Hoorcollege 1: wet- en regelgeving jeugdhulpverlening h3 en 14
• Welke manier transformatie Jeugdzorg heeft geleid tot veranderingen in de
hulpverlening voor jeugdigen
• Huidige (zorg) wetten die van invloed zijn op het werk van de orthopedagoog
• Wat de gerelateerde beroepsverenigingen betekenen voor de orthopedagoog in
het werkveld
• Wat de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) betekent voor de orthopedagoog
in het werkveld
Hoorcollege 2: de sociale kaart
• Welke categorieën organisaties en instanties ondersteuning bieden aan
jeugdigen met problemen en hun gezinnen (sociale kaart)
• Beschrijft de samenhang tussen de wet- en regelgeving binnen de
jeugdhulpverlening en de inhoud van deze sociale kaart
• Beschrijft welke rol de (ortho)pedagoog heeft binnen de verschillende categorieën
jeugdhulporganisaties
Hoorcollege 3: jeugdigen met angststoornissen
• Beschrijft het verschil tussen angst die past bij de ontwikkeling en een
angststoornis
• Beschrijft de criteria van verschillende angststoornissen
• Beschrijft welke gevolgen angststoornissen kunnen hebben voor de ontwikkeling
van een jeugdige
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij hechtingsstoornissen en stemt
deze af met betrokkenen
Hoorcollege 4: jeugdigen met hechtingsproblemen en hechtingstoornissen
• Beschrijft het verschil tussen een hechtingsprobleem en een hechtingsstoornis.
• Beschrijft de criteria van de verschillende hechtingsstoornissen
• Beschrijft welke gevolgen hechtingsstoornissen kunnen hebben voor de
ontwikkeling van een jeugdige en het opvoedproces van ouders
• Beschrijft welke factoren ten grondslag kunnen liggen aan de ontwikkeling van
hechtingsprobleem of hechtingsstoornis
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij hechtingsstoornissen en stemt
deze af met betrokkenen
Hoorcollege 5: jeugdigen met slaapproblemen en slaap-waakstoornissen
• Beschrijft het verschil tussen een slaapprobleem en een slaap-waakstoornis
• Beschrijft de criteria van verschillende slaap-waakstoornissen
• Beschrijft welke gevolgen slaap-waakstoornissen kunnen hebben voor de
ontwikkeling van een jeugdige en het opvoedproces van ouders
• Beschrijft welke factoren ten grondslag kunnen liggen aan de ontwikkeling van
slaapproblemen of een slaap-waakstoornis
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij slaap-waakstoornissen en
stemt deze af met betrokkenen
,Hoorcollege 6: jeugdigen met autisme spectrum – stoornissen (ASS)
• Beschrijft de criteria van verschillende autismespectrum-stoornissen
• Beschrijft welke gevolgen autismespectrum-stoornissen kunnen hebben voor de
ontwikkeling van een jeugdige en het opvoedproces van ouders
• Beschrijft welke factoren ten grondslag kunnen liggen aan de ontwikkeling van
een autismespectrumstoornis
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij autismespectrum-stoornissen
en stemt deze af met betrokkenen
Hoorcollege 7: jeugdigen met ADHD
• Beschrijft de criteria van
een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD)
• Beschrijft welke gevolgen ADHD kan hebben voor de ontwikkeling van een
jeugdige en het opvoedproces van ouders
• Beschrijft welke factoren ten grondslag kunnen liggen aan de ontwikkeling van
ADHD
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij ADHD en stemt deze af met
betrokkenen
Hoorcollege 8: kinderen van ouders met psychiatrische problematiek en
kinderen van verslaafde ouders
• Legt uit wat er wordt bedoeld met de begrippen KOPP en KVO
• Beschrijft de mogelijke gevolgen voor de ontwikkeling van een kind wanneer deze
een ouder heeft met psychiatrische problematiek en/ of verslaving en de gevolgen
hiervan voor het opvoedproces van ouders
• Onderbouwt welke interventies ingezet worden bij KOPP en/of KVO-problematiek
en stemt deze af met betrokkenen
Hoorcollege 9: ouder zijn van een kind met een beperking
• Legt uit wat ouder zijn van een kind met een functiebeperking betekent voor het
ouderschap
• Beschrijft mogelijke invloeden van culturele achtergrond op ouderschap en
opvoeding
Hoorcollege 10: brusje zijn van een kind met een beperking
• Beschrijft wat broer of zus (brusje) zijn van een kind met een functiebeperking
betekent voor de ontwikkeling van het brusje
Hoorcollege 11: systeemgericht werken bij lichte problematiek
• Legt uit wat systeemgericht werken binnen de (ortho)pedagogiek betekent
• Beschrijft diverse actuele theorieën binnen het systeemgericht werken en de
consequenties hiervan voor het werk van de (ortho)pedagoog
,Hoorcollege 1: wet- en regelgeving jeugdhulpverlening
Transformatie:
De inhoudelijke verandering van de jeugdzorg
Transitie:
De overheveling van bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheden naar de
gemeente wat betreft de jeugdzorg
Gebeurde tegelijk, kost minder geld
WIJ WILLEN:
Betere toegang en regionale samenwerking in de zorg en meer luisteren naar
cliënten! (1974)
Betere verbinding met het onderwijs! (1984)
Versterking van de aansluiting van lokale, regionale en landelijke voorzieningen!
(1996)
Een sterkere eerstelijn! (1998, 2000)
Geméénten zijn verantwoordelijk voor onder meer toeleiding naar hulp, het bieden
van lichte pedagogische ondersteuning en coördinatie van zorg! (2007)
Integratie:
Normale leefomstandigheden moeten voor iedereen bereikbaar zijn
Inclusie:
Verfijning van integratie, normale leefomstandigheden zijn voor iedereen bereikbaar
Belangrijkste veranderingen wetgeving t.g.v. Transformatie/Transitie
Implementatie (invoeren) van:
• Jeugdwet
− Doel: effectievere, eenvoudiger en efficiëntere jeugdhulp
• Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
− Doel: mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen (Veilig thuis)
• Participatiewet
− Doel: zoveel mogelijk mensen laten participeren in de samenleving, ook met
beperking (WAJONG uitkering)
Oftewel: gemeenten verantwoordelijk voor mensen die niet op eigen kracht
zelfredzaam zijn
Jeugdwet uitgangspunten
1. Benutten en versterken eigen kracht -> aanpassing gesprekstechnieken
(oplossingsgericht) om mensen in hun eigen kracht te zetten
2. De-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren door versterken opvoedkundig
klimaat jeugdvoorzieningen -> snel binnenlopen bij CJG abnormale kleiner maken
3. Zo snel, dichtbij en effectief mogelijk hulp
4. Integrale hulp 1- gezin -1- plan -> in overeenstemming samenwerking met andere
hulpverlening werd veel intensiever
5. Meer ruimte voor professionals -> minder regels
, Kritische kanttekening Jeugdwet (1)
Toegang tot goede zorg
• Botsing fundamentele kinderrechten (Internationaal Verdrag inzake de Rechten
van het Kind)?
• Gemeente beslist over de soort en toekenning hulpverlening -> geld gaat meer
een rol spelen (andere belangen meespelen) i.p.v. belang van het kind
• Onttrekt de staat zich daarmee aan zijn verantwoordelijkheid want belang van het
kind staat niet goed centraal
• Toegang tot zorg en belang van het kind
Samenvatting Artikel 3 | Belang van het kind
Het belang van het kind staat voorop bij alle maatregelen die kinderen betreffen.
Wanneer de ouders van het kind of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn, hun
verplichtingen niet nakomen, voorziet de overheid het kind van de nodige
bescherming en zorg. De overheid waarborgt dat instellingen, diensten en
voorzieningen voor kinderen veilig zijn, dat er voldoende deskundige mensen werken
en dat er bevoegd toezicht op is.
Kritische kanttekening Jeugdwet (2)
Privacybescherming
• Botsing privacywetgeving (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens)?
• Cliënten hebben recht om alle gegevens bij een jeugdhulpverlening in te zien en
als die het er niet mee eens is mogen ze zelf een verklaring toevoegen aan het
dossier en zeggen dat ze het er niet mee eens zijn
• Doelbinding: het principe dat iemand (persoon of organisatie) alleen informatie
mag vragen, opslaan, gebruiken, delen ten behoeve van welbepaalde
uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Voorzichtig zijn met
informatie die je onderling met collega’s uitwisselt en opschrijft -> rekening
houden met privacy
Artikel 8: Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en
gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
− Worden cliënten voldoende op de hoogte gesteld van deze rechten?
− Botsing principe doelbinding en integrale aanpak? -> dilemma
1. Cliënten voldoende op de hoogte gesteld van:
- Recht om persoonsgegevens die instellingen over hem/haar heeft in te zien en
afschrift daarvan te ontvangen.
- Recht om eigen verklaring aan dossier toe te voegen (bijv wanneer hij/zij het
ergens niet mee eens is).
2. Het principe dat iemand (persoon of organisatie) alleen informatie mag
vragen, opslaan, gebruiken, delen ten behoeve van welbepaalde,
uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden, terwijl je
ondertussen wél met andere organisaties moet samenwerken die je ook volledige
informatie wilt geven, bijv bij vermoedens van kindermishandeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphbenitez01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.05. You're not tied to anything after your purchase.