Zie inhoudsopgave van welke onderdelen zijn samengevat. Klinische pathologie hf. 6.1 en natuurwetenschappen zijn er niet in verwerkt, omdat die in de vorige deeltoets al voorkwamen en het in de vorige samenvatting is samengevat als subdoel.
Per leerdoel aantal vragen (toets III):
Leerdoel Vragen Welke week?
13. De student kan de oorzaak/ontstaanswijze, klinisch beeld, therapeutische 6 16
mogelijkheden en prognose beschrijven van nagelafwijkingen (plus anatomie
nagel).
14. De student herkent kenmerken van transseksualiteit, transgender en 8 16
geslachtsaanpassende operaties en kan de relatie leggen met
onthaarbehandelingen.
15. De student kan de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel beschrijven. 9 16
16. De student kan de ontstaanswijze en verschijnselen van TIA, CVA, ziekte van 6 16
Parkinson, parkinsonisme, dementie en neuralgie beschrijven.
17. De student kan bestanddelen van bloed benoemen en weet hoe het 12 18
afweersysteem werkt.
18. De student kan bacteriële en virale infecties herkennen en benoemen. 9 18
19. De student kan farmacologische begrippen benoemen en toepassen. 10 =60 18
Ttl: 105
❖ Semester 1: 3 deeltoetsen over de kennis van LU6 (1 eindcijfer, 10 studiepunten);
❖ Multiple choice: week 7 (30 vragen), 14 (45 vragen) 20 (105 vragen =180 vragen) en herkansing (90);
❖ 3 antwoordopties. Cesuur vastgesteld op 55% (+ gokkans);
❖ Eerste toets: 126 punten voor 5,5. Tweede toets: 63 punten voor 5,5. Elk toetsmoment herhaling van de vorige stof + nieuwe
stof.
❖ Na elk toetsmoment een inzagemoment (zie rooster en lesplanning voor data). Antwoorden niet vergeten mee te nemen.
Belangrijk:
De samenvatting is gemaakt op basis van de leer- en subdoelen. Daarom zijn sommige literatuur
en/of hoorcollege niet samengevat, zodat het niet dubbel staan. Het is voornamelijk bij elkaar
toegevoegd.
135
, LD 13: ” kan de oorzaak/ontstaanswijze, klinisch beeld, therapeutische mogelijkheden en prognose
beschrijven van nagelafwijkingen (+ anatomie nagel).” (week 14, 6 vragen).
Subdoel: De oorzaak/ontstaanswijze, symptomen en therapeutische mogelijkheden beschrijven van onychomycosen,
nagelafwijkingen bij psoriasis, horlogeglasnagels,
koilonychie, onychia punctata, leukonychia punctata, onychohypertrofie, unguis incarnatus, paronychia.
Dermatologie voor Huidtherapeuten:
1.2.4.2 Nagels
Nagels -> gekeratiniseerde producten; onderdeel nagelapparaat, waartoe proximale & laterale
nagelwallen, nagelbed & cuticula behoren. Het biedt bescherming aan vingers & tenen, maken
bij oppakken makkelijk en hebben functie bij jeuk. Nagel wordt aan zijkanten begrensd door
laterale nagelwallen & proximaal door proximale nagelwal (nagelwal = perionychium). Distaal
heeft de nagel een vrije rand. Huid onder vrije nagelrand= hyponychium. De groeisnelheid v/d
vingernagels: 1,9 tot 4,4 millimeter per maand (jonge gezonde volwassenen van 3,5
millimeter). Tenen 1,6 millimeter per maand. De grote teennagel groeit sneller dan andere
teennagels. Naarmate men ouder wordt gaan de nagels langzamer groeien.
22.2.3 (onychomycosen) en 22.2.4 (alleen behandeling onychomycosen)
Nr. 1 Onychomycosen
KB: Behandeling:
- Witgele verkleuring, later kan bruine/zwarte verkleuring optreden. Zonder medicatie:
Hyperkeratosis v/d nagel, onycholysis (nagelloslating). Predisponerende factoren worden opgeheven (langdurig
- Kan overgaan in dystrofische onychomycoses contact met water, zeep, hyperhidrose). Bij dermatomycose
- Beschadigde of langzaam groeiende nagels zijn extra gevoelig. slippers dragen bij vochtige ruimte.
Besmetting moet achterhaald worden (ook bij hun kinderen,
6 soorten onychomycosen: huisdieren etc.)
1. Distale/laterale subunguale onychomycose: begint in de hyponychium
(de huid onder de vrije nagelrand) of door laterale nagelwal en Met medicatie:
verspreidt zich van daaruit door de nagelplaat als gele/witte plekken of Lokale: Terbinafine, ciclopiroxolamine en de
lijnen naar proximaal. Kan later bruin/zwart worden, plaat wordt dikker imidazolderivaten: bifonazol, miconazol, ketoconazol,
en kan scheuren door hyperkeratose. . Onycholyse enige symptoom-> clotrimazol, en sulconazol. In crème, poeder, zalf of lotion.
later-> dystrofisch worden (soms alle 10 nagels).
2. Oppervlakkige witte onychomycose: witte plekken in het bovenste deel Orale: Terbinafine tablet en itraconazol capsule. Behandeling
v/d nagelplaat. Het poederachtige kan gemakkelijk worden duurt tussen 2/6 weken. Terbinafine is effectiever dan
afgeschraapt. itraconazol bij het geval van dermatofyten. Wanneer infectie
3. Proximale subunguale onychomycose: bij pt. met hiv-infectie. Vanuit de door gisten-> itraconazol betere keuze.
proximale nagelwal wordt de nagel zeer snel wit, maar geen verdikking.
4. Endonyx onychomycose: aan de vingernagels gelokaliseerd, vooral bij Overige behandelingen:
patiënten met tinea capitis. Putjes op nagelplaat en kleine nagellamellen - Aangetaste nagels zo kort mogelijk knippen
die gevolg zijn van nagelsplijting. - Naast orale therapie ook lokale behandeling.
5. Gemengd type onychomycose: combi van 2 soorten onychomycosen. - Chirurgische nagelverwijdering/extractie wordt
6. Totale dystrofische onychomycose: nagels geheel dystrofisch veranderd afgeraden.
door schimmelinfectie. - Fotodynamische therapie, waarbij schimmels
7. Secundaire onychomycose: schimmelinfectie in de nagels, bijv. door worden gedood. Vraagt wel veel tijd.
psoriasis, lichen planus of dystrofie door andere oorzaken. - Sommige onderzoekers-> CO2 laser, waarmee de
nagels vernietigd worden.
Oorzaak/ ontstaanswijze: Diagnose:
- Dermatofyten (schimmels) - Kalknagels: geel verkleurde, verdikte, brokkelige
- Ontstaat meestal uit schimmelinfectie v/d voet die doorgaat naar je en/of verdikte nagels.
nagel - Risicofactoren: diabetes mellitus,
- Prevalentie: 3% v/d populatie, loopt op met de leeftijd tot 40% bij pt. immunosuppressie en verminderde bloedcirculatie
ouder dan 75 jr. Bij kinderen -> komt incidenteel voor en meestal (nagels groeien dan langzamer) of beschadiging
afkomstig van een voet- en nagelinfectie v/d ouders. door slecht passende schoenen, afwijkende
voetstand of intensief sporten.
- KOH-preparaat.
- Microscopisch onderzoek met de PAS (Periodic
acid-Schiff).
136
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hdtinopleiding. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.78. You're not tied to anything after your purchase.