Professionele vaardigheden samenvatting

Professionele vaardigheden:
samenvatting Kerst
H1: Internationale handel in vogelvlucht

 Dankzij liberalisering v/d internationale handel en technologische vooruitgang 
wereldhandel sinds WO2 constante groei
 Conclusie graf.: Vraag transport hangt samen met vraag en aanbod internationale handel.




 Waarom intern. Handel?
1. Niet alle producten zijn ter plaatse beschikbaar
2. Vaak goedkoper om in ander land te laten maken
 Impact intern. Handel?
 Gunstig gebruiker (concurrentie tss producenten)
1. Grotere keuze
2. Betere producten
3. Goedkopere producten
 Gunstig producent
1. Grotere afzetmarkt

↳ MAAR: Nood aan:
 Efficiëntie (betere productie
voor kunnen concurreren)
 Specialisatie (doorgedreven
kennis  beter worden)
 Conclusie graf.:
 CHI doet meer export dan import  Gevolg: meer geld want meer
producten gaan uit land dan in land.
 VS doet meer import dan export
 Bij BE loopt import en export beetje samen

↳ Komt omdat: BE economie draait op het principe van goederen te
importeren, in BE te verwerken, en dan terug te exporteren. (Zie
grafiek 2)

,  5 factoren die BE econ. Beïnvloeden:
 Bevolkingsdichtheid:

↳ Waarom bedrijf vestigen in dichte bevolkingsd?
 Grotere afzetmarkt (investeren), meer verschillende geschoolde
mensen (verbeteren bedrijf)
 Bedrijven kunnen dus meer vacatures invullen voor versch. jobs
 Grootste bevolkingsd. In BE  Vlaamse Ruit (Gent, Brussel, Antwerpen,
Leuven)
 Exporteren gebeurt meeste in Vlaanderen. (80 %)
 Inkomen bevolking:
 BE heeft beter inkomen dan meeste landen
 Grotere afzetmarkt (meer inkomen dus meer kansen om te
verkopen)
 Inwoners hebben meer geld om sneller zaak op te starten
 Ligging in de wereld:
 4 zeehavens:
1. Antwerpen Gefusioneerd
2. Zeebrugge
3. Gent
4. Oostende
 Transportmiddelen om landinwaarts te vervoeren:
1. Trein 3. Binnenvaart
2. Vrachtwagen 4. (Pijpleidingen)
 5 luchthavens:
1. Brussel 4. Oostende
2. Charleroi 5. Deurne
3. Luik
 BE is goed bereikbaar en heeft een sterk hinterland netwerk
 Stabiel econ. Klimaat
 Hoge opleidingsgraad


H1.2: Begrippen hoofdstuk 1

 Rederij= bedrijf dat 1 of meerdere schepen bezit.  Soms verhuren aan andere bedrijven
↳ Verantwoordelijk voor exploitatie (= uitbaten) v/e schip.
↳ Rederij wordt in andere landen dan thuishaven vertegenw. Door
scheepsagentuur
 Expediteur= organisatie v/h verzenden van goederen + verzorgt (soms) administratie.
(eventueel ook opslag)
 Carrier= rederij of luchtlijn