Samenvatting Hoofdstuk 1 en 5 buiteNLand HAVO 3 Economie winners en verliezers & migratie
0 view 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
HAVO
Ik heb dit document gemaakt in 2020/2021 voor het vak Aarderijkskunde, het document bevat hoofdstuk 1 en 5 van het boek BuiteNLand voor havo 3. Alle paragrafen zijn beschikbaar en worden in alle kopjes apart uitgelegd.
Goederenproductie op drift
In 1990 werd 70% van de producten nog gemaakt in de westerse landen, in 2018 was dat maar de helft. Het
aandeel (investeren) van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika. Voornamelijk de
westerse multinationale ondernemingen (mno’s) die deze verschuiving aanjagen, 2 redenen
1. Sinds 1980 worden westerse maakindustrie naar de lagelonenlanden verplaatst --> 2 gevolgen; Banen
in de industrie in de VS daalt sterk, China gaat VS voorbij als grootste producent van industriële
goederen
2. Koopkracht is toenemend, vormen de opkomende landen een groeiende afzetmarkt.
Handelspatronen verschuiven
Wereldhandel verschuift na 1980 naar de landen in de periferie en vooral de semiperiferie (BRICS) De
omvang van de wereldhandel neemt toe door,
1. De productieketen, de weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct
2. Het transport van goederen zijn sneller en goedkoper geworden
3. Handelsgrenzen steeds meer verdwijnen
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) wil het internationale grensverkeer verder versoepelen. Trump probeert
de maakindustrie te beschermen tegen de import van goedkope producten vooral uit China. Feit blijft dat
gebieden op aarde sinds 1990 steeds meer met elkaar verweven raken (Globalisering)
Global shift
Als het Economisch zwaartepunt verschuift naar een ander gebied, noemen we dat een global shift. Een
voorbeeld hiervan is dat we denken dat over een aantal jaar dat opkomende landen als China en nog meer, de
grote rol afpakken van het nu Europa.
, Hst economische winnaars en verliezers
Paragraaf 2
Koloniale verhoudingen 1500-1945
De 16e eeuw stond bekend om de eeuw van de ontdekkingen. Afrika, Amerika en Azië raken in contact met
Europa, we onderscheiden nu twee perioden
1. 1500-1800 de fase van het handelskolonialisme, vanuit de kolonies worden grondstoffen, specerijen
en zilver naar Europa vervoerd. In de plantages werkten slaven, tegelijkertijd blijven meer
landinwaarts gelegen gebieden onaangeroerd
2. 1800-1945 de fase van het industrieel kolonialisme. Landen in Europa willen verzekerd worden zijn
van de aanvoer van de grondstoffen en een afzetmarkt veiligstellen voor hun industrieproducten.
Op tal van terreinen – bestuur, onderwijs, handel en cultuur (taal en godsdienst) - verstevigt het
moederland. Door industrialisatie neemt de wereldhandel en de invloed van de Europese moederlanden
toe.
Op weg naar onafhankelijkheid (1945-1990)
De tweede wereldoorlog levert twee belangrijke veranderingen op:
1. De koloniën worden snel onafhankelijk. Door deze dekolonisatie worden veel, niet allemaal band met
het moederland doorgesneden.
2. De wereld wordt ook opnieuw ingedeeld, door 3 delen. Het westerse (Europa, Amerika),
communistische landen (Azië?) en de Sovjet-Unie (Noord-Azië). Amerika was geen vriendjes met de
Sovjet-Unie, ze staan daarbij met lijnrecht tegenover elkaar. Door de dreiging van een atoomoorlog
durven deze landen elkaar rechtstreeks aan te vallen. Daarom noemen we deze periode de Koude
oorlog
Vrijhandel verandert de wereld (na 1990)
Na 1990 valt de Sovjet-Unie uit elkaar, en wordt de wereldeconomie opnieuw geschud. De
vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economische systeem. 1 kenmerk daarvan is het vrije
ondernemerschap. De vrijemarkteconomie gedijt het beste in de wereld zonder handelsgrenzen
(vrijhandel) Voordelen van vrijhandel;
Een land kan zich specialiseren in een product of in diensten. Bijvoorbeeld Nederland die goed is het
bouwen van dijken en havens
Bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten.
Een nadeel van vrijhandel is dat bedrijven te maken krijgen met buitenlandse concurrentie en daardoor
soms failliet kunnen gaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noofsss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.40. You're not tied to anything after your purchase.