Dit document biedt een (beknopte, maar) duidelijke begrippenlijst van het vak Hedendaagse Sociologische Theorie van Prof Gert Verschraegen. Dit is geen uitgebreide samenvatting, maar is wel een begrippenlijst waar bijna alles in staat uitgelegd. Het examen voor dit vak is open boek, maar ik heb het...
Hedendaagse Sociologische
Theorie
INLEIDING
Theorie Logisch geordend geheel van uitspraken/denken over
sociale werkelijkheid.
Vertelt ons hoe we de werkelijkheid kunnen begrijpen,
maar werkelijkheid beïnvloedt ook hoe we erover denken.
Stuurt de waarnemingen en de interpretaties van de
waarnemingen, maar wordt zelf mee beïnvloed door
steeds veranderende maatsch omgeving
≠ weerspiegeling van de werkelijkheid
Functies van theorie 1) Heuristiek: om te weten wat sociologisch relevant is:
voorafgaand theoretisch begrip nodig, met ‘bril’ de
aandacht op bepaalde aspecten vd wlh richten, zonder
concepten geen orde; vb. wachtzaal
2) Kadering (framing): omschrijft een fenomeen in
specifieke theoretische termen en classificeert het in
een bredere groep en brengt andere fenomenen naar
achtergrond; belang van juiste kader, situaties vgl’en
3) Systematisering: poging om resultaten te ordenen en
interpreteren, vereist
Non-interaction as a social Geen vanzelfsprekendheid om met elkaar in interactie te
accomplishment – Goffman gaan; sociale orde/regels behouden; orde in de chaos
Crisisgedrag Uitbarsting van relatieve kwaadheid, frustraties of
verontwaardiging (vb. rellen)
Rationeel, instrumenteel Geweld als middel mobiliseren om bepaalde doelen te
gedrag bereiken
Aangeleerd gedrag Gesocialiseerd in (gewelds-)cultuur; altijd dezelfde groepen;
mannelijke idealen van dominant en gewelddadig gedrag
Strategieën om met racisme Confrontatie; management of the self; negeren; zichzelf
om te gaan bewijzen; isolatie/autonomie (eigen groep)
Totstandkoming theorie < inductie: veralgemenend, m! wanneer genoeg
observaties?
< deductie: assumpties
Relatieve zelfstandigheid Theorie kan niet zonder feiten, maar bepaalt tegelijk hoe
feiten geïnterpreteerd moeten worden
Kernvragen - Wat is (grondslag van) sociaal handelen? Rationeel ><
normatief >< situationeel (microsociologie)
- Hoe komt maatschappelijke orde tot stand? Individuele
handelingen >< sociale entiteiten (macrosociologie)
, DEEL 1: Interpretatieve handelingstheorieën
(Microsociologie)
Weber Interpretatieve/hermeneutische benadering vh sociale;
subjectieve betekenis (motieven, intenties) van handeling
ipv enkel observaties
- Sociologisch Term is niet meer dan een term; sociale verbanden als
nominalisme ‘sociale klasse’; om iets te begrijpen moet je teruggaan naar
subjectieve betekenissen
- 4 types sociaal handelen 1) Doelrationeel (efficiëntie)
(= ideaaltypes) 2) Waarderationeel (consequentie nastreving)
3) Traditioneel (gewoonten en gebruiken)
4) Affectief (impulsen en emoties)
= onderliggende motivatie/logica van het handelen
Chicago School Samenhang bestuderen tussen verschillende processen
- Vb. Thomas Theorema Interpretatie ve situatie bepaalt manier van handelen in die
situatie self-fulfilling prophecy: uitspraak/interpretatie
maakt zichzelf waar
Mead Interactief karakter van menselijk handelen, denken en
bewustzijn: is gevolg van interactie, continu proces van
actie-reactie = joint action; internalisatie v sociale situaties
- Spel >< game Spel: zz bekijken door ogen ve andere, rol ve andere
aannemen; taking the role of the other
Game: vastgestelde regels & verwachtingen; rekening
houden met positie v andere; taking the role of the
generalized other; voorafspiegeling vh echte leven
Symbolisch interactionisme (H. Blumer)
= handelen obv symbolische objecten, die betekenis hbb afh van situatie
Symbolen Iets dat verwijst naar iets anders
Symbolische interactie Gedrag moet geïnterpreteerd worden als symbool van iets
anders; wederzijdse interactie
3 veronderstellingen 1) Menselijk handelen < betekenis die uitspraken,
handelingen,… hebben
2) Betekenis < sociale interactie tussen mensen
3) Betekenis gebruikt en gewijzigd door interpretatie
Indicaties en interpretaties Focus op symbolisering en betekenisgeving binnen
situationele interacties: indicaties geven over
handelingslijnen en indicaties interpreteren indicatie –
interpretatie – indicatie; attitude afh v context: levenslang
socialisatieproces (A. Strauss)
4 contexten van bewustzijn Closed awareness; suspicious awareness; mutual pretense;
van de dood (Glaser & open awareness
Strauss)
Sociale orde ≠ gegeven, m! momentane uitkomst obv situatiegebonden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stienthomassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.