Deze zelfstudieopdrachten heb ik gebruik voor mijn Sociale Psychologie tentamen en heb er een 8 mee gehaald. Deze vragen kunnen gebruikt worden in het tentamen van Sociale Psychologie.
Zelfstudieopdrachten Sociale psychologie
Hoofdstuk 1 Inleiding tot de Sociale Psychologie
§ 1.1 Wat is sociale psychologie?
1. Wat hoort niet bij de definitie van sociale psychologie? Streep de foute onderdelen
weg. Sociale psychologie de wetenschap die bestudeert hoe de aanwezigheid van
anderen de gedachten, gevoelens, houdingen of gedrag.
- volkswijsheid/ de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop
- de echte en denkbeeldige aanwezigheid van anderen
- de gedachten/ gevoelens/ gedragingen
- van mensen/ dieren/ mensen en dieren beïnvloedt.
2. Bij welke wetenschappelijke discipline (evolutionaire psychologie,
persoonlijkheidspsychologie, sociale psychologie, sociologie) horen onderstaande
uitspraken/vragen. Zet een kruisje bij het antwoord van je keuze.
Evolutionaire Persoonlijkhei Sociale Sociologie
psychologie en ds Psychologie
biologie Psychologie
Een openbaar onderwijs X
systeem draagt bij aan het
doorbreken van sociale
klassen in een samenleving.
Welke eigenschappen X
hebben mensen die te hard
rijden in het verkeer?
Is er een genetische basis voor X
pro sociaal gedrag?
Leren is effectiever wanneer X
het een actief proces is dan
wanneer het een passief
proces is.
Mensen reageren niet per se X
op de objectieve werkelijkheid
maar op hun interpretatie van
deze werkelijkheid.
Hoe beïnvloeden X
belastingmaatregelen op
tabakswaren de
volksgezondheid?
,§1.2 De macht van de situatie
3. Lees de casus van Pascal. Welke denkfout maakt de docent van Pascal? Waaruit
blijkt dat? Fundamentele attributiefout: overschatting van persoonlijkheid en
onderschatting van situatie.
Mini-casus Pascal: Pascal heeft de zelfstudieopdrachten niet gemaakt voor het eerste
werkcollege van sociale psychologie en vertelt dit aan de werkcollegedocent. De docent
maakt hiervan een notitie en schrijft achter zijn naam “Pascal is lui en ongemotiveerd
want heeft zich niet voorbereid op de les”.
4. Een onderzoek van Liberman, Samuels en Ross (2004):
a) Weet je wat een determinant is? Zo nee, dan zoek je dat begrip op in H1. Welke
twee determinanten werden in dit experiment onderzocht?
Competitief en coöperatief.
b) Wat is volgens de onderzoekers de sociale norm bij het spelen van het
Beursspel?
De naam van het spel gaf de sociale norm aan.
c) Wat is volgens de onderzoekers de sociale norm bij het spelen van het
Gemeenschapsspel? Beursspel?
Bij gemeenschapsspel werk je samen (coöperatief) en bij de beursspel speel je
competitief.
§1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
5. Welke twee fundamentele menselijke motieven voor gedrag worden genoemd in
deze paragraaf? De behoefte aan positieve zelfwaardering en aan
nauwkeurigheid.
6. Lees de casus Reynaert. Hoe verklaren we in de sociale psychologie wat Reynaert
aan het einde zegt? Het zelfverheffingsmotief: hij wil zichzelf in een positief
daglicht blijven zien dus praat hij slecht over de druiven.
Casus Reynaert: In een middeleeuwse fabel van Jean DeLafontaine staat: 'Reynaert
de vos zag eens een tros druiven hangen aan een druivenstok. Watertandend
probeerde hij het sappige fruit te pakken te krijgen, maar hoe hoog hij ook sprong, hij
kon er niet bij. Na ettelijke vergeefse pogingen liet hij de tros maar hangen en liep moe
en teleurgesteld weg. "Ik moet ze ook niet, want ik weet trouwens zeker dat ze toch
zuur zijn," gromde hij nog.'
1. Geef voorbeelden van automatische sociale cognities uit je eigen leven.
Als ik mijn hond bijvoorbeeld zie proberen te kotsen bedenk ik mij gelijk onbewust
om hem zo snel mogelijk naar buiten te brengen. Autorijden, inchecken bij het OV
en koffie maken.
2. Geef voorbeelden van gecontroleerde sociale cognities uit je eigen leven.
Mijn studiekeuze en wat ik bijvoorbeeld wil eten die avond. Nieuwe kleren kopen,
studiekeuze en op vakantie gaan.
§ 3.2 Automatisch denken met schema’s
3. Leg uit wat het verschil is tussen een schema en een script.
Een schema is een mentale structuur die mensen gebruiken om hun kennis over de
sociale wereld te organiseren in categorieën en om nieuwe informatie te begrijpen.
Een schema over een gebeurtenis is een script en dat is ook wel de beschrijving van
hoe een gebeurtenis is verlopen.
4. Wat is het nut van schema’s?
Door schema’s herken je dingen en weet je ze te plaatsen in categorieën om zo de
nieuwe informatie te begrijpen.
5. Wat is, op basis van de theorie van toegankelijkheid van schema’s en
selffulfilling prophecy, de optimale houding van docenten tegenover
studenten. En wat voor gedrag van docenten hoort hierbij?
De docenten moeten elke student hetzelfde behandelen en een pygmalioneffect
vorm aanhouden zodat de verwachtingen positief zijn waardoor iemand beter gaat
presteren.
§ 3.3 Soorten automatisch denken
6. Bij het beoordelen van een verslag gaat een docent als volgt te werk: Als
uitgangspunt neemt de docent dat iedereen een 7 heeft. Al lezend in het
verslag wordt dit cijfer naar boven of naar beneden bijgesteld, al naar gelang
de kwaliteit van het geschrevene. Van welke heuristiek maakt deze docent
gebruik? Beargumenteer waarom dit geen goede aanpak is (wat is de valkuil
van deze heuristiek)
Anker- en correctieheuristiek: dit houdt in dat je de eerste mentale aanname gebruikt
waarbij je een getal of waarde als beginpunt gebruikt. Het gevaar is dat je hierdoor
weinig dit ankerpunt corrigeert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittmorsink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.