100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Dieren - ordening, functie en vorm $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Dieren - ordening, functie en vorm

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je de aantekeningen van de hoorcolleges en de samenvatting vanuit het boek en powerpoint.

Preview 3 out of 23  pages

  • June 23, 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Dieren – Diversiteit, vorm en functie

Les 1 – aantekeningen

Wat maakt een dier en wat maakt een plant? Je kan het zien aan de celopbouw (celwand),
voortbewegen. We gaan eerst naar wat is leven? = als het ademhaalt, voortplanten, uitscheiden,
waarnemen, voeden, groeien/ontwikkeling en bewegen. (Als vader uitgaat, wordt vader goed
bezopen).

Protisten = eencelligen, heeft kenmerken van zowel dieren en planten.

Hoe onderscheiden biologen het leven op aarde? Op basis van DNA, vroeger via de indeling van
Linaeus. Elk organisme heeft twee namen (geslachts (1), soort (2)).

Whittaker had een indeling met 4 rijken, daarna kwam er een 5 e rijk bij. Waarbij de eencelligen waren
onderverdeeld zijn in eukaryoot en prokaryoot. Maar hier zaten ook wat problemen aan.

Elke vertakking is een gemeenschappelijke voorouder.

Dus de nieuwe indeling (jaren 90) zijn gebaseerd op DNA, RNA. Nu zijn er dus drie domeinen:

1. Bacteriën
2. Eukaryoten, dieren en protisten
3. Archea

De eukaryoten bestaan uit vier supergroepen.

Holte en neteldieren zijn hetzelfde.

Heterotroof = wij kunnen niet ons eigen organisch materiaal maken. Wij moeten voedsel
binnenkrijgen.

Fylogenetische stamboom = mate van verwantschap.

Analogie vs homoloog. Homoloog = gemeenschappelijke voorouder. Analoog = geen
gemeenschappelijke voorouder, maar wel dezelfde functie.

Fyla = stam

Protisten zijn heel divers, maar er zijn gemeenschappelijke overeenkomsten.

Fotoautotroof = op basis van zonlicht organische materiaal maken. Je hebt ook chemo = op basis van
chemostraling. Mixotroof = beide, dus zonlicht en voedsel.

Endosymbiose theorie = prokaryoten met organellen is verder ontwikkeld met meerder organellen
(mito’s en bladgroenkorrels).

3 protisten:

1. Euglena
2. Pantoffeldiertje

Duidelijke voor en achterkant. Reageert op chemische prikkels.

3. Amoebe

Hij is flexibel van vorm en beweegt niet in een bepaalde richting. in de voedingsvacuole worden de
voedingsstoffen verteerd en opgenomen. Reageert traag op prikkels.

,Les 1 – Uitwerking

Algemeen

Kenmerken van iets wat leeft: (Als vader uitgaat, wordt vader goed bezopen)

 Ademhaling
 Voortplanting
 Uitscheiding
 Waarnemen
 Voeden
 Groeien/ontwikkeling
 Bewegen

Het leven wordt geordend in 3 domeinen gebaseerd op genen (DNA en RNA)

1. Bacteria
2. Archaea
3. Eukarya (dieren en protisten)
1. Excavata = eencelligen zonder mito
2. Plantae = planten
3. Chromalveolata = eencelligen
4. Unikonta = cellen met flagel + dieren

Organismen worden genoemd van domein tot geslacht. Voorbeeld = leeuwen
Domein = Eukarya Orde = Carnivora
Rijk = Animalia Familie = Felidae (katachtigen)
Stam = Chordata Geslacht = Panthera
Klasse = Mammalia

Via de fylogenetische stamboom wordt de afstammingsgescheidenis van een groep organismen
weergegeven. Hierbij zijn er dieren met een gemeenschappelijke voorouder = homoloog en dieren
met geen gemeenschappelijke voorouder, maar wel dezelfde functie = analoog.

Organismen voeden zich op verschillende manieren. Heterotroof = voedsel opnemen om organisch
materiaal te maken. Autotroof = zelf organisch materiaal maken (foto = op basis van zonlicht, chemo
= op basis van chemostraling, mixo = zonlicht + voedsel)

Het dierenrijk bestaat uit inverebrate = ongewervelde. 95% van de bekende soorten vallen onder
deze groep.

Protisten

Protisten = eencelligen eukaryoten met kern, ER, Golgi-apparaat, lysosomen (heeft soms
overeenkomstige kenmerken als planten en dieren). Ze zijn heel divers, maar hebben onderling ook
gemeenschappelijke overeenkomsten. Wij behandelen 8 protisten:

 Sponzen  Weekdieren
 Neteldieren (holte)  Geleedpotigen
 Platwormen  Stekelhuidigen
 Gelede wormen  Chordaten (vertebraten)

, Endosymbiose theorie

Volgens deze theorie waren de chloroplasten en mitochondriën ooit vrij levende eencellige
prokaryoten (organismen zonder celkern), die door fagocytose in een gastcel terecht zijn gekomen
en gezamenlijk in symbiose gingen voortleven. Na evolutie zijn de opgenomen prokaryoten
geëvolueerd tot de huidige bladgroenkorrels en mitochondriën. Dat verklaart waarom de
mitochondriën en chloroplasten twee membranen hebben en hun eigen DNA. Hierdoor is er een
grote variatie en diversiteit aan eukaryoten.

Onder de protisten leven de amoebe, pantoffeldiertjes en euglena, zie stamformulier.

Dieren = geen celwand. Behoren bij de eukaryoten (celkern).

Verschil tussen dieren en planten:

- Bladgroenkorrels
- Fotosynthese
- Vacuole
- Heterotroof vs Autrotroof
- Geen celwand vs Celwand
-

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kasjaclaess. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added