DZ Landbouwhuisdieren
5. Konijnen
HUISVESTING
Huisvesting: tot recent batterijhuisvesting
Huisvesting nu: verrijkte kooien + groepshuisvesting verplicht vanaf 2016:
https://vilt.be/nl/nieuws/filter?search=konijn
Wet 29 juni 2014: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?
language=nl&la=N&cn=2014062928&table_name=wet)
Verrijkte kooien / verrijkte parken
Scharrelhuisvesting van voedsters en vleeskonijnen
A. MAAGDARMPROBLEMEN
kleine, niet actieve maag kan niet kneden
moet regelmatig eten moet altijd eten ter beschikking zijn! vezel!
gevoelig darmstelsel - snel uit balans
groot caecum = belangrijk voor microbiële fermentatie
caecotrofie = noodzakelijk
, maagdarmstelsel met groot caecum konijn doet aan caecotrofie
DIARREE ALGEMEEN
infectieus
verkeerde voeding
o moet vezelrijk
o niet koolhydraatrijk
o niet eiwitrijk
korrelvoeding: niet ideaal ( ≠ gewoon krachtvoer)
samenstelling typische konijnenvoeder:
o 1/3 luzerne- of grasmeel, 1/3 graanafval (zemelen) en nog 1/3 zonnepitschroot en
bietenpulp
INFECTIEUZE DIARREE
virussen: rota/corona = relatief onschuldig
bacteriën:
o E. coli = pathogeen
o Clostridia
parasieten: coccidiose
DIKKEBUIKENZIEKTE (mucoïede enteropathie)
na spenen – 1- 4 weken
sterk opgezette buik (gas en water)
gelatineuze fecale uitscheiding (soms diarree)
sterke dorst + uitgedroogd (ook caecuminhoud vaak ingedroogd)
gedaalde lichaamstemperatuur
hoge sterfte: 30 – 95% mucoïede faeces (gelatineus)
nog steeds niet gevonden wat de juiste oorzaak is – bacteriële verstoring is wel duidelijk
bij een konijn is geen oprisping van gas mogelijk:
alle gas moet via anus = langzaam en moeilijk
soms erge koliek, daardoor darmparese enz. enz. (vicieuze cirkel)
dikkebuikenziekte
5. Konijnen
HUISVESTING
Huisvesting: tot recent batterijhuisvesting
Huisvesting nu: verrijkte kooien + groepshuisvesting verplicht vanaf 2016:
https://vilt.be/nl/nieuws/filter?search=konijn
Wet 29 juni 2014: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?
language=nl&la=N&cn=2014062928&table_name=wet)
Verrijkte kooien / verrijkte parken
Scharrelhuisvesting van voedsters en vleeskonijnen
A. MAAGDARMPROBLEMEN
kleine, niet actieve maag kan niet kneden
moet regelmatig eten moet altijd eten ter beschikking zijn! vezel!
gevoelig darmstelsel - snel uit balans
groot caecum = belangrijk voor microbiële fermentatie
caecotrofie = noodzakelijk
, maagdarmstelsel met groot caecum konijn doet aan caecotrofie
DIARREE ALGEMEEN
infectieus
verkeerde voeding
o moet vezelrijk
o niet koolhydraatrijk
o niet eiwitrijk
korrelvoeding: niet ideaal ( ≠ gewoon krachtvoer)
samenstelling typische konijnenvoeder:
o 1/3 luzerne- of grasmeel, 1/3 graanafval (zemelen) en nog 1/3 zonnepitschroot en
bietenpulp
INFECTIEUZE DIARREE
virussen: rota/corona = relatief onschuldig
bacteriën:
o E. coli = pathogeen
o Clostridia
parasieten: coccidiose
DIKKEBUIKENZIEKTE (mucoïede enteropathie)
na spenen – 1- 4 weken
sterk opgezette buik (gas en water)
gelatineuze fecale uitscheiding (soms diarree)
sterke dorst + uitgedroogd (ook caecuminhoud vaak ingedroogd)
gedaalde lichaamstemperatuur
hoge sterfte: 30 – 95% mucoïede faeces (gelatineus)
nog steeds niet gevonden wat de juiste oorzaak is – bacteriële verstoring is wel duidelijk
bij een konijn is geen oprisping van gas mogelijk:
alle gas moet via anus = langzaam en moeilijk
soms erge koliek, daardoor darmparese enz. enz. (vicieuze cirkel)
dikkebuikenziekte