een land wanneer het goederen exporteert of importeert die gebruik maken
van overvloedig aanwezige of schaarse productiefactoren.
• Als landen specialiseren kunnen ze efficiënter zijn door productie op grotere schaal.
• Landen kunnen ook winnen door huidige productiefactoren en goederen te verhandelen tegen
toekomstige productiefactoren en goederen.
Vb Laatste was in 2008 echt heel sterk in en dat was China: China had een mooie spaarpot en de kolonies van
andere landen hadden geld nodig en vonden er geen ze zijn toen bij China terechtgekomen en krijgen wat ze willen
van loon. Maar op voorwaarde dat ze voor lange periode grondstoffen kunnen ontginnen op hun grond zonder
enige belemmering. Deze dingen komen vandaag de dag heel sterk naar boven en zijn een slimme zet geweest.
1.1.1.2 Nadelen
Voor individuele landen is handel voordelig, maar niet altijd voor groepen van economische agenten.
• Internationale handel kan een negatief effect hebben voor de bezitters van productiefactoren die intensief
gebruikt worden in importconcurrerende sectoren (= industrieën die concurreren met geïmporteerde
goederen). Bijvoorbeeld AliExpress die veel goederen goedkoper aanbiedt.
• Internationale handel kan bijgevolg leiden tot uiteenlopende inkomenseffecten binnen landen.
• Eerder dan tussen landen zouden conflicten betreffende de handel moeten voorkomen tussen de groepen
binnen een bepaald land.
Als jij net productiefactor bezit die nodig is om een goed te maken dan zal er massaal veel binnenkomen vanuit
buitenland. En dus die verdwijnen dus van hier. Heel veen mensen zijn zo hun jobs verloren.
Geen handel binnen landen maar tussen landen
3
, 1.1.2 Het handelspatroon (the pattern of trade)
= wie verhandelt wat met wie?
Factoren die handel kunnen verklaren:
Inter-industriële handelsfactoren: handel tussen twee verschillende producten (kleding voedsel)
• Verschillen in klimaat en productiefactoren, bv. Brazilië exporteert koffie en Australië exporteert ijzererts.
• Verschillen in arbeidsproductiviteit
• Verschillen in beschikbaarheid en aanwending van productiefactoren.
Intra-industriële handelsfactoren: handel tussen twee soortgelijke producten (Ferrari Audi)
• Schaalvoordelen
1.1.3 Hoeveel handel is goed?: Is er een overheidsbeleid nodig?
Hoeveel handel is nodig zodat ze geen schade kan veroorzaken?
Enerzijds sinds WO II: de geïndustrialiseerde landen probeerden de hindernissen voor internationale handel weg te
werken door ellerlei overeenkomsten tussen bijvoorbeeld een aantal landen of wereldwijd.
• NAFTA: North American Free Trade Agreement
• GATT: General Agreement on Tariffs and Trade
Dit zijn voorbeelden van zaken die internationale handel bevorderen.
Anderzijds zijn overheden bezorgd om de invloed van internationale handel op de welvaart van de binnenlandse
industrieën. (Denk aan uitspraken Trump, voorstander van protectionisme en mercantillisme) → hebben geregeld
geprobeerd handel tegen te gaan
= Anti-globalistenbeweging
Beleidsmakers gaan de handel bijgevolg op verschillende manieren proberen te beïnvloeden:
• Tarief (douanerecht): een taks op import en export
• Quota: een hoeveelheidsbeperking op import of export
• Exportsubsidie: een betaling aan de producenten die exporteren
• …
1.2 “Internationale Finance” (Monetaire economie)
( = the international capital market)
Niet enkel de handel is gestegen, maar ook de financiële stromen: waarom?
• Handel financieren
• Tekorten op betalingsbalans te financieren
• Voor buitenlandse investeringen = directe controle
• Voor allerhande beleggingen (aandelen, obligaties, enz) = geen directe controle
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margaux_christiaen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.