Een document met de aantekeningen van de hoorcolleges, met uitzondering van het gedeelte over Transpersonen (week 7). Dit deel van het college betrof een letterlijke rede van het voorgeschreven artikel. Verder het document compleet. Aan de hand van deze aantekeningen heb ik een resultaat van 7,5 be...
Hoorcollege 1 - Inleiding en uitgangspunten
Strafdoele
Denk aan vergelding (genoegdoening), generale (naar de maatschappij) en speciale (naar de verdachte zelf)
preventie, normbevestiging (straffen wat niet kan), herstel (van de schade).
NB: ook eventueel beveiliging van de samenleving en voorkomen van eigenrichting.
Een ontwikkeling van het accent bestraf ng van het lichaam naar de vrijheid van de veroordeelde. Om dit te
begrijpen dient de theoretische achtergrond van het bestraffen besproken te worden
Theoretische achtergronde
Relatieve strafrechtstheorie (in het teken van (speciale) preventie
• Beccaria: sociale contract als basis, vrijheid van de individuele burger als uitgangspunt. In zijn visie dient
de strafbedreiging niet hoger te zijn dan noodzakelijk uit een oogpunt van dit preventieve doel.
• Het doel van bestraf ng is in het bijzonder de dader te beletten zijn medeburgers door strafbare feiten
verder te benadelen en de medeburgers ervan af te schrikken hetzelfde te doen als de dader. Een staf kan
een middel zijn tot beïnvloeding van het gedrag van burgers (speciale preventie vooral).
• Utilistische stroming (Bentham): de mens maakt een rationele afweging tussen de voordelen die een
strafbaar feit oplevert en het nadeel dat voortvloeit uit bestraf ng. Het nadeel moet groter zijn dan het
voordeel.
• Kortom, de grondslag van en de rechtvaardiging voor het straffen worden gezocht in het te verwachten
toekomstige effect ervan.
• Kritiek: geen heldere afbakening van straffen, proportionaliteit speelt geen rol (geen limitatie).
Absolute strafrechtstheorie (in het teken van vergelding) (retributivistisch)
• Straffen omdat er is misdaan (schuldverwijt). Vergelding is een categorisch imperatief.
• Kant: afstemming van de strafmaat op de ernst van het misdaad, niet op de gevolgen van de straf
• Het uitgangspunt van het maatschappelijk verdrag en gaat uit van rechtsbeginselen.
• Staf als een morele of noodzakelijke reactie op hetgeen is misdaan, los van een mogelijk toekomstig effect
van de straf.
• Strafmaat wordt bepaald aan de hand van proportionele schuldvergelding. Straf in een redelijk verhouding
tot het delict wat is gepleegd (proportionele gelijkheid). Niet meer straffen dan de verdachte op basis van
zijn gedrag heeft gedaan. Kortom, altijd een proportionele verhouding tot het delict en de mate van schuld.
De bovengrens is dat er niet meer leed mag worden toegevoegd dan verantwoord is in het licht van de ernst
van het feit en de schuld van de dader. Dus vergelding legitimeert straf, maar limiteert het ook door de
proportionaliteit.
• Kortom, de grondslag van en de rechtvaardiging voor het straffen wordt gezocht in het vergelden van
schuld.
n
fi
n
fi
fi)
.
.
,Verenigingstheorieën (combinatie) (neoklassieke stafrechtstheorie
• Vergelding én het maatschappelijk contract als grondslag van de straf. De grondslag voor en
rechtvaardiging van straffen is vergelding, maar wordt ingekleurd door de overwegingen van (generale en
speciale) preventie.
• Lijdende theorie in het Nederlands rechtsstelsel.
De Moderne Richting week radicaal af van de (neo)klassieke theorieën:
• Niet langer gestoeld op de leer van het sociale contract, maar op de gedachte dat het noodzakelijk is de
samenleving te beveiligen.
• Verwerping van de vrije wil, door een meer wetenschappelijke benadering te nemen, waarbij disciplines als
de geneeskunst, biologie en sociologie antwoord moesten bieden op de vraag waarom een dader tot het
begaan van een misdrijf was gekomen. De strafrechtelijke reactie zou moeten worden afgestemd op de
persoon en persoonlijke omstandigheden van de dader.
• Benadrukking van de bescherming van het collectief tegen gevaarlijk geachte personen.
Straffen en schuld
De verdachte moet een verwijt kunnen worden gemaakt voor het plegen van een delict. Immers, geen straf
zonder schuld (in de zin van verwijtbaarheid). HR Melk en Water; bij afwezigheid van alle schuld, dient een
verdachte niet te worden veroordeeld. Afwezigheid van alle schuld is een buitenwettelijke
schulduitsluitingsgrond. Niets dwingt ertoe dat bij gebleken afwezigheid van alle schuld, niettemin
strafbaarheid zou moeten worden aangenomen
Het beginsel zou mogelijk kunnen worden vertaald naar ‘straf naar de mate van schuld’. In lijn met
het uitgangspunt zou je kunnen verwachten dat als een delict aan de dader verminder toegerekend wordt, dat
dit zou moeten resulteren in lagere straf. Toch zegt de HR dat geen straf mag worden opgelegd die zwaarder
is dan de schuld van de dader. Dit straffen naar de mate van de schuld vindt geen steun in recht. De zwaarte
van de staf, zegt de HR, wordt primair bepaald door de ernst van het delict, waarbij de mate van schuld een
rol kan spelen. De hoeveelheid invloed die de mate van schuld uiteindelijk heeft op de op te leggen straf is
niet in abstracto uit te drukken. Enkel in het geval ‘elke schuld’ ontbreekt, dat wordt er geen straf opgelegd
(zie HR Melk en Water). Daarmee blijft het uitgangspunt dat de hoogte van het straf bepaald door de ernst
van het delict, waarbij naar de verwijtbaarheid gekeken kan worden, maar niet zodanig als uitgangspunt.
Tweesporenstelsel
Straffen vinden hun grondslag in vergelding en hangen daarmee samen met de ernst van het delict en tot op
een zekere hoogte met de verwijtbaarheid. De maatregel vindt zijn rechtsgrondslag in herstel/ophef ng van
een ongewenste situatie. Vergelding en proportionaliteit met de ernst van de leed spelen geen rol. Straffen en
maatregelen verschillen dus met elkaar door hun verschillende rechtsgrondslag. Het opleggen van een straf
aan een dader is begrensd door overwegingen van proportionaliteit. Normatieve grenzen van het strafrecht
.
)
fi
, dier de maximale omvang van de straf welke zijn neergelegd in de wet. Het is niet mogelijk om meer te
straffen dan de wet toelaat, ook niet ter voorkoming van gevaar. Door de wettelijke bovengrens te verhogen
dienen zich nieuwe grensgevallen voor waarbij ook weer telkens de proportionaliteit in overweging genomen
moet worden. Dit is waar maatregelen om de hoek komen. Voor het opleggen van een straf is schuld in de zin
van verwijtbaarheid nodig. Echter, wanneer iemand volledig of verminderd toerekeningsvatbaar verklaard
wordt voor het delict, kan een maatregel als vangnet dienen. Denk aan de TBS-maatregel.
Proportionaliteit komt als beginsel niet enkel voor bij de overweging van straf maar ook die van de
maatregel. Proportionaliteit bij straffen gaat over de verhouding tussen de hoogte van de straf en de ernst van
het delict. Bij een maatregel gaat het om de duur van de maatregel en de mate van gevaarlijkheid van het
individu.
De vrije wil en het strafrecht (discussie
Is de vrije wil noodzakelijk voor de strafrechtelijke verantwoordelijkheid en het sanctierecht?
Volgens het determinisme vindt geen enkele gebeurtenis willekeurig plaats. Alles wat gebeurd en dus ook
hoe de mens handelt heeft een vooraf bepaalde reden. De gedachte dat de mens beschikt over een vrije wil is
dan ook een illusie. Deze opvatting kent verschillende onderbouwingen zoals religie (de toekomst ligt in
Gods handen), de natuurwetenschap (causale natuurwetten bepalen het verloop der dingen) en genetica
(vastgelegd in ons DNA). Maar meest recentelijk de neurowetenschappen, die lijken aan te tonen dat al ons
handelen terug te leiden is naar fysieke neurale processen waarover we zelf geen controle hebben
(bijvoorbeeld Libet-experiment). Alles staat vast, dus twijfel over de vrije wil. Dit levert op zijn beurt weer
twijfel over de grondslag van straf: vergelding. Als er geen vrije wil is, zouden we allen
ontoerekeningsvatbaarzijn. De HR zegt ‘geen straf zonder schuld’. Zie hierover Greene en Cohen.
Rechtvaardiging voor straffen
Consequentialisme (preventietheorie, toekomstgerichte theorie)
Vooruit kijken, de juistheid van handelen wordt bepaald aan de hand van de consequenties van het handelen.
Straffen is gerechtvaardigd, als de samenleving daarmee ook beschermd wordt. Straffen puur en alleen uit de
rechtvaardiging van bescherming van de maatschappij tegen delinquenten. Het maakt niet uit of je wel of
geen vrije wil hebt. Niet kijken naar het vertoonde gedrag, maar kijken naar de toekomst en hoe bescherming
van de maatschappij kan worden beoogd. Kortom, de theorie volgens welke straf slechts een instrument is
om toekomstig sociaal welzijn te bevorderen
NB: Rechtvaardiging van de straf door de toekomstige heilzame effecten ervan. De belangrijkste daarvan
zijn het voorkomen van toekomstige misdaad door de afschrikkende werking van de wet en het in bedwang
houden van gevaarlijke individuen
Greene and Cohen: De toekomstgerichte consequentialistische benadering van straf werkt met alle
drie de antwoorden op het probleem van de vrije wil, inclusief hard determinisme. Dit komt omdat
consequentialisten zich er niet om bekommeren of iemand echt onschuldig of schuldig is in een ultieme zin
.
)
.
, die zou kunnen afhangen van de vrije wil van mensen, maar alleen om de waarschijnlijke gevolgen van straf.
Dit laat retributivisten met twee opties: compatibilisme en libertarisme. Het libertarisme is om
bovengenoemde redenen, en ondanks zijn intuïtieve aantrekkingskracht, wetenschappelijk verdacht. De wet
mag er in ieder geval niet van afhangen. Het lijkt er dus op dat retributivisme compatibilisme vereist
Rebutivisme (vergeldingstheorie)
Als wij twijfelen over de vrije wil of er zeker van zijn dat er geen vrije wil bestaat, dan valt deze theorie in
duigen. Het bestaan van een vrije wil is noodzakelijk. Straffen is immers alleen mogelijk als iemand een
verwijt te maken valt. Rechtvaardiging van straffen om mensen te geven wat ze verdienen op basis van hun
daden in het verleden en niet om het sociale welzijn in de toekomst te bevorderen. Kortom, een theorie
volgens welke het hoofddoel van straf is om mensen te geven wat ze verdienen op basis van hun daden uit
het verleden
Kritiek om in twijfel te trekken. De eerste, die ons hier niet aangaat, komt voort uit een eerdere toewijding
aan een bredere consequentialistische moraaltheorie. De tweede komt voort uit scepsis over het begrip
woestijn, gebaseerd op een bredere scepsis over de mogelijkheid van vrije wil in een deterministische of
mechanistische wereld
Greene and Cohen: De retributivistische benadering wordt daarentegen plausibel beschouwd als een
vereiste van vrije wil en de afwijzing van hard determinisme. Retributivisten willen weten of de beklaagde het
echt verdient om gestraft te worden. Ervan uitgaande dat iemand het alleen kan verdienen om gestraft te
worden voor acties die uit vrije wil worden gedaan, houdt hard determinisme in dat niemand het echt
verdient om gestraft te worden. Hard determinisme gecombineerd met retributivisme vereist dus de
afschaf ng van alle straffen, wat niet redelijk lijkt.
Grofweg drie stromingen/reacties te onderscheiden
- Hard determinisme accepteert dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn. Zij beamen het
determinisme en wijst het bestaan van de vrije wil daarmee af. Zij zeggen dat wij als mens geen vrije wil
hebben omdat determinisme (bij benadering) waar is. Kortom, het aanvaardt de onverenigbaarheid van
vrije wil en determinisme ('incompatibilisme'), en beweert determinisme, waarmee de vrije wil wordt
verworpen
- Libertarisme accepteert eveneens dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn, maar ontkent
het determinisme, en accepteert daarmee het bestaan van een vrije wil. Het determinisme bestaat niet, dus
erkenning van de vrije wil. Het accepteert incompatibilisme, maar ontkent dat determinisme waar is
- Compatibilisme accepteert het determinisme en vrije wil zijn tot op zekere hoogte verenigbaar. Het stelt,
in tegenstelling tot liberatisme en hard determinisme, dat vrije wil en determinisme perfect verenigbaar
zijn. Compatibilisten zijn van mening dat vrije wil een volkomen natuurlijk, wetenschappelijk respectabel
fenomeen is en deel uitmaakt van de gewone menselijke conditie. Ze zijn het er ook over eens dat de vrije
wil kan worden ondermijnd door verschillende soorten psychologische tekorten. Volgens deze opvatting is
fi .
.
.
:
.
.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fcleperu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.