Complete aantekeningen semester minor NLP aan de HAN
18 views 1 purchase
Course
NLP-Technician & NLP-Practitioner
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
In dit document vind je uitgebreide en complete aantekeningen van de NLP-minor aan de hogeschool van Arnhem en Nijmegen van het semester semester feb-jul 2021.
De aantekeningen gaan over de docent haar INSTRUCTIES én DEMONSTRATIES van ingezette technieken.
Het document bestaat uit het ...
, NLP TECHNICIAN
BIJEENKOMST 1
LOGISCHE NIVEAUS
In piramidevorm ∆:
1. Missie → je bijdrage. “ik wil” op een groter
geheel.
2. Identiteit → “ik ben”
3. Overtuiging → leuk vinden, belangrijk vinden,
waarden (hoogste niveau). “ik wil” kan ook op
overtuiging
4. Capaciteit → geleerde kennis
5. Gedrag
6. Omgeving
• Hogere niveaus sturen lagere niveaus aan. Maar, lagere niveaus kunnen wel de hogere
niveaus beïnvloeden.
• Je kunt een overtuiging hebben op alle niveaus
• Zichtbaar: gedrag en omgeving
UITGANGSPUNTEN
NLP gaat ervan uit dat deze uitgangspunten altijd waar zijn:
1. Elk gedrag heeft voor de persoon zelf een positieve intentie.
2. Mensen denken en handelen vanuit hun beeld over de werkelijkheid (de kaart is niet het
gebied).
3. Elk gedrag was de beste keuze die iemand op dat moment had.
4. Communicatie krijgt betekenis door de reactie.
5. Communicatie kent geen mislukkingen, alleen gewenste en ongewenste reacties.
6. Mensen hebben twee niveaus van communiceren: een bewust en een onbewust niveau.
7. Mensen verwerken informatie via alle zintuigen.
Communicatie verbetert door het benutten van alle zintuiglijke kanalen.
8. Mensen met grote flexibiliteit hebben de meeste mogelijkheden om het resultaat te krijgen
dat zij wensen.
9. Iedereen heeft alle hulpbronnen in zich om elke gewenste verandering in zichzelf te bereiken.
DEFINITIE NLP
1. NLP is de studie van de structuur van de subjectieve ervaring. Subjectieve ervaring: zelfde
omstandigheden, andere ervaring.
2. NLP is een set van/aan communicatietechnieken.
OPBOUW SEMESTER
• Technician: alle basismodellen. Eindtoets: intake
• Practitioner: verandermodellen. Eindtoets: intake en verandering inzetten.
3
, BIJEENKOMST 2
• Metaprogramma’s: patronen. Bijvoorbeeld gericht op verschil of op overeenkomsten.
NLP COMMMUNICATIEMODEL
• Per seconde verwerken we ongeveer 1,5
miljoen prikkels. Tussen de 5 en de 7 prikkels
kunnen we bewust waarnemen.
• Het NLP Communicatiemodel heeft met name
te maken met de N (neuro) van NLP.
• Het communicatiemodel is ook een
analysemodel. Je werkt dan je weg terug van
stap 6 naar stap 1.
• Het NLP communicatiemodel bestaat uit zes
stappen die bij één persoon gebeuren:
1. Externe prikkel
2. Filters:
▪ Weglaten
▪ Vervormen
▪ Generaliseren
De filters worden beïnvloed door ervaringen, overtuigingen, normen & waarden,
patronen, taal etc.
3. Gedachte (interne voorstelling)
4. Gevoel (stemming)
5. Fysiologie
6. Extern gedrag
Stap 3 t/m 6 zijn niet per se op volgorde, ze zijn verweven met elkaar. De volgorde kan per
persoon en moment verschillen
• Een vereenvoudigde weergave van dit model is het DVD model: Denken, Voelen en geDrag (of
Doen).
DEMO OEFENING COMMUNICATIEMODEL
Observaties van de docent tijdens het uitvoeren van een analyse met een student:
• “Wat moet waar zijn dat je dit denkt en voelt?” bij stap 2, filters. → antwoord in de richting
van een overtuiging. Daarna gaf ze waarden aan die passen bij die overtuigingen, “klopt dat?”.
• “Wat voel je? Waar voel je dat?” bij stap 4, gevoel.
• Ze stelde vragen geformuleerd in het heden → diegene kan zich beter inleven in het moment.
• Tijdens reflectie over de analyse: “wat levert het je op?”, “wat zou je de volgende keer anders
doen?”, “wat heb je daarvoor nodig?”.
• Ze stond naast de student tijdens de analyse, aan de rechterkant (terwijl er meer ruimte aan
de linkerkant was. → altijd ernaast staan, dan ga je samen ‘op reis’. Ze stond aan de
rechterkant omdat de student aan het begin van de oefening koos om aan de linkerkant van
de docent te staan.
• Instructies opdracht analyse communicatiemodel: zie volgende pagina.
4
,5
, BIJEENKOMST 3
• Rapport: afgestemd op elkaar. Bij conflict is er altijd sprake dat minimaal 1 persoon de
uitgangspunten overtreedt (niet in acht neemt).
REPRESENTATIESYSTEMEN
• We hebben allemaal een voorkeur voor één of twee representatiesystemen.
• Er zijn vier soorten representatiesystemen binnen NLP:
o Visueel: gebaseerd op zien. Predikaten: inzicht, kijken, verbeelding
o Auditief: gebaseerd op horen. Spreken langzamer en neutraler dan het visuele
systeem, gericht op woorden, informatie, klank. Dit systeem komt als eerste voorkeur
minder vaak voor.
o Kinesthetisch: gebaseerd op voelen/ervaren, zowel intern als extern. Spreken
langzamer, zijn in contact en beoordelen met hun gevoel.
o Auditief digitaal (denken): dit is geen zintuigsysteem. Ze geven uiting aan ratio,
structuur, met jezelf in gesprek zijn, logica.
• Daarnaast kan je ook nog olfactorisch (ruiken) en gustatorisch (proeven) waarnemen, maar
deze vallen niet onder NLP.
• Als je een gesprek wil leiden moet je eerst volgen en dan op zijn/haar representatiesysteem
aanpassen.
• Afkorting representatiesystemen: VAK: visueel, auditief & kinestetisch. Iemands ervaring is
compleet als alle representatiesystemen erin zitten.
• Predikaten: de woorden waaruit je af kan leiden welk representatiesysteem iemand met name
gebruikt.
o Visueel: mooi, zien, helder/donker, ik ga eens kijken, kleuren, zie ik (niet) voor me.
o Kinesthetisch (gaat ook over beweging): voelen, sfeer, energie, fijn, koud, actie, warm,
kippenvel, vrolijk, zorgen voor.
o Auditief: hoorde, zacht, hard, rustige stem, luister, klinkt, daar kan je naar fluiten, alles
horen, zeggen, praten, spreekt voor zich.
o Auditief digitaal: lastiger te horen via predikaten omdat het in iemands hoofd afspeelt.
Ik denk, logica, structuur.
• In gesprekken kan je door op de taal te letten, aanpassen op het representatiesysteem dat
iemand gebruikt.
• Je kan de ervaring compleet maken of de lading ergens vanaf halen door naar de niet
dominante systemen te vragen.
OOGBEWEGINGEN
• Alle representatiesystemen hebben een eigen oogrichting. Voor 90-95% van de mensen werkt
het zo. Voor linkshandigen kan het omgedraaid zijn.
6
,• De oogbewegingen (ze staan afgebeeld vanuit de kant voor het observeren, dus niet vanuit de
persoon zelf): interne dialoog = auditief digitaal
• Bij 3x is er sprake van een patroon (dit komt voort uit de structuur (definitie) van NLP).
• Bij voelen (kinesthetisch) heeft je onderbewuste geen besef van tijd en maakt dus geen
onderscheid in heden/verleden/toekomst of zelfs een ander persoon (spiegelneuronen).
• Je kan sturen op representatiesysteem van een ander door een bepaalde plek aan te nemen
wanneer ze je aankijken of ze ergens naar te laten kijken.
(NON-)VERBAAL GEDRAG
• Visueel: stand hoofd wat hoger, ademhaling hoger en sneller, tempo spreken hoger, vaker
handgebaren maken.
• Auditief: hoofd wat meer recht, het hoofd wat meer links en rechts bewegen, ademhaling
rond de ribben, praten iets rustiger, wanneer gebaren → vaak bij hun oren.
• Kinesthetisch: hoofd iets meer naar beneden, schouders wat meer naar beneden, praten vaak
langzaam, vaak ‘eh’, zachte stem, lage ademhaling, weinig gebaren, vaak kleine gebaren van
aanraking bij zichzelf of een ander.
• Auditief digitaal: lijken afwezig, één hand dichtbij oor/kin.
SUBMODALITEITEN
• Vormvragen: vragen naar details.
• Submodaliteiten: de kleinst mogelijke eenheden binnen een representatiesysteem. Het zijn de
details/vormen van de representatiesystemen. Bijvoorbeeld randje om het beeld, zwart/wit,
bewegen, dichtbij/veraf.
• Als je een submodaliteit verandert, verandert de beleving bij de ervaring vaak gelijk.
• Voorbeelden van submodaliteiten in tabel hieronder.
• Sommige submodaliteiten kunnen bij meerdere representatiesystemen voorkomen.
• Mapping across: Per contrasterende submodaliteit zet je de submodaliteit van de positieve
herinnering over op de submodaliteit van de negatieve herinnering (dit is de interventie die de
docent bij mij uitvoerde). Het gaat om het veranderen van submodaliteiten bij een negatieve
ervaring door een positieve ervaring als uitganspunt te nemen:
o Het gaat om het gevoel/ervaring op dit moment tijdens het veranderen van de
submodaliteiten. Bijvoorbeeld: vroeger tijdens de ervaring was je verdrietig. Nu heb je
een teleurgesteld gevoel over de ervaring. Dan is je gevoel nu dus teleurgesteld (hou
hier dus rekening mee met vragen stellen).
o Vraag naar hoe lang geleden de situatie zich afspeelde → gemakkelijker verwijzen
o Mijn uitkomst door mapping across: mijn driver is het gevoel door het hele lijf laten
gaan/stromen.
7
, visueel auditief kinesthetisch
• kleur – zwart/wit • tempo • plaats
• afstand • afstand • temperatuur
• grootte • toon • duur
• vorm • richting • vorm
• helderheid • volume • grootte
• plaats • contrast • intensiteit
• geassocieerd/gedissocieerd • duur • textuur
• panoramisch/omkaderd • ritme • gewicht
• beweging/stilstand (film/dia) • plaats • druk
• tempo van de beweging • continu/onderbroken • beweging
• voorgrond/achtergrond • intern/extern • stabiel/afwisselend
• plat/driedimensionaal • intensiteit
• contrast
• richting
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller channahrombouts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.