Samenvatting van alle examenstof van aardrijkskunde voor VWO
0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Alle examenstof voor aardrijkskunde van VWO. Handig overzicht onderverdeeld in deelonderwerpen. Goed voor het hele schooljaar door, ook te gebruiken voor HAVO.
SOORTEN: VOORBEELD VRAAG: ANTWOORD:
Geef een reden: Geef twee argumenten die de - Groeikernenbeleid leidde tot
Nederlandse regering heeft gebruikt filevorming
om hun keuze om te stoppen met - Groeikernenbeleid leidde tot
groeikernenbeleid te onderbouwen. een grotere uitstoot van
broeikas-gassen
Leg uit: Leg uit dat de bevolkingsopbouw van In de komende decennia zal er sprake
Nederland de komende decennia de zijn van vergrijzing, waardoor er
economische groei zal afremmen. hogere kosten gemaakt zullen worden
voor de gezondheidszorg.
Beredeneer: Beredeneer waarom de Nederlandse De Rotterdamse haven is een
regering investeert in de aanleg van belangrijke motor van de Nederlandse
een Tweede Maasvlakte. economie en met de aanleg van de
Tweede Maasvlakte kan de haven
deze rol in de toekomst ook spelen.
Beschrijf: Beschrijf in drie stappen het ontstaan - In lage drukgebieden stijgt de
van neerslag in een lage drukgebied. lucht op
- Opstijgende lucht koelt af
- Waardoor veel condensatie
plaatsvindt.
FOCUSWOORDEN:
Onderstreep in de bron en de vraag de belangrijkste informatie en koppel dit aan je eigen kennis.
Deze informatie, focuswoorden, zorgen ervoor dat je de kern in je antwoord vasthoudt. Voorbeeld:
In 2015 kocht Inditex voor 300 miljoen dollar een gebouw in het centrum van New York om er een
Zarawinkel te openen. Ondanks de koopkrachtige bevolking en het grote aantal toeristen in New
York, is deze winkel nauwelijks winstgevend.
In de bron staat dat Inditex graag het kledingaanbod laten aansluiten op de nieuwste modetrends.
Waarom wil Inditex toch een winkel openen in New York?
… Dus, inditex is een bedrijf dat snel inspeelt op nieuwe trends en een wereldstad is daar de perfecte
plek voor. Dat is het antwoord.
, Domein B: Wereld
Historische dimensie --> gaat (bijna) altijd over kolonisatie. Dit is het vestigen in een gebied om er te
blijven wonen of om er grondstoffen te halen. Je hebt hierbij exploitatiekolonies (grondstoffen) en
vestigingskolonies. Bij exploitatiekolonies worden mensen vaak uitgebuit, verjaagd en vindt er vaak
geweld tegen de lokale bevolking plaats. Het stichten van kolonies gebeurde vaak tot de 18e eeuw.
Tijdens de industriële revolutie werden gebieden makkelijker toegankelijk en kwam het machtsspel
flink op gang. Deze periode kent veel fases van dekolonisatie. In de 21e eeuw ontwikkelde
technologie heel snel: hierdoor meer globalisering. Mensen staan beter met elkaar in contact. De
wereld wordt relatief steeds kleiner. Tijd-ruimtecompressie speelt een rol. In steeds minder tijd
kunnen er steeds grotere afstanden worden afgelegd. Denk aan vervoersmiddelen, maar ook aan
ICT. Je weet binnen korte tijd wat er zich in de wereld afspeelt.
Wat zijn de gevolgen van globalisering voor de economie? We kunnen sneller en tegen minder
kosten goederen transporteren (vrachtschepen- en vliegtuigen). Ook gegevens kunnen sneller
uitgewisseld worden. Er kan zo bijvoorbeeld snel en efficiënt gehandeld worden op de beurs. De
grenzen vervagen, handelen met de wereld wordt makkelijker. Wordt o.a. geleidt door de MNO´s
(ondernemingen die in meerdere landen vestigingen hebben. Waar kunnen ze het beste zitten met
hun ontwerp, productie, assemblage en verkoop? Continu op zoek naar de plek met de meeste
voordelen, zodat ze de meeste winst kunnen halen).
Productieketen = de weg van grondstof tot eindproduct. Deze wordt vaak opgeknipt in stukjes en
alle verschillende stappen worden door globalisering verspreidt over de hele wereld. Producten
worden over het algemeen bedacht en verkocht in de centrumlanden, de grondstoffen, productie en
assemblage komt meestal uit landen binnen de (semi-)periferie. Het verplaatsen van verschillende
onderdelen van de productieketen noemen we outsourcing. Dit gebeurt vaak naar gebieden die
gespecialiseerd zijn in dit onderdeel, er zitten bijvoorbeeld veel bedrijven die je nodig hebt. Er zijn
agglomeratievoordelen: samen klusteren op een plek en profiteren van de voordelen hiervan.
Om de verhoudingen tussen landen goed in kaart te brengen, gebruiken we het centrum-
periferiemodel. Dit is een schematische weergave van de wereld(markt).
- Centrum = hoogwaardige bedrijvigheid, wordt ook het meeste verdiend.
- Semiperiferie = groeiende dienstensector, veel industrie en minder landbouw.
- Periferie = levert grondstoffen en arbeid aan het centrum.
Hoe hoger het BNP, hoe meer mensen in de tertiaire sector werken en hoe hoger de ontwikkeling
van een land.
Er zitten ook negatieve kanten aan globalisering. Natuurvervuiling en economische gevolgen (vooral
te merken in de landen die niet kunnen profiteren van globalisering). De wereldmarkt is de
afgelopen jaren geleidt door 3 grootmachten: VS, Japan en Europa --> Triade. Handelsstromen en
stromen van data en informatie vinden tussen deze gebieden plaats. Het meest belangrijke gebied
van een centrumland noemen we een wereldstad. Deze stad heeft enorme invloed op politiek,
economisch en cultureel gebied. Zijn het middelpunt in het mondiale netwerk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillgrimbergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.