religie-filosofie-wetenschap
r-f verschil:
- vooronderstelling van God, uitgangspunt dat God/hemel/onsterfelijke ziel bestaat
- uitgaan van dogma’s(stelling die niet bewezen kan worden, maar desondanks geldt
als een onbetwistbaar uitgangspunt) en autoriteiten(traditie, openbaring, boeken,
bron van kennis die niet ter discussie staat) in religie, dat probeert een filosoof niet te
doen, traditie om andere filosofen kritisch te bekijken.
- antwoord zoeken bij God
r-f overeenkomst:
- nadenken over de werkelijkheid, boeken schrijven,
- geen verschil tussen filosofische vragen en religieuze vragen, ze lijken op elkaar,
allebei speculatieve antwoorden, allebei niet helemaal te beantwoorden door
zintuiglijke waarnemingen.
f-w verschil:
- wetenschap dingen bewijzen met zintuiglijke waarnemingen/empirisch, filosofen
maken gebruik van denken/redenering
- wetenschappelijk bevindingen zijn zeker, filosofische antwoorden zij speculatief, er
zijn meerdere antwoorden mogelijk
f-w: overeenkomst:
- vragen stellen,
- onderzoeken,
- beredeneren.
Ze overlappen elkaar.
je kunt als filosoof best religieus zijn.
Ontstaansgeschiedenis van filosofie
1. Filosofie ontstond ongeveer 6de eeuw voor Christus(klassieke oudheid) in
Griekenland(huidige Turkije)
Er waren mensen die niet meer de verhalen over de goden aannamen als
verklaringen voor gebeurtenissen in de werkelijkheid. Ze gingen vragen stellen.
2. Ontstaan van de filosofie gaat hand in hand met het ontstaan van wiskunde. De
eerste filosofen waren bijna allemaal wiskundigen.
De eerste wiskundigen hadden hele grote resultaten in hele korte tijd, de eerste
wiskundigen kwamen tot ontwijfelbare zekerheden.
Houvast in een onzekere wereld.
axioma’s: iets wat zichzelf bewijst, wiskundig inzicht.
Wiskunde is gebaseerd op een aantal stellingen waarvan iedereen gelijk weet dat ze
waar zijn.
Door logisch te redeneren in de wiskunde kon je nieuwe stellingen afleiden uit
ontwijfelbare stelling of theorieën
, Wiskundige beweringen kunnen elkaar niet tegenspreken, je weet dat je ergens fout
hebt geredeneerd. Wiskunde is formeel en zorgvuldig. De eerste filosofen pasten die
strenge, strikte manier van redeneren op de werkelijkheid. Alleen de werkelijkheid is
geen wiskunde. Absolute zekerheden in de werkelijkheid te vinden, net zoals die er
zijn in de wiskunde.
1. Stellingen moeten samenhangen
2. je hebt er alleen iets aan als er ook zoń wiskundig ding is in werkelijkheid.
1. Wat kenmerkt het ontstaan van de filosofie?
Dat er niet meer in mythes en goddelijke ingrepen wordt geloofd. Mensen nemen niet
meer genoegen met goddelijke verklaringen voor natuurlijke verschijnselen.
mythos -> logos
2. Waar zijn de natuurfilosofen naar op zoek?
Naar theorieën over de wereld die vatbaar zijn voor argumentatie.
- Het onveranderlijke, de werkelijkheid verandert altijd, maar is er niet een
onveranderlijk patroon? Wat is het onveranderlijke in een veranderlijke
werkelijkheid?
- Wat is de de oerstof?
3. Tot welk deelgebied van de filosofie behoort de belangrijkste vraag van de
natuurfilosofen?
De Metafysica
4. Geef een schematisch overzicht van de natuurfilosofen en hun antwoord op hun
hoofdvraag.
Thales: hij dacht arche water was
Anaximander: dacht dat arche een onzichtbare stof was die hij apeiron(het
onbepaalde) noemde.
Anaximenes: dacht dat lucht de oerstof van de werkelijkheid was
Pythagoras: De werkelijkheid kent een wiskundige structuur, dus met behulp van
wiskundige formules kun je de werkelijkheid doorgronden. Begon een eigen cult.
Heraclitus: dacht dat er een oerstof was, namelijk vuur
5. Wat is het verschil tussen het denken van Heraclitus en Parmenides? Hoe
beargumenteren zij hun visie?
Parmenides geloofde dat er geen verandering bestond en Heracltus wel. Heraclitus
zei dat niets hetzelfde bleef en Parmenides zei dat we worden bedrogen door onze
zintuigen, zintuiglijke veranderingen die we waarnemen bestaan niet.
6. Leg uit waarom het atomisme de inspiratiebron voor het materialisme kan zijn
geweest. Leg ook uit wat we verstaan onder ‘atomisme’ en onder ‘materialisme’.
Omdat het een speculatief antwoord is voor een vraag. En het antwoord kan nu
bewezen worden. Omdat atomisme wekt het idee op dat alles uit materie bestaat.
materialisme: iets wat bestaat uit materie: Materialist: iemand die gelooft dat de hele
werkelijkheid bestaat uit materie. (ook geest, bewustzijn, geen ziel, geen god)
Natuurfilosofen, presocraten (ze leefden voor Socrates, niet door zijn denken beïnvloed)
verklaren van natuurverschijnselen
vragen naar de aard van de werkelijkheid
wat is het onveranderlijke in het veranderlijke?
metafysische vragen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annasfcanessa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.