100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Zeer uitgebreide samenvatting straf(proces)recht, met veel duidelijke voorbeelden en bijbehorende arresten. $6.96   Add to cart

Summary

Zeer uitgebreide samenvatting straf(proces)recht, met veel duidelijke voorbeelden en bijbehorende arresten.

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is zeer uitgebreid geschreven. Alle onderwerpen worden zorgvuldig behandeld. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van voorbeelden. Arresten worden duidelijk uitgelegd.

Preview 4 out of 63  pages

  • Yes
  • June 23, 2023
  • 63
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Officiële samenvatting strafrecht

Probleem 1
De opbouw van een strafbepaling.
In de meest volledige vorm bestaat een strafbepaling uit een:
o Delictsomschrijving: geeft aan welke ongewenste gedraging strafbaar is gesteld
o Kwalificatie-aanduiding: dit is de juridische naam voor het strafbaar gestelde.
o Sanctienorm/strafbedreiging: de maximumstraf die de rechter mag opleggen en
welke soort straf.

Voorbeeld met art 225 lid 1 Sr:
Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt
of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen
te doen gebruiken (DO), wordt als schuldig aan valsheid in geschrift (KA) gestraft, met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie(S).

let op: veel artikelen missen een kwalificatie-aanduiding of deze ligt besloten in de
delictsomschrijving.

Voorbeeld met art 300 lid 1 Sr
Mishandeling (DO en KA) wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of
geldboete van de vierde categorie(S).

Strafbepalingen in bijzonder strafrecht
In bijzondere wetten zijn strafbepalingen anders opgebouwd. De delictsomschrijving en de
strafbedreiging zijn vaak uit elkaar getrokken. Daarbij is de delictsomschrijving vaak
beschreven als een verbod i.p.v. een gedraging.

Voorbeeld hiervan is de Opium wet:
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid:
A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;

Dit artikel geeft een delictsomschrijving: er is beschreven welk gedrag strafbaar is. Er is
echter geen strafbedreiging opgenomen. De strafbedreiging van dit artikel is namelijk te
vinden in art. 10 lid 5 Opiumwet.

Opbouw van het strafbare feit in vier componenten:
Er moet worden voldaan aan vier voorwaarden om te kunnen spreken van een strafbaar
feit:
o Een menselijke gedraging (MG)
o Die binnen de grenzen van een delictsomschrijving valt (DO)
o Die wederrechtelijk is (W)
o En die aan schuld te wijten is (verwijtbaarheid) (V).

,Een menselijke gedraging (MG)
De eerste voorwaarde bestaat uit twee onderdelen.
o Alleen personen kunnen worden vervolgd en gestraft voor het plegen van een
strafbaar feit. Het gaat hier dus om een gedraging die verricht wordt door een mens.
(zowel natuurlijke als rechtspersonen)
o Daarnaast moet het gaan om een gedraging. Een persoon kan niet gestraft worden
voor het hebben van bepaalde gedachten. Pas wanneer iemand een gedachte geheel
of gedeeltelijk ten uitvoer brengt, is voldaan aan deze eerste voorwaarde.

De gedragingen zullen naar voren komen in de tenlastelegging van de OvJ. Indien de
tenlastegelegde feiten niet kunnen worden bewezen zal de verdachte worden
vrijgesproken. (art 352 lid 1 Sv)

De wettelijke delictsomschrijving
de tweede voorwaarde houdt in dat gedragingen pas strafbaar zijn wanneer zij terug te
vinden zijn in de wet. Het is natuurlijk niet mogelijk dat alle gedragingen exact terug te
vinden zijn in de wet. De wetgever heeft de gedragingen daarom veralgemeniseerd in de wet
omschreven. Dit brengt met zich mee dat er altijd een vertaalslag moet worden gemaakt en
dat het soms lastig is om te bepalen dat een bepaalde gedraging binnen de grenzen van de
DO valt.  voorbeeld arrest hierbij is
Belminuten Arrest: hierbij stond de vraag centraal of belminuten als ‘goed’ kon worden
aangemerkt. De feitelijke gedragingen moeten dus worden gekwalificeerd.

Indien er voor de bewezenverklaarde feiten geen passende delictsomschrijving kan
worden gevonden (kwalificatie zoals genoemd in art 350 Sv) wordt de verdachte
ontslagen van alle rechtsvervolging. Let op: indien de OvJ dus niet alle onderdelen van de
delictsomschrijving benoemd in de tenlastelegging, kan de rechter dit niet kwalificeren.

Wederrechtelijkheid (W)
Wordt geacht aanwezig te zijn net als V
Onder wederrechtelijkheid wordt verstaan: In strijd met het recht. Deze voorwaarde heeft
betrekking op de invulling van de delictsomschrijving. Er wordt hierbij enkel gekeken naar de
wederrechtelijkheid van de daad. Er wordt dus niet gekeken over de mate waarin deze
gedraging kan worden verweten aan de dader, dat is het terrein van schuld.
Er bestaat een grond om aan te nemen dat de gedraging niet wederrechtelijk is 
rechtvaardigingsgrond.

Voorbeeld:
Verdachte betrapt ‘s nachts een inbreker in zijn huis. De inbreker besluit verdachte in
wurggreep te nemen en roept daarbij meerdere malen ‘ik maak je dood’ verdachte graait
om zich heen en steekt de inbreker dood met een mes. Kan verdachte worden vervolgd voor
doodslag (art 287 Sr)? De gedraging van de verdachte voldoet aan de bestanddelen van de
delictsomschrijving. Hij stak namelijk de inbreker met een mes in het hart (menselijke
gedraging) en daarnaast valt deze gedraging binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving (namelijk doodslag art 287 Sr) hieruit valt af te leiden dat verdachte
doodslag heeft gepleegd, maar dit is echter niet voldoende voor strafbaarheid omdat er in
deze zaak geen sprake is van wederrechtelijkheid. Iedereen heeft volgens art 41 Sr

,(rechtvaardigingsgrond) het recht om zichzelf te verdedigen (noodweer)  hierdoor gebrek
aan wederrechtelijkheid en verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging (OVAR)

Schuld/Verwijtbaarheid (V)
Het laatste vereiste rust op het principe dat niemand gestraft mag worden zonder dat hij een
bepaalde mate van schuld heeft. Schuld moet in deze zin worden gelezen als
verwijtbaarheid. Er is sprake van verwijtbaarheid wanneer iemand redelijkerwijs een andere
optie had dan het overtreden van de wet.  iemand moet dus een gedragsalternatief
hebben.

Ook verwijtbaarheid wordt verondersteld aanwezig te zijn bij het vervullen van de
delictsomschrijving. Onder sommige omstandigheden bestaan er echter gronden om aan te
nemen dat het de verdachte niet valt te verwijten  Schulduitsluitingsgronden

Voorbeeld
Verdachte vuurt zonder enige aanwijsbare reden een kogel af op een vrouw. De vrouw
overlijdt onmiddellijk. Verdachte geeft bij verhoor aan dat stemmen in zijn hoofd hem
verplichtte tot het doden van de vrouw. Na psychisch onderzoek kan worden verondersteld
dat verdachte ontoerekeningsvatbaar was. Kan verdachte worden gestraft voor moord in de
zin van art 289 Sr? De gedraging van de verdachte voldoet aan de bestanddelen van de
delictsomschrijving. Hij heeft namelijk opzettelijk en met voorbedachte raad iemand van het
leven beroofd (Menselijke gedraging) de gedraging valt binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving (Moord) en daarnaast is deze gedraging wederrechtelijk.
Hieruit valt af te leiden dat verdachte een moord heeft gepleegd maar dit echter niet
voldoende voor strafbaarheid., omdat er in de zaak geen sprake is van verwijtbaarheid 
sprake van een geestelijke stoornis. De verdachte zal worden OVAR wegens gebrek aan
verwijtbaarheid Let op!  rechter heeft wel mogelijkheid om TBS op te leggen.

Let op: er is dus een verschil tussen vrijspraak en OVAR. OVAR betekent dat de rechter
besluit dat een verdachte niet kan worden veroordeelt ondanks dat het tenlastegelegde feit
wel is bewezen. De rechter heeft in dit geval we nog de mogelijkheid om tbs op te leggen.
Bij vrijspraak is het tenlastegelegde feit niet bewezen, waardoor er ook geen andere
maatregelen zoals tbs opgelegd kunnen worden

Extra toelichting met betrekking tot verwijtbaarheid als bestanddeel:
Bij verwijtbaarheid als voorwaarde is iemand pas strafbaar als diegene een verwijt valt te
maken.
De verwijtbaarheid als voorwaarde voor strafbaarheid moet aanwezig zijn als iemand een
wettelijke bepaling overtreedt.

Verwijtbaarheid IN DE WET heeft dus twee varianten:
1. Indien ‘opzet’ in de wet is opgenomen wordt er in de terminologie gesproken van
opzet
2. Indien ‘schuld’ in de wet is opgenomen, wordt er in de terminologie gesproken van
culpa.

, Opzet
Er moet altijd sprake zijn van een vorm van willen en weten. (bij culpa geen willen vereist
maar enkel weten, besef van gevaar)
Gradaties opzet:
 Volkomen opzet (nadruk op willen)
Hier is sprake van indien de dader willens en wetens handelt. De dader moet een
echte wil hebben om een bepaald gevolg teweeg te brengen
 Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn (nadruk op weten)
Indien de dader het gevolg niet heeft beoogd, maar het gevolg werd gezien als
noodzakelijk verbonden aan zijn gedraging. Een gevolg kan dus niet uitblijven
ondanks dit niet het primaire doel is van het handelen of nalaten van verdachte.
Vb. eigenaar schip: schip laten ontploffen om verzekeringsgeld te ontvangen bij deze
ontploffing zouden dan bemanningsleden ook dood gaan  geen directe opzet om
hun te doden maar wel nodig om het gevolg verzekeringsgeld te ontvangen
 Opzet. Met waarschijnlijkheidsbewustzijn
Indien het intreden van een gevolg normaal gesproken niet uit zal blijven. Men weet
dat het gevolg zeer waarschijnlijk zal intreden maar laat zich daardoor niet
afschrikken.
Vb: iemand probeerde te vluchten na kogels door deur te hebben geschoten. In zijn
vlucht kwam hij een agent tegen die hij doodschoot om niet te worden gepakt. Hij
had niet direct opzet met doden van politieagent maar was wel zeer waarschijnlijk
door te schieten op de agent.
Arrest Hoornse taart en Inrijden op agent lezen!
 Voorwaardelijk opzet
De verdachte heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat een bepaald gevolg
zal intreden. Man probeert te vluchten met hoge snelheid voor politiecontrole
hierdoor reed hij drie fietsers aan waarvan twee dood. Zijn opzet was niet gericht op
het doden van fietsers maar door zijn rijgedrag heeft hij wel de aanmerkelijke kans
aanvaard dat het verkeerd zou aflopen
 Boos opzet: verdachte heeft opzettelijk en wederrechtelijk gehandeld hij weet
dat zijn handelen in strijd is met de wet  in wet (opzettelijk wederrechtelijk)
 Kleurloos opzet: dader wist niet dat hij de wet overtrad of bedoelde de wet niet
te overtreden.  in wet (opzettelijk EN wederrechtelijk)


Uit het arrest Cicero werd duidelijk dat voorwaardelijk opzet aanwezig is wanneer willens en
wetens wordt gehandeld terwijl degene niet zeker wist of aan bepaalde voorwaarden is
voldaan. Cicero voerde een toneelstuk op zonder zeker te weten of aan bepaalde
auteursrechtelijke voorwaarden was voldaan. Het resultaat hiervan was het opzettelijk
overtreden van de auteurswet. Cicero had zich willens en wetens blootgesteld aan de niet te
verwaarlozen kans dat zij een inbreuk maakte op het auteursrecht van een ander

Uit het arrest Aanmerkelijke kans werd duidelijk dat voorwaardelijk opzet aanwezig is
wanneer iemand naar omstandigheden nader onderzoek dient te verrichten en dit nalaat.
Iemand die bij reizen koffers van een ander gebruikt waarmee hij vervolgens drugs over de
grens smokkelt, kan zich niet beroepen op het ontbreken van opzet nu er kan worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmacvantussenbroek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart