Alle hoorcolleges en clips van het vak Persoonlijkheidsleer DY
14 views 0 purchase
Course
Persoonlijkheidsleer (70110162DY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Personality Psychology 2e ed
Alle hoorcolleges en clips worden uitgebreid beschreven in dit document. Alle onderzoeken en voorbeelden letterlijk meegeschreven.
- Hoorcollege 1 met clip: Inleiding persoonlijkheidsleer en het intrapsychische domein, clip: angst en afweermechanismen
- Hoorcollege 2 met clip: Het dispositionele...
Samenvatting Personality Psychology - Personality and individual differences (PSBE1-05)
Persoonlijkheidspsychologie
Complete summary of Personality Psychology
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Persoonlijkheidsleer (70110162DY)
All documents for this subject (26)
Seller
Follow
jodywiersma
Reviews received
Content preview
Clip Angst en afweermechanismen 05-06-2023
Freud
De theorie van Freud valt binnen het intrapsychische domein
Angst
Speelt een grote rol in de psychoanalytische theorie
• Reële angst – angst in de buitenwereld (bijvoorbeeld een hete kachel) → leidt vaak tot
vermijdingsgedrag
• Impulsen Id en eisen Superego: angsten die betrekking hebben op jouw binnenwereld
→ vermijdingsgedrag
Neurotische angst: controleverlies over impulsen Id → afkeuring, straf door anderen (als
je impulsen niet kan beheersen en sociale normen gaat overtreden)
Morele angst: schuld en schaamte → afkeuring door eigen geweten (je bent bang dat het
niet lukt om eerst aan de wensen van anderen te denken, voordat je aan de wensen van
jezelf denkt. Terwijl je wel vindt dat dat zou moeten. Het gaat hierbij om angst om je
eigen normen te overtreden.
Als mensen een te grote mate van innerlijke angst ervaren, dan gebruikt het ego
vervormingstechnieken om die angst te verminderen. Die vervormingstechnieken worden
afweermechanismen genoemd.
Afweermechanismen
Verminderen angst door vervormen werkelijkheid (manieren om de werkelijkheid anders te
zien, waardoor de angst wordt afgeweerd).
→ grotendeels ontwikkeld door Anna Freud, psychoanalytica (dochter van Sigmund Freud).
Afweermechanisme waarmee de werkelijkheid in sterke mate wordt vervormd en emotie of
impulsiviteit de overhand hebben worden als minder gezond en onvolwassen beschouwd.
Kinderen gebruiken nog onvolwassen afweermechanismen. Bij een gezonde
persoonlijkheidsontwikkeling gebruikt een persoon steeds meer volwassen
afweermechanismen.
Onvolwassen of primitief afweermechanisme:
Ontkenning: realiteit niet erkennen (onbewust proces, dit is niet opzettelijk zoals bij liegen).
→ Iemand met een alcoholverslaving ontkent dat hij/zij probleem heeft, terwijl hij de hele dag
bezig is met drank halen en flessen wegbrengen ziet hij niet in dat hij een probleem heeft.
→ Delinquenten die al veroordeeld zijn, ontkennen vaak dat ze de misdaad hebben gepleegd.
→ gevoel van eenzaamheid kan ook ontkenning zijn. Het is niet opzettelijk dat iemand de
waarheid verdraait. De angst om het onder ogen te zien, kan niet verdragen worden.
Projectie: eigen fouten/gevoelens aan anderen toeschrijven
→ dit gebeurt, omdat er angst wordt ervaren over die fouten/gevoelens
→ als je iemand niet aardig vindt, je de ander ervan beschuldigt dat hij/zij jou niet mag.
Ontkenning en projecties zijn afweermechanismen om de werkelijkheid zeer te verdraaien. De
noodzaak om de werkelijkheid sterk te verdraaien is aanwezig als er sprake is van een grote
mate van angst of als een persoon weinig angst kan verdragen. Dit kan als de kinderlijke
ontwikkeling niet optimaal is verlopen.
1
,Neurotische afweermechanismen
Repressie: ongewenste gedachten/gevoelens onderdrukken (onbewust maken): onbewust en
niet opzettelijk
→ herinneringen, gedachten of emoties worden naar het onderbewuste verdrongen. Vaak
blijft 1 van die aspecten (bijv herinnering) wel bewust.
→ vergeten van herinneringen aan ingrijpende gebeurtenissen zoals seksueel misbruik
Verschuiving: frustratie, gevoelens afreageren op anderen
→ je durft je gevoelens niet te uiten naar de persoon om wie het draait. Bijvoorbeeld als je
boos bent op je baas en dit niet durft te laten merken, omdat je bang bent om ontslagen te
worden. Je reageert je frustratie dan bijv af op je vriend, dat minder bedreigend is.
Regressie: gedrag vertonen eerder ontwikkelingsstadium waarin je minder
verantwoordelijkheid had en je niet angstig voelde.
→ met de deur slaan en stampend naar boven lopen
→ in je bed gaan liggen huilen, roken, zeuren, zindelijkheid verliezen, veel stripboeken gaan
lezen etc.
Rationalisatie: gebruik onjuiste, maar logische verklaringen voor fouten/zwaktes
→ de redenering dat je het goed praat dat je hebt gestolen bij een grote winkelketen, omdat ze
toch genoeg geld verdienen.
Reactieformatie: onacceptabele impuls vervangen door tegenovergestelde
→ dat iemand die zelf homoseksuele gevoelens heeft, zich heel sterk uitspreekt tegen
homoseksualiteit
Intellectualisatie: emotioneel onderwerp op kille, klinische rationele manier benaderen.
→ als iemand erachter komt dat z’n partner ernstig ziek is, dat hij alle informatie over die
ziekte gaat opzoeken en het alleen maar daar over wil hebben in plaats van wat de ziekte van
z’n partner met hem persoonlijk doet.
Identificatie: zwaktes verbergen door imitatie rolmodel
→ iemand gaat een popidool imiteren om zichzelf beter te voelen
→ Stockholm syndroom: waarbij de gijzelaar dus degene die gegijzeld is, zich gaat
identificeren met de gijzelnemers.
Gezonde afweermechanismen
Bewust en opzettelijk toegepast, vindt weinig vervorming van de werkelijkheid plaats. Bij
gezonde afweer, wordt de realiteit niet plezierig gevonden maar in principe wel geaccepteerd
of vertraagd. Deze worden gebruikt om vervelende gevoelens te verminderen.
Sublimatie: impuls ombuigen naar acceptabele uitingsvorm
→ dat iemand kwaad is, omdat hij de baan niet heeft gekregen waarop hij had gesolliciteerd,
hij een rondje gaat hardlopen om van zijn kwaadheid af te komen.
Afleiding: tijdelijk afleiding zoeken
→ met opzet even ergens anders aan denken, waardoor hij/zij zich beter voelt. Bijvoorbeeld
dat je afleiding zoekt, voordat je de uitslag van een gezondheidsonderzoek krijgt.
2
,Humor: niet veel vervorming, wel ontlading spanning
Evidentie repressie (Wijnberger en collega’s)
Verdringen van gedachten, herinneringen of emoties naar het onderbewuste. Mensen die vaak
repressie gebruiken, verdringen gedachten die angst opwekken, zoals gedachten aan gemaakte
fouten of minder positieve eigenschappen. Mensen die vaak het afweermechanisme repressie
gebruiken, geven ook veelvoorkomende fouten of imperfecties niet toe, want die roepen angst
op.
→ voorbeelden van veelvoorkomende imperfecties zijn: wel eens geen zin hebben in bezoek
of roddelen. Het niet toegeven van dit soort imperfecties wordt defensiviteit genoemd.
Mensen die repressie vaak toepassen, rapporteren weinig imperfecties. Deze worden
verdrongen. Daarvan rapporteren ze ook weinig angst. (angst en defensiviteit:
veelvoorkomende fouten/imperfecties)
Wijnberger en collega’s hebben onderzocht of ze zo’n groep mensen die weinig angst
rapporteerden en hoog defensief was konden identificeren. Ze hebben daarvoor een
angstvragenlijst en defensiviteitsvragenlijst afgenomen bij grote groep mensen. Ze konden
daarbij een groep selecteren die laag scoorden op angst en hoog op defensiviteit. Dit waren
mensen die veelvoorkomende imperfecties niet toegaven en ook rapporteerden weinig angst te
ervaren.
Er lijken niet veel mensen te zijn die hoog
defensief zijn en ook hoog angstig.
Bij deze groep mensen hebben ze een
stressvolle taak afgenomen en gevraagd hoe
angstig ze waren tijdens de taak. Het bleek dat
de groep repressors gekenmerkt werd:
• Zelfrapportage angst: laag
• Fysiologische angstreactie: hoog
Vanwege deze discrepantie tussen
zelfgerapporteerde angst en lichamelijke angst,
kwam er empirische ondersteuning dat
repressie bestaat.
Wijnberger en collega’s hebben deze groep mensen verder onderzocht. Ze hebben gevraagd
of ze hun jeugdherinneringen wilden rapporteren. Ze verwachten dat de repressors minder
negatieve herinneringen zouden rapporteren, omdat ze deze immers zouden hebben
verdrongen. Uit de resultaten kwam naar voren:
• Minder negatieve en positieve herinneringen
• Herinneringen hadden betrekking op oudere leeftijd dan de herinneringen van de
andere subgroepen die onderzocht werden.
Hierdoor konden de onderzoekers wel concluderen dat repressors anders zijn dan niet
repressors, maar werd nog niet heel duidelijk dat ze alleen negatieve ervaringen
onderdrukken.
Omdat verschillen in jeugdherinneringen ook door andere factoren veroorzaakt kunnen
worden, hebben andere onderzoekers het selectieve geheugen verder onderzocht.
Evidentie repressie (Kadler en collega’s)
3
, Repressors:
- Slechter geheugen negatieve herinneringen?
- Ervaren minder emotie tijdens gebeurtenis?
Zij identificeerden eerst weer een groep repressors en vergeleken deze met de groep laag en
hoog angstigen die beide niet defensief waren. Vervolgens vroegen ze de deelnemers om een
maand lang een dagboek bij te houden en de intensiteit van de ervaren emoties te rapporteren.
Na afloop werd gevraagd, hoe ze zich hadden gevoeld de afgelopen maand. Het bleek dat de
groep repressors zich dat even goed konden herinneren dan de andere groepen.
Na afloop:
• Repressors: geheugen nagenoeg even goed als anderen
• Repressors: minder vaak negatieve emoties hadden gerapporteerd en minder extreme
negatieve emoties
Op basis daarvan concludeerden Kadler en collega’s dat de negatieve emoties uit het
bewustzijn worden gehouden tijdens de opslag van gebeurtenissen in het geheugen en dat
repressie niet betekent dat de negatieve gebeurtenissen wel zijn opgeslagen, maar niet meer
worden herinnerd.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jodywiersma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.