Dit is een samenvatting van probleem 7 van blok 1.4. De volgende leerdoelen heb ik verwerkt:
1. Wat is sociale identiteit?
2. Hoe komt sociale identiteit tot stand?
3. Wat is identiteitsbeleving?
4. Hoe is het begrip allochtoon veranderd?
5. Wat is etnische identiteit?
6. Wat zijn de gevolgen van ...
Intelligentie, Persoonlijkheid en identiteit
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
Irisgoorden
Reviews received
Content preview
Probleem 7: Blauwe ogen/Bruine ogen
- Hoe doet het CBS dat nou? Standaarddefinitie allochtonen.
- The social psychology of ethnic identity van Verkuyten.
- Overheid schrapt ‘allochtoon’ per direct uit vocabulaire door Remco Meijer & Martin
Sommer
- Etnische identiteit: theoretische en empirische benaderingen van Verkuyten: Hoofdstuk 1 + 2
1. Wat is sociale identiteit?
Betekenissen sociale identiteit
- Wentholt: De verhouding tussen het individu en de sociale omgeving.
- Sociale identiteit heeft betrekking op de vraag hoe iemand in relatie tot een sociale
omgeving wordt gedefinieerd. Het gaat hierbij niet om de verschillen, maar over de
overeenkomsten.
- Met het sociale identiteitsbegrip wordt aangegeven wie een persoon is, hoe hij of zij door
anderen wordt herkend en beoordeeld.
- Het gaat om categoriale lidmaatschapskenmerken (geslacht, leeftijd) die een persoon sociaal
gezien plaatsen. Daarmee wordt hij of zij onderscheiden van mensen die dat kenmerk niet
bezitten en samengevoegd met mensen die dat kenmerk delen.
- Sociale identiteiten zijn differentiërend. Ze berusten op het maken van onderscheid en
krijgen meestal pas relevantie in contact met anderen.
- Een sociale indeling is niet hetzelfde als een persoonlijke beleving.
Deelidentiteiten
- Iedereen heeft meerdere sociale identiteiten (Bv. Man, leraar, Amsterdammer)
deelidentiteiten.
- Het aantal deelidentiteiten is afhankelijk van diverse factoren:
o Levensfase: de aantal identiteiten is per cultuur verschillend.
- Veel sociale identiteiten:
o Kan omgaan met moeilijke en stressvolle situaties.
o Minder afhankelijk van één bepaalde social identiteit.
o Nadeel: probleem is dat ze zich afvragen hoe ze om moeten gaan met verschillenden
identiteiten (Bv. Niet makkelijk om een goede moeder, goede vrouw en een carrière
moeder in een te zijn).
- Indelingen kunnen verweven raken, omdat de ene indeling de betekenis van de andere
aangeeft (Bv. Een persoonlijkheidskenmerk die bij een bepaald geloof hoort).
- Master status: een identiteit speelt voortdurend een rol, overschaduwt andere identiteiten
en wordt in allerlei situaties uitgedragen.
- Stigma-identiteiten: stigmatisering kan ertoe leiden dat mensen op grond van één kenmerk
worden uitgesloten, waardoor die bepaalde deelidentiteit vrijwel hun hele denken en doen
overheersen.
- Primaire identiteit: op jonge leeftijd aangeleerd.
, 2. Hoe komt sociale identiteit tot stand?
Drie componenten van Wentholt
- Sociaal-structurele component
o Sociale classificatie van mensen in categorieën of groepen.
o De sociale omgeving wordt ingedeeld en die indeling wordt gebruikt om iets over
mensen te zeggen.
o Visible minorities: de mate van zichtbaarheid is van belang. Als zichtbare kenmerken
eenmaal als basis dienen voor sociale betekenisgeving, kost het buitenstaanders
relatief weinig moeite om vast te stellen of iemand tot die categorie behoort kan
leiden tot discriminatie.
- Culturele component
o Mensen indelen op gedragsmanifestaties, gedragsconsequenties en (stereotype)
gedragsverwachting.
o Uit de verwachting komt een stereotype naar voren en daaruit kan discriminatie
ontstaan.
- Zijnsdefinitie component
o Beoordeling van de aard van de mensen dit is wat ik ben.
o Zijnsoordeel: het zegt iets over hoe je sociaal gezien wordt.
o Je begrijpt waar je ingedeeld bent en wat de verwachtingen van je zijn (dit heeft niks
met gevoel te maken).
De componenten horen bij elkaar, maar geven ieder inzicht in de complexiteit van
identiteitsvraagstukken.
Voorbeeld: Elliot experiment met blauwe/bruine ogen. De sociaal-structurele component is de
categorieën blauw en bruin. De culturele component is dat ze bijvoorbeeld zegt dat blauw slimmer is
(verwachting). De zijnsdefinitie component is dat de kinderen elkaar zien als een bruinoog of blauw
oog.
Factoren die een rol spelen bij identiteitsvorming
- Beperkingen en mogelijkheden die door bestaande kaders en autoriteiten worden
aangegeven.
- Economische omstandigheden.
- Verhoudingen tussen groeperingen.
- Kenmerken binnen groeperingen.
- De inzet en creativiteit van een concrete persoon.
- Historische omstandigheden.
Jenkins
- Een etnische categorie van een etnische groepering te onderscheiden
o Ascriptie: mensen worden door anderen samengevoegd op grond van hun
vermeende afkomst, zoals in beleidsmatige classificaties.
o Zelfascriptie: mensen zien en definiëren zichzelf in etnische termen en is er sprake
van eigen normen, regels en doelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Irisgoorden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.