Samenvatting H5 Evolutie VWO 4 - Biologie Voor Jou 4B
14 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
4 vwo Biologie voor jou
Samenvatting Evolutie Vwo 4.
Complete samenvatting inclusief handige afbeeldingen, die jou helpen bij het leren van de stof. Belangrijke termen zijn dikgedrukt. Handig ter voorbereiding op jouw aankomende toets, of wellicht op het eindexamen.
Zie ook mijn overige samenvattingen van de Biolog...
Evolutie: de ontwikkeling waarbij de levensvormen op aarde in de loop van zeer lange tijd
zijn ontstaan en veranderd.
De oude Griekse beschaving
• De mens is gemaakt van hetzelfde materiaal als de kosmos en bestaat dus uit 4
elementen: water, lucht, vuur en aarde
• Generatio Spontanea: leven ontstaat spontaan op aarde.
- bedacht door Aristoteles, een bekende filosoof en natuuronderzoeker
• Galenus: bouwt verder op de theorieën van Aristoteles en zijn werken zijn
toonaangevend tot ver in de 17e eeuw als enige juiste bron van de wetenschap.
Denkbeelden over evolutie voor Darwin
• Twee eeuwen voor de komst van Darwins boek werd er al gespeculeerd over de
transformatie van soorten
• Er ontstaan nieuwe gedachten over het ontstaan van soorten.
- twee groepen zijn te onderscheiden: de fixisten (mensen die vasthielden aan
denkbeelden) en de transformisten
De eerste evolutietheorie
• De Fransman Jean de Lamarck (1744-1829) beschreef in zijn werk ‘Philosophie
Zoologique’:
- geleidelijke verandering van soorten (afstamming van soorten gaat oneindig door,
er zijn geen aftakkingen en er sterven geen soorten uit)
- erfenis van de vereiste karaktereigenschap. Evolutie vindt plaats door de wil van
een organisme
- voorbeeld: het was bekend dat giraffen in de loop van miljoenen jaren een steeds
langere nek hadden gekregen. Lamarck beweerde dat dit kwam doordat giraffen hun
nek voortdurend moesten strekken om van meer bladeren aan bomen te kunnen
eten. Door het voortdurende strekken, zou de nek tijdens het leven iets langer
worden. Elke generatie giraffen zou de grotere neklengte doorgeven aan de volgende
generatie.
- we weten nu dat de expressie van genen door milieufactoren kan worden gewijzigd
en dat deze wijziging zelfs kan worden overgeërfd
• Georges Cuvier (1762-1832) staat recht tegenover zijn tijdgenoot Lamarck. Hij stelt in
zijn catastrofetheorie:
- dierensoorten zijn uitgestorven door natuurrampen
- op iedere catastrofe volgde een nieuwe schepping
- zo ontstonden er verschillen in opeenvolgende dierensoorten
- bewijzen vond hij in fossielen
Evolutietheorie volgens Charles Darwin
• De eerste ideeën over evolutie ontstaan wanneer Darwin zijn Galápagosvinken wil
catalogiseren.
, • Charles Darwins boek (1802-1889): The origin of species in 1859 was de definitieve
doorbraak van de evolutietheorie.
- de belangrijkste stelling in dit boek is dat “soorten veranderen en dat ze ontstaan
uit andere soorten”
- het grote verschil tussen Darwins theorieën en andere evolutietheorieën is dat
Darwin bewijzen aanvoert voor zijn theorie. Dat is de reden waarom zijn theorie
uiteindelijk wel aanvaard werd en die van anderen niet
- zijn ideeën zijn naderhand verder uitgewerkt door onderzoekers, waarbij vooral
ontdekkingen in de genetica van belang zijn geweest.
- Neodarwinistische evolutietheorie / neodarwinisme : de grondgedachten van
Darwin in de huidige evolutietheorie
Bewijzen voor Darwins evolutietheorie
• Fossielen tonen reeksen op elkaar lijkende soorten die elkaar in tijd opvolgen
• Overeenkomsten in bouw bij verschillende soorten (homologie)
• Variatie in eigenschappen binnen een soort
• Organismen krijgen meer nakomelingen dan er volwassen worden. Het aantal
individuen in een populatie blijft vaak constant
De neodarwinistische evolutietheorie
• Survival of the fittest / natuurlijke selectie: de best aangepaste genotypen binnen
een soort hebben een grotere kans om te overleven. Deze “fittest” krijgen de meest
vruchtbare nakomelingen.
- Natuurlijke selectie is mogelijk doordat de organismen van een populatie als gevolg
van recombinatie en mutaties een grote genetische variatie of verscheidenheid in
genotypen hebben.
- Door deze natuurlijke selectie geven ouders gunstige eigenschappen door aan
nakomelingen
- Hierdoor blijft de eigenschap, die een betere aanpassing is aan de omgeving,
behouden en verandert de soort langzaam → soort is geëvolueerd
• “Struggle for life”: in de strijd om het bestaan sterven veel individuen. Hierdoor blijft
het aantal volwassenen binnen een populatie constant
• Reproductieve isolatie: wanneer uit één populatie twee verschillende soorten
ontstaan als er op een of andere manier een scheiding is opgetreden tussen twee
groepen van een populatie. Daarbij vindt gedurende lange tijd geen voortplanting
plaats tussen individuen van verschillende populaties.
- soortvorming ontstaat in 2 stappen
1. een deel van een populatie raakt geïsoleerd van soortgenoten door een barrière.
2. er ontstaan verschillen in uiterlijk en gedrag tussen de twee gescheiden
populaties. Deze verschillen worden zo groot dat zij elkaar uiteindelijk niet meer als
soortgenoten herkennen.
• Door het optreden van mutaties wordt de genetische variatie binnen een populatie
groter. De selectiedruk bepaalt wat er met de verschillende genotypen en fenotypen
in een populatie gebeurt. Door selectiedruk zullen de best aangepaste genotypen
overleven. Hoe lager de druk, hoe meer varianten blijven leven en hoe hoger, hoe
minder
, • Een populatie met een grote genetische diversiteit heeft een grotere kans om te
overleven wanneer de omstandigheden veranderen.
- adaptatie: het vermogen om te overleven
• Variatie in genotypes ontstaat door mutatie
Tegenover de evolutietheorie staat het creationisme. Creationisten zijn aanhangers van de
theorie van de schepping. Dit is gebaseerd op de uitleg van de Bijbel, Koran of Thora
- ze nemen religie als uitgangspunt
3. Evolutie van een soort
Soort: organismen die onderling voorplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voort
brengen behoren tot dezelfde soort
- de voortplanting moet onder natuurlijke omstandigheden plaatsvinden
- ook als slechts een deel van de nakomelingen onvruchtbaar is spreekt men van gescheiden
soorten. Muilezelmannen zijn steriel; paarden en ezels zijn dus verschillende soorten
- een soort bestaat uit één of meer populaties
Populatie: een groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en zich
onderling voortplanten.
- als de individuen in een populatie zich geslachtelijk voortplanten, vindt tussen deze
individuen uitwisseling van genen plaats.
- soms migreren organismen naar een andere populatie (natuurlijke barrière valt weg). Er
vindt dan vermenging plaats van genen van beide populaties
- de uitwisseling van genen van twee populaties van dezelfde soort wordt gene flow
genoemd
De meeste soorten bestaan uit zeer veel populaties. Een betere omschrijving van het begrip
‘soort’ is dan ook: de grootste verzameling van populaties waartussen een effectieve
uitwisseling van genen plaatsvindt of kan plaatsvinden
Genenpool: alle genen (verschillende allelen) binnen een populatie
- de omvang van de genenpool is een maat voor de genetische variatie in een populatie
- als op een bepaalde locus in een populatie maar één allel voorkomt, kan er geen natuurlijke
selectie plaatsvinden met betrekking tot dit allel
Geen selectiedruk → alle allelen worden op een willekeurige manier doorgegeven aan de
nakomelingen
- welke individuen (met welke genotypen) dan samen nakomelingen krijgen, is afhankelijk
van toeval
- bij de Nederlandse bevolking treedt vrijwel geen selectiedruk op: bij mensen speelt de
bloedgroep geen rol bij de partnerkeuze, daardoor bepaalt het toeval welke allelen voor de
bloedgroep worden doorgegeven aan de volgende generatie.
- Andere factoren kunnen wel de partnerkeuze beïnvloeden: huidskleur, lichaamslengte.
Welke allelen voor deze eigenschappen worden doorgegeven aan de volgende generatie,
wordt dan niet geheel door het toeval bepaald.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavandertoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.