ALLE stof, literatuur en jurisprudentie is per week samengevat! Met alle belangrijke artikelen die zijn gemarkeerd, een artikeloverzicht per onderwerp en alle leerstukken die je moet kennen voor het tentamen uiteengezet, is dit de samenvatting waarmee je het tentamen gaat halen!
Week 1
Kern van het bestuursprocesrecht: de bestuursrechter gaat ervan uit dat een bestuursorgaan een
rechtmatig besluit neemt (uitgangspunt). Je hebt een primair besluit (Bip), waartegen je in bezwaar
kunt gaan. Vervolgens krijg je een beslissing op bezwaar (Bob). Deze besluiten worden beide
genomen door een bestuursorgaan. In hoeverre moet de bestuursrechter van zijn stoel komen? In
het civiel procesrecht heb je geen bestuursorgaan (die ertussen zit). Je kan daarin meteen naar de
burgerlijk rechter gaan.
•Bestuursorganen: verantwoordelijk voor de implementatie van wetgeving en daarmee ex nunc
(naar het nu; nieuwe informatie ingebracht na de hoorzitting die voor de te nemen beslissing
relevant is, moet worden meegenomen) vaststellen van rechten en plichten door het nemen van
besluiten. Wat is de situatie nu? Op basis daarvan neemt het bestuursorgaan een besluit. Kijken naar
actuele omstandigheden die nu spelen.
•Bestuursrechters: ex tunc (naar het verleden) toetsen van het besluit zoals die door het
bestuursorgaan is genomen (en uitgaat van de rechtmatigheid), en dat besluit zo nodig dwingend
corrigeren.
•Twee maar vaak ook driepartijenrelaties (of meer), zoals ruimtelijke verordeningzaken, milieuzaken,
openbare ordezaken, etc. De bestuursrechter houdt hier dan ook rekening mee.
•Aanvraag subsidie van A wordt afgewezen —> besluit/beslissing in primo (Bip), zowel bij afwijzing
als toewijzing.
•A dient bezwaarschrift in, maar afwijzing blijft in stand —> besluit/beslissing op bezwaar (Bob)
•A gaat in beroep bij de rechtbank —> beroep in eerste aanleg
•Beroep gegrond: vernietiging —> uitspraak
•Na de uitspraak: opnieuw in de zaak voorzien —> nieuw besluit van het bestuursorgaan
(teruggegeven door de bestuursrechter).
Structuur van het proces (eerste aanleg)
In principe is het de bestuursrechter die kijkt naar de beslissing zoals die door het bestuursorgaan is
genomen. Wel kan dit proces erg lang doorgaan, waardoor het voor de bestuursrechter ook mogelijk
is om zelf een besluit te nemen.
•Aan X wordt een vergunning verleend —> besluit in primo (Bip).
•Y (een derde) dient een bezwaarschrift in.
•De vergunning wordt herroepen (X verliest de vergunning) —> besluit op bezwaar (Bob).
•X gaat in beroep bij de rechtbank —> beroep in eerste aanleg.
•Beroep gegrond: vernietiging van de Bob —> uitspraak rechtbank.
•X heeft vergunning terug.
Indien een Bob wordt genomen komt die op het primaire besluit, die laatste verdwijnt niet.
Structuur van het proces (hoger beroep)
1
,Structuur van het proces (hoger beroep)
in geval van een uov: uniforme openbare voorbereidingsprocedure —> soms is er geen bezwaar,
maar de voorprocedure is dan zo uitgebreid in de primaire fase, dat het eigenlijk zinloos is om daarna
een bezwaarprocedure op te zetten. Als je een uov hebt gevolgd, is dat het primaire besluit en
meteen het besluit waartegen je gaat procederen, er is dan geen bezwaar (wil je naar de rechter
kunnen). Zie art. 7:1.
Dus: in de regel altijd bezwaar, TENZIJ uov.
Functies van het bestuursprocesrecht:
•Handhaving van het objectieve recht (oudst): taak van de bestuursrechter is om het besluit aan het
gehele objectieve recht te toetsen.
•Individuele rechtsbescherming (nieuwer): individu bakent zelf al af waar hij over gaat procederen.
Het is wel de taak van de bestuursrechter om iets breder te kijken dan wat partijen hebben
aangevoerd. Is meer een partijengeschil geworden.
•Finale geschilbeslechting (nieuwst): bestuursrechter kijkt weliswaar naar het objectieve recht, maar
kijkt ook of hij niet zelf het geschil kan beslechten. Art. 8:41a.
Bezwaar- en beroepstermijn:
•Art. 6:7 Awb: de termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.
•Art. 6:8 jo 3:41/3:42 Awb: de termijn begint te lopen op de dag na die waarop het besluit bekend is
gemaakt. Zie art. 6:9 Awb voor tijdig indienen bezwaar.
•Deze termijn is een compromis van waarschijnlijk het meest ingewikkelde dilemma in elk
rechtssysteem: het streven tussen het verlangen naar gerechtigheid en de behoefte aan
(rechts)zekerheid.
Bezwaar- en beroepstermijn: belang
•De grondgedachte van de bezwaar- en beroepstermijn kan omschreven worden als het voor de
maatschappij zekerheid van recht verschaffen zodat de rechtssubjecten hun handelen daarop
kunnen afstemmen. Rechtsregels zijn de verkeersregels van de maatschappij.
2
,J. van der Hoeven: ‘een hoofdregel van besturen, en dus van bestuursrecht, is dat onzekerheid
omtrent de rechtsverhouding tussen overheid en de burger tot een zo kort mogelijke termijn moet
worden beperkt, zowel om de regelmatige voortgang van het bestuur niet te verstoren, als om de
rechtszekerheid van de wederpartij, en van derden-belanghebbenden te beschermen.’
Leer van de formele rechtskracht
Is gekoppeld aan de bezwaar- en beroepstermijn.
•Wordt bij de bestuursrechter tegen een appellabel besluit (besluit waartegen je een bezwaar en
beroep kan indienen) niet (tijdig) of zonder succes tot in laatste gewone aanleg opgekomen, dan
verkrijgt het formele rechtskracht.
•Synoniemen voor de term ‘formele rechtskracht’ zijn de termen: ‘in rechte onaantastbaar’ (of
‘rechtens onaantastbaar’) en ‘onherroepelijk’ of definitief/stabiel. Besluit is niet meer in rechte aan
te tasten.
•Heeft een appellabel besluit formele rechtskracht, dan wordt in beginsel uitgegaan van de
rechtsgeldigheid/rechtmatigheid van dat besluit, in het bijzonder door de rechter. Als burger wordt
je enigszins afgestraft als je niet (tijdig) of zonder succes in beroep bent gegaan tegen een appellabel
besluit. Als burger moet je dus actie ondernemen tegen een besluit, anders beïnvloed je het verloop
van de procedure (of een andere), anders wordt er uitgegaan van de rechtmatigheid van het besluit
(ook niet pas moeilijk doen bij de terugvordering, al eerder actie ondernemen).
Bv ketenbesluitvorming (besluiten die op elkaar voortbouwen; bv uitkering of
schadevergoeding), en een verzoek tot schadevergoeding nav een appellabel besluit.
Bezwaar- en beroepstermijn: de techniek
•Lengte (dus in art. 6:7): ambtshalve toetsing: rechter kijkt ambtshalve naar bepaalde leerstukken
zonder dat partijen daar iets over hebben gevonden. Sommige bepalingen worden namelijk zo van
belang geacht dat er niet hoeft worden gekeken of iets een besluit is of dat er sprake is van een
belanghebbende. Dit is inmiddels gerelativeerd. De bestuursrechter kijkt wel nog naar zijn
beroepstermijn, maar niet meer naar de voorafgaande fase (de bezwaartermijn). Bestuursrechter zal
er niks meer mee doen als de burger te laat is. Belang van het rechtszekerheidsbeginsel wordt steeds
meer gerelativeerd.
•Aanvang (art. 6:8):
‘Op de voorgeschreven wijze’ bekendmaken (art. 3:41/3:42).
•Einde (art. 6:9).
•Verschoonbaarheid (toch binnenkomen bij de bestuursrechter) (art. 6:11)……zie hierna.
Tom Poes: toepassing van het recht is een keuze. Je verzint een redenering bij het doel wat je wilt
bereiken (verzin een list). Hierdoor kun je altijd wel een manier vinden om de burger te geven om
wat hij vraagt.
•Rb. Limburg 23-3-2022 (ECLI:NL:RBLIM:2022:2220): de wet (6:11 Awb) is weliswaar hard (geen
beleidsruimte) maar de toepassing van het recht is altijd een keuze. Concreet:
•6:11 Awb weliswaar geen ruimte voor een belangenafweging als gevolg waarvan buiten het kader
van dat artikel een uitzondering wordt toegestaan, maar in het kader van beoordelingsruimte van
6:11 rekening houden met de gewenste verschuiving naar perspectief van rechtsbescherming en
realistisch burgerbeeld (rekening houden met maatschappelijke ontwikkelingen). Heeft het recht wel
een realistisch burgerbeeld?
•Wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb (29279, 763): bezwaar- en beroepstermijn
wordt niet meer 6, maar 13 weken voor sommige wetten, met name waar geen
derdebelanghebbenden zijn. Art. 6:11 wordt daarnaast verruimd; er kunnen meer omstandigheden
zijn waardoor een termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Algemeen: invloed EU-recht
3
, EU-recht creëert Europees voorrangsrecht, dat het nationale recht op vrijwel alle rechtsgebieden
raakt. Bv:
•In de EU-verdragen (primair EU-recht): vrij verkeer, mededingingsrecht, staatsteun etc. Deze regels
kunnen doorwerken in het bestuursrecht.
•Handvest van de grondrechten (afstemming van regels met het EVRM). Is primair EU-recht.
•Verordeningen (secundair EU-recht): uniformeren bv het recht op gebieden als landbouw, douane,
grensoverschrijdende activiteiten (zoals transport van afval) en structuurfondsen (subsidies).
•Richtlijnen (secundair EU-recht): harmoniseren bv geheel of gedeeltelijk het recht op
rechtsgebieden als milieu-, en waterrecht, natuurbeschermingsrecht, vreemdelingen- en asielrecht,
financieel toezicht, telecommunicatie & andere delen van economisch recht, diensten, belastingen,
sociaal recht. Concreet bv:
- Dienstenrichtlijn: schrijft silencio positivo (Europese regeling, gecodificeerd in de Awb, die
inhoudt dat als je als bestuursorgaan niet tijdig reageert op een vergunningaanvraag dat die
vergunning dan van rechtswege wordt verleend) als regel voor (par. 4.1.3.3 Awb) – stelt
grenzen/eisen aan vergunningsstelsels en andere beperkingen van diensten, ook in
bestemmingsplannen.
- Procedurerichtlijn (herschikking) 2013/32: schrijft voor dat rechter in eerste aanleg bij
asielbesluiten ‘een volledig ex nunc (toetsen naar nu) onderzoek van zowel de feitelijke als
juridische gronden’ moet verrichten. Als regel ex tunc onderzoek, maar wijkt af als het gaat
om een asielbesluit.
- Aarhus-richtlijn: schrijft op milieuterrein ruime(re) toegang tot de rechter voor. Staat
waarschijnlijk in de weg aan toepassing van onderdelenfuik (als je in de voorprocedure, dus
in bezwaar of uov, een keuze hebt gemaakt om maar een bepaald deel van een besluit aan te
vechten, dat je in het verdere verloop van de procedure niet op terug mag komen; art. 6:13
Awb) voor zover die betrekking heeft op Aarhus-gronden [ECLI:EU:C:2021:7, Varkens in
Nood].
Nationaal (proces)recht als voertuig voor EU-recht
Het EU-recht heeft het nationale recht (dus ook nationaal procesrecht) nodig. Op Europees niveau
zijn er geen procesregels neergelegd voor de nationale rechter. In het EU-recht wordt ervan
uitgegaan dat het nationale recht ten dienste staat van de implementatie van het Europees recht.
•Beginsel van nationale procedurele autonomie —> in de regel bemoeit het Europees recht zich niet
met hoe het gaat in het nationale (proces)recht.
•Nationale (proces)recht is als het ware een voertuig voor de uitvoering van het EU-recht en daarom
gelden vanuit Europa bepaalde vereisten. Zoals:
1. Beginsel van effectieve rechtsbescherming, gecodificeerd in art. 47 Handvest (ontleend aan
art. 6 en 13 EVRM). Dit vereist:
Toegang tot de rechter: het bestaan van nationale rechterlijke remedie.
Garanties: eerlijk proces, onpartijdigheid, redelijke termijn, etc.
Effectieve remedies waarmee EU-recht kan worden gerealiseerd en schending kan
worden gerepareerd, zoals beroep, hoger beroep en herziening (moet effectief zijn).
Nationaal (proces)recht als voertuig voor EU-recht
De Rewe-beginselen (beginselen 2 en 3 samen):
2. Gelijkwaardigheid: procesrecht die van toepassing is op EU-vordering mag niet ongunstiger
zijn dan procesrecht dat geldt voor vergelijkbare nationale vordering.
Awb maakt geen onderscheid tussen EU- en nationale vordering: dus in zoverre geen
botsingen. In NL zit dat vaak wel goed.
3. Doeltreffendheid (effectiviteit): nationaal recht mag uitoefening EU-recht niet uiterst
moeilijk of vrijwel onmogelijk maken.
Doorgaans procedurele rule of reason toets: wordt nationale procesrechtelijke
belemmering in voldoende mate gerechtvaardigd door rechtszekerheid, rechten van
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soofssamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.70. You're not tied to anything after your purchase.