TRIAGE
Triage = het sorteren van klachten en beoordelen in urgenties (geen diagnose stellen!)
3 fases in het intakegesprek:
• intakefase
• triage
• advies / actie
Intakefase:
1. NAW-gegevens + waar is die persoon?
2. ABCD(E)-check.
3. Toestandsbeeld van de patiënt helder krijgen.
4. Wat is de hulpvraag? Wat wilt u dat we doen?
5. Hoofd- en bijzaken registreren en filteren.
6. Patiënt zelf aan de telefoon krijgen.
ABCD(E):
A = Airway / Luchtwegen:
• Kan de patiënt nog spreken?
• Is er sprake van acute heesheid?
• Kwijlen? → spoed! (kan epiglottitis zijn → ontstoken strotklepje)
• Bijgeluiden hoorbaar?
• Heeft de patiënt zich verslikt?
• Letsel in het aangezicht of halsgebied?
• Bij baby’s tot 1 jaar: neusje vrij?
B = Breathing / Ademhaling:
• Spiertrekkingen; alle spieren gebruiken om adem te kunnen halen.
• Ademt de patiënt nog?
• Hoe snel is de ademhaling?
• Wat is de lichaamskleur?
• Kan de patiënt nog normaal spreken?
• Piepende ademhaling? Hoorbare ademhaling?
C = Circulation / Circulatie:
• Wat is de huidskleur?
• Vegetatieve verschijnselen? → Zweten, misselijkheid, angstig, koorts, etc.
• Is er vochtverlies?
• Is er bloedverlies?
• Kan de persoon zelf op zijn benen staan?
• Wanneer is er voor het laatst geplast?
E = Exposure / Environnement
• Paniek, geweldsdreiging of omgevingsfactoren, bijv. verdrinking, suicide, koolmonoxidevergiftiging.
Fase 1 afronden: Wat weet je nu?
• Is het acuut?
• Is het een trauma of non-trauma
Fase 2 - triage:
• Juiste ingangsklacht pakken.
• Vragen stellen tot je een ja krijgt.
• Dat is je urgentie.
• Temperatuur?
Urgentiecodes:
• UO = Resuscitatie / Reanimatie:
Tenminste 1 van de vitale functies is uitgevallen. Direct melden bij de arts. Inzet ambulance en de arts
gaat er ook naar toe.
• U1 = Levensbedreigend:
Vitale functies zijn in gevaar, bijvoorbeeld door shock of bewusteloosheid. Direct melden bij de arts. Inzet
ambulance en de arts gaat er ook naar toe.
• U2 = Spoed:
Bedreiging vitale functies. Cliënt/patiënt moet binnen het uur gezien worden.
• U3 = Dringend:
Reële kans op schade/humane redenen. Klachten moeten binnen 2-4 uur beoordeeld worden.
• U4 = Niet dringend:
Verwaarloosbare kans op schade. Geen tijdsdruk. Afspraak/beeldbellen binnen een etmaal (24 uur).
• U5 = Advies:
Geen kans op schade. Afspraak volgende werkdag. Voorlichting + advies → SOEP registratie. Geen
triagecriteria.
Alarmsignalen die urgentie-verhogend zijn:
• Tweede keer contact binnen 24 uur over dezelfde klacht.
• Hevige pijn, angst of onrust.
• Snelle verslechtering van de conditie.
• Niet-pluisgevoel bij de assistent.
,Verslaglegging - SOEP:
S = Subjectief:
Alles wat de patiënt je vertelt is subjectief. Je hele triage zet je neer bij de S.
O = Onderzoek / Objectief:
Alles wat meetbaar is, wat je ziet/ruikt/hoort.
E = Episode:
Samenvatting in 1 woord van je S. Bijvoorbeeld buikpijn, hoofdpijn, keelpijn, etc.
P = Plan:
Wat ga je doen? Afspraken die gemaakt zijn. Advies en voorlichting en je vangnet beschrijf je hier.
Risicogroepen die urgentie-verhogend zijn:
• Ouderen 70+
• Baby’s (onder de 3 maanden)
• Zwangeren
• Chronisch zieken
• Verminderde weerstand (bijvoorbeeld door chemo of transplantatie)
• Recente operatie of opname
• Inconsistent verhaal
3 vitale organen van de mens:
• Hart, longen en hersenen.
7 facetten van het triagegesprek:
1. NAW-check.
2. ABCDE-check.
3. Reden van het contact en de hulpvraag vaststellen.
4. Ingangsklacht vaststellen.
5. Urgentie bepalen.
6. Het bepalen en organiseren van een vervolgactie.
7. Resultaten afstemmen met de beller.
Afsluiten van het gesprek:
• Doel; patiënt is tevreden met het gesprek.
• Afstemmen; probeer tot een compromis te komen.
• Kunt u verder met dit advies? Heeft u nog vragen?
• Zorg dat de patiënt weet wanneer hij/zij terug kan bellen → vangnet.
• Hoe groter jouw vangnet, hoe groter jouw onzekerheid. Tip: laat deze mensen langskomen!
, 08-03-2022 / LES 2
SPIJSVERTERING
De spijsvertering bestaat uit:
Het hele proces van de spijsvertering duurt ongeveer 24-48 uur.
Taken spijsverteringskanaal:
• Vertering: Bewerken van voedsel zodat het in bloed kan worden opgenomen.
• Resorptie: Opname van voedingsstoffen.
• Verwijderen van onverteerbare en onverteerde voedselresten.
De route van het voedsel:
Mond → keelholte → slokdarm → maag → dunne darm → dikke darm → anus.
Keelholte / Farynx:
Werkt mee bij het slikken dmv strottenklepje.
De keelholte behoort tot 2 orgaanstelsels:
• Spijsvertering
• Ademhaling
Slokdarm / Oesophagus:
Via de slokdarm vertrekt het voedsel naar de maag.
• Deels door de zwaartekracht, maar ook door het samentrekken van de slokdarmwand (peristaltische
beweging)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nxthasja. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.