Samenvatting Persoonlijke analyse college 2 - DeAngelo - Jensen & Meckling + casus vragen
7 views 0 purchase
Course
Auditing Theory (AUTY)
Institution
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Dit betreft mijn persoonlijke analyse van college 2. In het document vind je een uitgebreide samenvatting van het wetenschappelijk artikel van Simunic + de casus vragen. Ik heb de artikelen helemaal gelezen en uitgepluisd. Het betreft dus een Nederlandse vertaling van alle belangrijke inhoud welke ...
Persoonlijke analyse college 2
DeAngelo (1981): Auditor size and Audit Quality
Inleiding
Regelgevers en kleine accountantskantoren vinden dat de omvang van het
accountantskantoor niets uitmaakt ten aanzien van de audit quality en het selecteren van
een accountantskantoor op basis van omvang zou niet relevant moeten zijn. De
onderzoeker van dit artikel wil met dit artikel bewijzen dat er wel een verschil is tussen de
audit quality van grote en kleine kantoren.
Aanleiding
De aanleiding voor dit onderzoek is een wetsvoorstel, voortkomend uit onvrede van kleine
accountantskantoren, waarbij de selectie van een kantoor niet op basis van omvang mag
zijn, maar op basis van ability to provide service. Oftewel, de omvang van het kantoor zou
irrelevant moeten zijn voor de keuze van een kantoor.
Analyse
DeAngelo is het niet eens met dit wetsvoorstel en betoogt middels dit onderzoek dat de
omvang van het accountantskantoor wel degelijk invloed heeft op de audit quality. Allereerst
is het belangrijk om aan de term audit quality betekenis te geven. Audit quality wordt in het
artikel gedefinieerd als de inschatting van de markt dat een accountant een fout in de
jaarrekening ontdekt en deze ook rapporteert. De kans dat een accountant een fout in de
jaarrekening ontdekt hangt af van de capaciteiten van het accountantskantoor
(technologische capaciteiten, controlewerkzaamheden, hoeveelheid steekproefen etc.). De
kans dat een accountant deze fout ook daadwerkelijk rapporteert hangt af van de
onafhankelijkheid van de accountant.
Gebruikers (consumers/klanten) hebben weinig informatie over de uitgevoerde
werkzaamheden en weinig informatie over de onafhankelijkheid van de accountant. Het
evalueren van audit quality zorgt daarom voor kosten. Doordat audit quality dus lastig is vast
te stellen gaan klanten naar andere indicatoren kijken, zoals de omvang van het kantoor.
DeAngelo stelt dan ook dat de omvang van het kantoor een surrogaat is voor audit quality.
Een reactie op het ontstaan van kosten ten aanzien van het moeilijk evalueren van audit
quality is dat accountantskantoren één uniform niveau van kwaliteit gaan nastreven.
Wanneer accountantskantoren namelijk variëren in audit quality nemen de kosten toe voor
de klant, omdat zij voor iedere audit de kwaliteit moeten evalueren. Wanneer een
accountantskantoor de audit quality heeft op één niveau wil de klant hiervoor meer betalen,
wat leidt tot hogere audit fees. DeAngelo stelt dus ook dat wanneer een klant een ander
niveau van audit quality wenst er dus een vraag is naar kantoren met verschillende niveaus
van audit quality.
De onderzoeker stelt dat accountantskantoren hier misbruik van kunnen maken (cheating)
door een bepaald niveau van audit quality te garanderen en uiteindelijk minder fouten te
rapporteren (vanuit opportunistisch gedrag), waardoor het accountantskantoor een hogere
fee krijgt in vergelijking met de audit quality die zij daadwerkelijk hebben geleverd.
1
, Vervolgens wordt de relatie gelegd tussen de controle omvang en de controlekwaliteit.
Accountantskantoren die al meerdere jaren een klant controleren hebben een
kostenvoordeel ten opzichte van accountantskantoren die de onderneming als nieuwe klant
controleren. Deze kantoren hebben namelijk nog geen kennis van de klant en zijn interne en
externe omgeving, hiervoor moet het accountantskantoren dus in het eerste jaar meer
kosten voor maken. Doordat het accountantskantoor, die de klant al enkele jaren controleert,
deze opstartkosten niet meer heeft kan hij de fee voor zijn controle hoger stellen dan de
gemaakte kosten. Dit worden quasi-rents genoemd. Doordat de huidige accountant zijn fee
kan verhogen tot net onder de prijs die een concurrent zou vragen (exclusief opstartkosten),
zal de klant niet van accountantskantoor gaan switchen. Het andere kantoor zou voor
dezelfde prijs dezelfde audit quality willen leveren, maar dit is niet mogelijk aangezien zij nog
deze opstartkosten moeten maken. Hierdoor ontstaat een bilateraal monopoly en dus
duurzame klantrelaties.
Dit verschijnsel heeft twee effecten:
- Accountantskantoren die bieden voor een nieuwe klant gaan ‘low-ballen’, dit betekent
dat zij een lagere fee gaan aanbieden dan de kosten die zij voor de eerste controle
moeten maken, om maar deze klant te winnen.
- Omdat deze quasi-rent alleen gelden voor een specifieke klant, en dus niet gebruikt
kunnen voor andere doeleinden, hebben huidige accountantskantoren de prikkel om
hun audit quality (opportunistisch) te verlagen om de klant de behouden. Wat leidt tot
de verleiding om minder fouten te rapporteren, waardoor de accountantskantoren
niet meer onafhankelijk zullen zijn.
Volgens de onderzoeker is men op de hoogte van deze effecten. Ondernemingen die zich
laten controleren door een ‘blijvende’ accountant, hebben door de vermindering van de
onafhankelijkheid van de accountant een lagere audit quality met betrekking tot de controle.
Men is dan minder bereid om veel te betalen voor een aandeel (geen zekerheid met
betrekking tot de jaarrekening), waardoor de ondernemingswaarde daalt. Ondernemingen
(klanten) zijn hier ook van op de hoogte volgens de onderzoeker en zullen dus voor het
accountantskantoor kiezen die als het meest onafhankelijk wordt gezien door de markt. Dit
kan weer gerelateerd worden aan de omvang van een accountantskantoor. Wanneer een
accountantskantoor groot is, hebben zij minder prikkels om te ‘cheaten’ om de klant te
behouden. Zij hebben namelijk meer te verliezen als zij lage audit quality leveren, zij hebben
een hogere reputatieschade als gevolg ten opzichte van kleine kantoren. Bovendien kunnen
zij het meer veroorloven om klanten te verliezen dan kleine kantoren, wat leidt tot hogere
audit quality bij grote kantoren in tegenstelling tot een lagere audit quality bij kleinere
kantoren (zij hebben minder te verliezen en nemen dus meer risico).
Een andere indicator, welke volgens de onderzoeker de audit quality beïnvloed, is de mate
waarin een accountantskantoor afhankelijk is van een enkel aantal klanten. Wanneer één of
enkele klanten een enorm deel van de totale audit fees betreffen, zal het
accountantskantoor de angst hebben om deze klant(en) kwijt te raken. Hij zal om die reden
wellicht minder fouten rapporteren (verlaging onafhankelijkheid) en dus een lagere audit
quality leveren om de klant te behouden. Wanneer dit het geval is zal de markt dit
accountantskantoor zien als onafhankelijk. Dit is nadelig voor het accountantskantoor, omdat
hij hierdoor extra kosten heeft (door verminderde onafhankelijkheid), klanten zijn minder
bereid om te betalen (lagere fee). Om dit probleem op te lossen zullen accountantskantoren
meer klanten willen, wat leidt tot een grotere omvang van het kantoor. Dit leidt tot het
verhogen van de onafhankelijkheid en dus een verhoging van de audit quality.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 250517. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.
