Met slechts het uit mijn hoofd leren van deze samenvatting heb ik bij de eerste kans een 8,0 gehaald. Voor een uitgebreider document met meer extra info en uitleg, zie mijn document met alle hoorcollege aantekeningen. Belangrijk voor het tentamen is dat je datgene wat in dit document staat uit je h...
Intellectuele eigendomsrecht
Met slechts het uit mijn hoofd leren van deze samenvatting heb ik bij de eerste kans een 8,0 gehaald.
Voor een uitgebreider document met meer extra info en uitleg, zie mijn document met alle hoorcollege
aantekeningen. Belangrijk voor het tentamen is dat je datgene wat in dit document staat uit je hoofd
kent en goed weet welke wetsartikelen je moet kennen, omdat veel van de andere informatie die je
moet kennen in de wet staat. Dit hoef je dan dus niet uit je hoofd te leren voor het tentamen.
Het vak bestaat uit de volgende zeven onderwerpen:
Uitgangspunt mededingingsrecht: kopieervrijheid = onderneming mag economische gedrag van
andere onderneming vrij kopiëren
-> vrije markt/concurrentie: overheid komt er niet tussen
Uitzonderingen op kopieervrijheid:
1. Intellectuele eigendomsrechten: absoluut en geschreven
2. Slaafse nabootsing: niet absoluut (belangenafweging) en ongeschreven
Theorie van slaafse nabootsing
- vloeit voort uit regels van oneerlijke/ongeoorloofde mededinging/handelspraktijken: art. 6:192a e.v.
BW (zaak Harry Kane)
- bijzondere vorm van onrechtmatig handelen: art. 6:162 BW
- criteria onrechtmatigheid: Harry Kane: nabootsing product concurrent had gekend zonder afbreuk
aan deugdelijkheid/bruikbaarheid en door dit na te laten sticht je verwarring
- Borsumei/Stenman: bescherming tegen slaafse nabootsing roept geen monopolie positie in het
leven, beperkt concurrent niet in zijn vrijheid om het product te vervaardigen en verhandelen. Het belet
slechts onoorbaar te werk gaan door onnodig gevaar voor verwarring bij publiek te scheppen
- Impag/Milton: nabootser moet doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door
gelijkheid producten gevaar voor verwarring komt
Vereist: “als je als onderneming nodeloos verwarring wekt bij het publiek tussen uw product en een
product met een eigen gezicht”
“Verwarring”
- heeft het nagebootste product:
> onderscheidend vermogen t.o.v. gelijksoortige producten in de handel waardoor het de afnemer
informeert over de herkomst
> een eigen plaats in de markt (HR Drukasbak)
- vanuit oogpunt van gemiddelde consument
- overeenstemming van totale indruk bij het in aanmerking komend publiek (HR Decaux/Mediamax)
“Eigen gezicht”: product dat zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere soortgelijke
producten op de markt (zaak Philips en Lidl)
Intellectuele eigendomsrechten
Elk type intellectueel eigendomsrecht heeft een eigen voorwerp en een eigen bestaansreden (ratio
legis), die zich vertaalt in de beschermingsdrempel (moet het banale overschrijden; moet iets
toevoegen aan de maatschappij wat beschermingswaardig is)
, Kenmerken:
- voorwerp: creatie van de menselijke geest (immaterieel; corpus mysticum)
-> dit manifesteert zich in iets lichamelijks: corpus mechanicum
-> onafhankelijkheidsbeginsel
- drempel: beschermingsvoorwaarden
- legaliteitsbeginsel: resulteert in:
> subjectief absoluut recht: tegenstelbaarheid tegen een ieder (werking erga omnes)
> territorialiteitsbeginsel: ‘IE-rechten kleven aan de grond’ (art. 8.1 Rome I; per land registratie) ->
doorbreking hiervan bij EU-werking
> beperkte duurtijd
- toekenning ex lege
- cumul: 1 drager kan tegelijkertijd meerdere IE-rechten huisvesten
WIPO-verdragen: World Intellectual Property Organization
- o.a. Unieverdrag van Parijs en Berner Conventie: directe werking
- 3 beginselen in verdragen:
> assimilatiebeginsel: beginsel van gelijke behandeling/non-discriminatie: evenveel bescherming
voor onderdanen van andere verdragsstaten
> minimumbescherming: minimale rechten voor buitenlandse onderdanen
> voorrangsrecht: Unieverdrag van Parijs
TRIP’s overeenkomst: Trade related aspects of intellectual property rights
- verplicht voor deelname aan WHO
- IE-recht werd hiermee een globaal thema
- ‘meer begunstigden clausule’/’most favoured nation clause’: elk voordeel dat je toekent aan 1 andere
lidstaat geldt voor iedere andere lidstaat (vergelijkbaar met assimilatiebeginsel)
Tweedeling IE-rechten van oudsher:
Auteursrecht Octrooien
Naburige rechten Merken
Sui-generisrecht op databanken Handelsnaam
BOB/BGA/GTS
Kwekersrechten, tekeningen, modellen, etc.
Redenen voor deze tweedeling:
1. Finaliteit van de rechten: rechten voor artiesten vs rechten voor de industrie
2. Bescherming aanvragen vs toekenning van rechtswege
3. Internationale bron: Berner Conventie vs Unieverdrag van Parijs
Nieuwe classificatie:
Auteursrecht Merken
Naburige rechten Handelsnaam
Sui-generisrecht op databanken BOB/BGA/GTS
Octrooien
Kwekersrechten, tekeningen, modellen
Redenen voor nieuwe tweedeling:
1. Bescherming van creaties vs oorsprong aangeven
2. Houdbaarheidsdatum vs oneindig
BOB & BGA: bescherming tegen: 1) commercieel gebruik op andere producten, 2) misbruik en
imitatie, 3) andere valse of misleidende aanduidingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LawStudentTilburgUniversity. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.