Test Bank for Psychometrics An Introduction, 4th Edition, Richard Michael Furr.
Psychometrics: An Introduction 4th Edition R. Michael Furr ISBN 9781071824085, 1071824082. All Chapters 1-14 (Complete Download). TEST BANK.
All for this textbook (7)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Testen en Meten (70110103DY)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
noavink1
Reviews received
Content preview
Samenvatting Testen en Meten
Week 1
Filmpje 1 de psychometrieleerlijn
Psychometrie: de wetenschap van het meten van menselijk eigenschappen zoals
- Kennis
- Vaardigheden
- Attitudes
- Persoonskenmerken
We meten eigenlijk altijd indirect:
- Bijv. met een vragenlijst
- Observeren
- Test: wiskundetoets.
Hoofdstuk 1
Psychologen ontwikkelen psychologische tests als een manier om het gedrag te bemonsteren
waarvan zij denken dat het de onderliggende psychologische eigenschap weerspiegelt.
Volgens Cronbach is een psychologische test: een systematische procedure voor het vergelijken van
het gedrag bij 2 of meer mensen.
Het bevat 3 belangrijke componenten:
1. Tests omvatten gedragsmonsters van een soort.
2. De gedragsmonsters moeten verzameld zijn op een systematische manier.
3. Het doel van de test is om het gedrag van 2 of meer mensen te vergelijken.
Testen kunnen op allerlei manieren gegeven worden:
- Kunnen verschillen van content
- Wat voor response ze uitlokken: open of gesloten vragen.
- Verschillend in hoe ze afgenomen worden: individueel of in een groep.
Tests met criteriumreferenties: vaak wanneer er gekeken wordt naar de vaardigheden van iemand.
Het moet ervoor zorgen dat mensen in 2 groepen ingedeeld worden:
1. Degenen van wie de prestaties het prestatiecriterium overschrijden.
2. En degene van wie dit niet het geval is.
Normreferenties: vaak om een persoon te vergelijken met andere.
Referentie steekproef: steekproef van mensen die de test compleet hadden gemaakt.
Een test met criteriumreferenties zijn eigenlijk altijd genormeerd.
Speeded tests: zijn tijd gelimiteerde tests.
- Je hoeft niet de hele test af te maken, het gaat meer om hoever je komt.
Power tests: zijn niet tijd gelimiteerd. Alle vragen moeten worden beantwoord.
Psychometrie is de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van de kenmerken van
psychologische tests. 3 zijn er in het bijzonder van belang:
1. Het type informatie dat verkregen wordt bij het gebruik van de psychologische tests.
2. De betrouwbaarheid van gegevens uit de psychologische tests.
3. Kwesties met betrekking tot de geldigheid van gegevens verkregen uit psychologische tests.
De psychometrie is gebouwd op 2 belangrijke fundamenten:
, 1. De praktijk van psychologisch testen en meten. De afgelopen jaren zijn we steeds beter
geworden in het afnemen van testen.
2. De ontwikkeling van bepaalde statistische concepten en procedures.
a. Galton: wordt gezien als de vinder van de moderne psychometrie.
b. Maar ook Spearman en Pearson hebben veel geholpen.
Er komen veel complicaties bij kijken die je meetinstrument kunnen beïnvloeden, of het moeilijker
maken om iets te meten, bijvoorbeeld
- De complexiteit van psychologie zoals intelligentie, angst of depressie.
o Het is dus belangrijk om goed samen te kunnen vatten waar er precies naar gekeken
moet worden willen we meten of iemand een depressie heeft.
- Reactiviteit van de deelnemer: mensen weten vaak dat ze getest worden, dit zou de
resultaten kunnen beïnvloeden.
o Ze willen erachter komen wat het doel is.
o Veranderen hun gedrag
- De mensen die de test afnemen kunnen ervoor zorgen dat de test minder betrouwbaar is
omdat ze hun eigen ideeën meenemen.
o Verwachtingseffect en bias wordt dit genoemd.
- Psychologen hebben de neiging om te vertrouwen op samengestelde scores bij het meten
van psychologische kenmerken.
- Scoregevoeligheid: vermogen om onderscheid te maken tussen betekenisvolle
hoeveelheden of eenheden van de dimensie die wordt gemeten.
o Bijvoorbeeld als je een vragenlijst hebt die niet alle informatie goed verzameld mis je
wellicht belangrijke dingen.
o Je moet altijd uitgebreid zijn zodat je alle informatie kan krijgen.
- Duidelijk gebrek aan bewustzijn van belangrijke psychometrische informatie.
Het vermogen om psychologische verschillen te identificeren en te karakteriseren vormt de kern van
alle psychologische metingen en vormt de basis van alle methoden die worden gebruikt om tests te
evalueren.
De basis van alle psychometrische informatie is het verschil in de uitkomsten van de individuele tests.
Een verkeerde interpretatie is dat psychometrie alleen relevant is voor psychologen die een bepaalde
reeks verschijnselen bestuderen ook wel individuele verschil variabele genoemd.
Kennisclips Hoofdstuk 1
Psychological measurement: kan geworven worden in veel verschillende manieren bijvoorbeeld
door een test.
- Bijv. om te kijken of een kind een depressie heeft. Hieruit zal blijken of het kind behandeling
krijgt of niet.
Kan een directe of indirect effect hebben op mensen.
In sociale studies zijn we geïnteresseerd in psychologische attributies: zoals angst of depressie.
- Je kan dit niet zomaar zien bij iemand daarom zijn het unobservable psycholical attributes.
Hoe meet je deze dan?
- Dit kunnen we doen door naar het gedrag te kijken waarvan we denken dat dit hoort bij bijv.
angst of een depressie.
Er zijn 3 belangrijke assumpties:
, 1. Het observeerbare gedrag moet de onobserveerbare psychologische attribute reflecteren.
2. De taak is gelinkt aan de unobservable psychological attribute
3. De unobservable psychological attribute moet wel bestaan.
Psychometric: is de wetenschap die gebruikt wordt voor het evalueren van kenmerken bij
psychologische tests.
Begon 2000-4000 jaar geleden in China.
Daarna pas weer in de 19e eeuw.
- Spearman, Pearson en Galton ontworpen belangrijke dingen die nog steeds relevant zijn.
- Standaarddeviatie, correlatie, normaal verdeling hebben zij bedacht.
Het vel van psychometrie kwam echt naar boven in 1930 en 1940 toen wisten meer mensen wat het
inhield.
Hoofdstuk 2
Psychologische metingen kunnen gezien worden als een proces waarbij getallen worden toegewezen
om de hoeveelheden psychologische attributen weer te geven.
Het event: is vaak het individuele gedrag.
De regels (rules): verwijzen vaak naar de schaal van het meetinstrument.
In psychologische metingen worden cijfers gebruikt om een individueel niveau van een
psychologische kenmerken weer te geven.
In sociaal onderzoek delen we mensen vaak in 2 groepen. Je hebt het wel of je hebt het niet. Deze
categorieën zijn gebaseerd op gelijken kenmerken. Bijv. blij of boos/ introvert of extravert.
- De personen binnen een categorie moeten identiek zijn met betrekking tot het kenmerk dat
door de categorie wordt weergegeven.
- Ook moeten de categorieën elkaar uitsluiten. Als iemand een gedragsprobleem heeft moet
het niet zo zijn dat hij ook geclassificeerd kan worden met dat die het niet heeft.
- Daarnaast moeten de categorieën volledig zijn.
Conclusie: iedereen kan dus in maar 1 categorie passen bij een test.
Hoewel de eigenschap van identiteit de meest fundamentele vorm van meting weerspiegelt, brengt
de eigenschap van orde meer informatie over.
De eigenschap van de hoeveelheid (kwantiteit). Geeft de grote verschillen weer tussen personen.
Het reflecteert real numbers.
Meeteenheden zijn gestandaardiseerde grootheden.
Real numbers: worden ook wel continue getallen genoemd, dit zijn getallen met een interval zoals
17,5 en 17,4. Hiermee kan je de hoeveelheid meten.
Er zijn 2 betekenissen die het nummer 0 heeft.
1. 0 betekent dat iets niet aanwezig is. Dit wordt ook wel een absolute 0 genoemd.
a. Als een lengte 0cm is is het er niet.
2. De tweede mogelijke betekenis van nul is om het te zien als een willekeurige grootheid van
een attribuut.
a. Ook wel relatieve of willekeurige 0.
b. Als hierbij de temperatuur 0 is, dan is het aan het vriezen, 0 heeft hier dus wel een
waarde wat het bij lengte niet heeft je kan namelijk niet 0cm zijn.
, 3. Soms is het lastig om het te interpreteren bijv. bij een spellingstoets. Iemand die een score
van 0 heeft, kan die het dan echt helemaal niet? Of nemen we hierbij een relatieve 0 score?
Willekeur maakt een onderscheid tussen verschillende soorten meetinstrumenten:
1. De grootte van de eenheid kan willekeurig zijn.
2. Sommige meeteenheden zijn niet gebonden aan één type object. Je kan met 1 meeteenheid
zoals gram, meerdere dingen meten.
3. Kan worden gebruikt om verschillende kenmerken van objecten te meten. Je kan met iets
bijvoorbeeld lengte meten maar je zou ook gewicht ermee kunnen meten.
Meeteenheden worden ook wel standaard genoemd.
De grootte van een eenheid verander niet, alle eenheden die worden geteld zijn vaak identiek.
Additiviteit: vereist dat de eenheidsgrootte constant blijft, een eenheidstoename moet op een
bepaald punt in het meetproces hetzelfde zijn als een eenheidstoename op een ander punt.
4 schalen van meten
Nominale schaal
- In een nominale schaal worden cijfers die de eigenschap van identiteit hebben, gebruikt om
waarnemingen te labelen waarin gedrag is gesorteerd in categorieën op basis van een
psychologisch attribuut.
- Man en vrouw.
Ordinale schaal
- Hebben de eigenschap van orde.
- Ordinale schalen produceren rangen waarin mensen worden geordend op basis van de
hoeveelheden van een attribuut dat ze bezitten.
- Mensen in een groep worden gerankt op hun atletische vermogen.
Interval schaal
- Eigenschap van kwantiteit.
- Hebben een willekeurige nul: de nul betekent iets.
- Zoals temperatuur.
- In intervalschalen is de grootte van de meeteenheid constant en additief, maar de schaal
staat geen multiplicatieve interpretaties toe.
Ratio schaal
- Hebben een absolute nul: de nul betekent niks.
- De nul is afwezig.
Filmpjes hoofdstuk 2
Scaling (schalen): de manier waarop numerieke waardes toegewezen zijn aan psychologische
kenmerken.
- Dit bepaalt de manier waarop een test geïnterpreteerd word.
De eigenschap van getallen:
- De eigenschap van identiteit, orde en kwantiteit.
Identiteit: de nummers geven alleen informatie of er een kenmerk wel of niet aanwezig is.
- 0 aan de gene zonder angst problemen, 1 aan de gene met.
Order: verstrekken informatie over de relatieve hoeveelheid van het kenmerk.
- Ze geven aan dat de 1 meer heeft dan de ander maar het is nog steeds niet nauwkeurig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noavink1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.