SAMENVATTING DEEL 2: LUCHT
1 De atmosfeer
Opbouw van de atmosfeer
Q Opgedeeld in lagen obv de verandering vd temperatuursgradiënt
Q De scheiding tussen 2 lagen = pauze
Q Troposfeer: onderste laag (12 km)
o De temperatuur daalt met stijgende hoogte
o Luchtverontreiniging vnl in deze laag
o T wordt bepaald door de aanwezigheid van broeikasgassen concentratie
broeikasgassen daalt in functie van de hoogte dus T daalt in functie van de
hoogte
Q Stratosfeer: (12-45 km)
o Weinig luchtcirculatie stabiele laag; bestaat vnl uit ozon (90%)
o Temperatuur stijgt terug tot 0°
Q Mesosfeer: (45-85 km)
o De temperatuur daalt terug tot -100°
o T neemt toe naarmate je lager gaat omdat meer O2 en ozon voorkomt
Q Thermosfeer (85-500 km)
o De temperatuur stijgt met stijgende hoogte
o Lage warmtecapaciteit grote temperatuurschommelingen
o Midden van thermosfeer is ionosfeer: bevat veel elektrisch geladen deeltjes
o Bevat N en O; vormt door absorptie van zonlicht ionen
Q Samenstelling atmosfeer: 79,08% N + 20,95% O2 + 0,93% Argon + 0,04% CO2
Dispersie van luchtverontreiniging
Q Luchtverontreiniging = elke activiteit waarbij gasvormige, vloeibare of vaste
bestanddelen in de lucht w geloosd en de gezondheid vd mens/dier/plant kan
aantasten
Q Dispersie in de troposfeer gebeurt door beweging van luchtmassa’s
Horizontale dispersie:
Q Is afhankelijk van de windsnelheid en windrichting
Q Bij toenemende windsnelheid daalt de pollutie
Q Bij industrie rekening houden met meest voorkomende windrichting
Verticale dispersie
Q Wordt bepaald door verandering vd luchttemperatuur in functie vd hoogte
Q Temperatuursprofiel stabiel geen dispersie
Q Temperatuursprofiel ontstabiel wel dispersie
Q Temperatuursprofielen zijn:
Adiabatische lapse rate:
Q Adiabatisch proces = geen input van externe energie
Q Lucht stijgt en zet uit door dalende druk, hierdoor daalt de T en omgekeerd
Q Verandering vd temperatuur van pakketje lucht ifv de hoogte = adiabatische lapse
rate
, Q Droge lucht: temperatuursverandering = 9,8°/km
Vochtige lucht: temperatuursverandering < 9,8°/km (kan condenseren of verdampen)
Q W beïnvloedt door wind, zonlicht, geografische gegevens etc
Superadiabatische lapse rate
Q = de temperatuur bij stijgende hoogte daalt sneller dan 9,8°/km
Q Stijgend pakket lucht koelt trager af dan omgevende lucht, het blijft dus warmer en
stijgt sneller door verschil in dichtheid
Q Dalend pakketje lucht warmt minder snel op en daalt sneller
Q Deze condities leiden tot onstabiele atmosfeer en goede menging van verontreiniging
Subadiabatische lapse rate
Q = de temperatuur bij stijgende hoogte daalt trager dan 9,8°/km
Q Stijgende lucht zal sneller afkoelen dan omgevende lucht, het is dus zwaarder dan de
omgevingslucht en valt terug naar beneden
Q Dalende lucht warmt sneller op, het wordt lichter dan omgevende lucht en zal
minder snel dalen
Q Deze condities leiden tot stabiele atmosfeer en slecht menging van verontreinigingen
Temperatuursinversie
Q Treedt op bij extreme subadiabatische condities waarbij T stijgt ifv de hoogte
Q Menging van luchtlagen wordt verhinderd en de dispersie stagneert
Q Oorzaken:
o Nachtelijke afkoeling
o Mist, zon warmt enkel bovenste luchtlagen op
o Koude lucht die zich onder warme luchtlaag nestelt
o Warmte lucht die over een koud oppervlak stroomt
Rookpluimen
Q Fanning:
o Treedt op bij temperatuursinversie
o Door stabiele atmosfeer is er geen verticale menging, rookpluim strekt zich
horizontaal uit
o Bij kalme, heldere nacht
Q Fumigation
o Treedt op NA temperatuursinversie
o Boven rookpluim is atmosfeer stabiel, eronder is ze onstabiel
o De rookpluim daalt daarom naar de grond gevaarlijke situaties
Q Looping
o Bij superadiabatische condities bij veel turbulentie in de atmosfeer
o Bij hoge schoorsteen is de concentratie vd polluenten aan de grond laag
o Uitlaatgassen worden niet goed gemengd
Q Coning
o Bij adiabatische en subadiabatische condities
o Door stabiele atmosfeer is er weinig menging
Q Lofting
o Bij superadiabatische atmosfeer als een temperatuursinversie ontstaat in de
onderste luchtlagen
o Inversievlak onder schoorsteen: neerwaarste beweging vd rookpluim w
verhinderd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LouisePeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.