Classes
⏲ Chronologie
⏲ Chronologie (1)
👑 Capita Selecta
De Genese van het moderne Europa
1450: (Europa) 500tal staten of onafhankelijke politieke eenheden
↓
1800: (Europa) 100tal staten of onafhankelijke politieke eenheden
1.1. Staatsvorming
→ door huwelijk, erfenis, dwang en verovering
≠ rechtlijnig
≠ uniforme ontwikkeling
Classes 1
, 1.2. Gestalten van de staat
≠ natiestaat in huidige betekenis
= dynastieke conglomeraten
dynastiek: bij troonafstand of overlijden zetelde monarch gaan rechten en titels over
op de wettelijke erfgenaam
conglomeraten: dynastieke staten zijn in essenstie ‘samengestelde staten’
samengestelde staat
= een staat van één of meerdere territoria onder soevereinitiet van één heerser, die
gebieden hebben weinig met elkaar te maken behalve dat ze door de zelfde persoon
worden bestuurd (personele unie), relaties t.o.v. de vorst kunnen verschillen in de
territoria
aaneengesloten territorium
versnipperd territorium
Het Britse voorbeeld
1536-1543: Wales geïncorporeerd bij Engeland via Acts of Union
1541: personele unie Engeland-Ierland
1603: personele unie Engeland-Ierland-Schotland onder Jacob I
1689-1702: personele unie Engeland-Schotland-Ierland en Nederland onder Willem III
1707: personele unie Engeland-Schotland omgevormd tot Verenigd Konikrijk van Groot-
Brittannië
1714-1837: personele unie tussen Keurvorstendom Hannover en Groot-Brittanië-Ierland
Iberische Unie (1580-1640)
polycentrisch
= meerdere centra die alle samen bijdragen aan staatsvorming
electieve staatsvormen
geestelijke vorstendommen
stadstaten en republieken
Classes 2
, 1.3. Ingrediënten
dynastieke allianties
bv. huwelijkspolitiek
millitaire agressie
→ militaire revolutie (diepgaande ontwikkelingen in militaire technologie en organisatie
(1550-1650)
→ fortifaction of tows and cities (la trace italienne)
veldslagen → veldslagen
cavalerie → infanterie & artillerie
→ permanente, staande legers ⇒professionalisering
gelijkwaardige ontwikkelingen op zee
politieke centralisering
oorlog kost meer → moeten efficiënter belastingen ophalen
ook kolonies worden belangrijker voor financiële slagkracht
⇒ gecentraliseerde staat
moet voor de belastingen efficeiënter te organiseren
1.4. Verzet tegen centralisatie
CENTRIFUGALE PROCESSEN
verzet tegen
- expansie staatsmacht
- beknotten lokale autonomie
- zware fiscale druk
- aantasten rechten en vrijheden
Habsburgse Hegemonie (1500-1556)
De Spaanse nazomer (1556-1618)
3.1. Afscheid van een imperium
Troonafstand Karel V (1555) en splitsing Habsburgse wereldrijk (1556)
Ferdinand I erft Oostenrijkse gebieden, met Habsburgs deel van Hongarije-Bohemen
Filips II wordt landsheer van de Nederlanden, France-Comté, de Spaans-Italiaanse
gebieden en de overzeese kolonies
Classes 3
, 3.2. De troonsbestijging van Filips II
hij is machtig, hoe ziet die macht eruit? organisatie van het rijk
begin van Spaans overwicht in Europa
geneutraliseerd na Vrede Cateau-Cambrésis (1559) en binnenlandse oorlog
geprivilegieerd bondgenootschap met Oostenrijkse Habsburgers
verlost van centrifugale krachten HRR
stevige machtspositie in Italië
solide financiële basis sinds kolonies
sterk leger en zeemacht
poging om in invloed te krijgen
1554: Filips II 🤵💍 Mary Tudor
1558: kinderloos 🪦 Mary → einde se invloed
via erfopvolging krijgt Filips II in 1580 in bezit, inclusief de Portugese koloniale
gebieden
organisatie:
Madrid = hoofdstad
paleis Escorial = zenuwachtig Spaanse staatsmacht
uitbouw indrukwekkende staatsbureaucratie met Raden voor specifieke regio’s of met
specifieke bevoegdheden
→ een van de beste georganiseerde in Europa
3.3. Spanje uitgedaagd
De Ottomaanse dreiging revisited
strijd om controle Middellandse Zee
Westelijke Middellandse Zeebekken
1551/1555: Tripoli veroverd door Ottomanen
1560: Spaanse expeditie om Tripoli te bevrijden mislukt
1565: Ottomaanse poging om Malta te veroveren mislukt
Classes 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hyggeligt25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.69. You're not tied to anything after your purchase.