100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Verdieping Vennootschapsbelasting - Master Fiscaal Recht $8.04   Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen Verdieping Vennootschapsbelasting - Master Fiscaal Recht

2 reviews
 173 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

HC aantekeningen van alle colleges. Eindcijfer auteur: 8,0 (incl. credit). Incl. jurisprudentie uiteenzetting.

Preview 5 out of 60  pages

  • February 10, 2017
  • 60
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • Alle colleges

2  reviews

review-writer-avatar

By: anitabahadoersing-jagessar • 6 year ago

review-writer-avatar

By: habbocodes • 7 year ago

avatar-seller
Verdieping Vennootschapsbelasting

Hoorcollege 1.
Financiering met eigen vermogen

Ruling tussen Belastingdienst en Starbucks, wellicht verboden staatssteun in het licht van
Europees Recht? Verwijt werd dat ze iets immoreels deden, niet illegaal. Overheid wilde dat
Starbucks meer belasting ging betalen.

In dit vak wordt op een aantal onderwerpen van het vak Vennootschapsbelasting dieper
ingegaan. Onderwerpen die je vorig jaar hebt gehad kunnen dus buiten beschouwing
worden gelaten. Dit jaar worden de volgen onderwerpen behandeld: 1) financiering met EV
2) financiering met VV 3) fusies en interne reorganisaties 4) renteaftrekbeperkingen
5) verliesverrekening 6) bijzondere regimes 7) rulings c.q. belastingafspraken

Creditregeling: 0,5 punten verhoging tentamencijfer. Vereisten: WG maken, uploaden en
bijwonen.

Belang onderscheid EV en VV
Iemand die met VV financiert, krijgt sneller zijn geld terug dan iemand die iets met EV
financiert. Het onderscheid is van minder belang binnen groepsmaatschappijen. Tussen een
moeder en dochter is de terugbetaling van vermogen minder streng geregeld dan tussen een
onderneming en een derde.

Als een dochter EV krijgt, dan zijn alle lotgevallen van het EV niet van invloed op de winst.
Het EV speelt zich af in de kapitaalsfeer van de vennootschap. Lotgevallen van een VV die
een dochter verkrijgt spelen zich af in de ondernemingssfeer van de vennootschap.

Bij de crediteur is er bij terbeschikkingstelling van EV vaak sprake van de
deelnemingsvrijstelling. Als je als moeder aan dochter VV verstrekt geldt de
deelnemingsvrijstelling niet en vinden lotgevallen van het VV in de belaste
ondernemingssfeer plaats.

Als je EV ter beschikking stelt: geen belasting, geen aftrek
Als je VV ter beschikking stelt: wel belasting, wel aftrek
Onderscheid is van belang in grensoverschrijdende gevallen: als je geld, VV geeft aan een
dochter in een land met een hoge belastingdruk, is het betalen van rente voordelig voor de
dochter omdat haar winst wordt gedrukt. In binnenlandse situaties is het voordelig indien
een onderneming verliezen leidt.

,Soorten EV:
- gestort kapitaal
- winstreserves

Voor de heffing van VPB is dit onderscheid niet van belang. Dit onderscheid is van belang
voor de heffing van dividendbelasting. Als er winst wordt uitgekeerd wordt er immers
dividendbelasting geheven.

Wat behoort tot het EV, de kapitaalsfeer?
- gewone aandelen - preferente aandelen
- schijnleningen - deelnemerschapsleningen
- bodemloze-putleningen - winstbewijzen
- warrant- of optieverplichting

Invloed financiering op waarde financiering
Kun je waarde toevoegen aan je onderneming door te kiezen voor een bepaalde wijze van
financiering. Waarde van een onderneming is niets anders dan de waarde van de kasstroom
van de onderneming. Waarde van de onderneming wordt niet beïnvloed door
financieringsvorm. Het maakt niet uit van je VV of EV gebruikt. Hierbij gelden wel twee
veronderstellingen: 1) perfecte markt (zowel VV als EV moet beschikbaar zijn) en 2) er mag
geen belasting zijn. Dan is er we in verschil in de financieringsvorm die je kiest.

Stel je hebt een vennootschap die geen VV heeft. Ze maken een omzet van 1000. Er zijn geen
rentelasten, want geen VV. Na betaling van VPB houdt dit bedrijf 750 over. Stel dat voor dit
type onderneming de waarde van de onderneming 10 x de winst bedraagt, in casu 10 x
750.000.

Stel je hebt een vennootschap die voor een deel met VV is gefinancierd. 2.000 VV waarover
een rente van 10% wordt berekend. De rente is 200, dus de winst voor VPB is 800. De winst
na VPB is 600. Voor de kapitaalverschaffers is beschikbaar 600 en voor vreemd
vermogenverschaffers 800. Want ze ontvangen rente en de winst na VPB is 600. Het bedrijf
is dan 10 x 600 (voor eigen vermogen verschaffers) en respectievelijk 10 x 800 waard (voor
vreemd vermogenverschaffers). Het is dus voordeliger om te financieren met VV.

Om discriminatie van het EV t.o.v. het VV te beperken hebben landen allerlei regelingen
ingevoerd: 1) renteaftrekbeperkingen 2) defiscalisering van rente (= rente niet langer
aftrekbaar beschouwen) en 3) vermogensaftrek (= vergoeding voor EV wel in aftrek laten,
net zoals dat rente momenteel aftrekbaar is)

Nederland heeft gekozen om het onderscheid tussen EV en VV te voorkomen d.m.v.
renteaftrekbeperkingen.

,Fiscale kwalificatie financieringsvermogen: De HR heeft in BNB 1988/217 gezegd dat de
civielrechtelijke vorm waarin verstrekking heeft plaatsgevonden beslissend is, maar er wel
uitzonderingen zijn. Belangrijk is om te kijken of er een terugbetalingsverplichting is
opgenomen. Wel terugbetalen? VV, Niet terugbetalen? EV. In de uitzonderingen die de HR
heeft aangebracht is de terugbetalingsverplichting op de achtergrond geraakt. Hij is er nog
wel, maar niet meer relevant.

Je kunt iets civiel zien als EV maar fiscaal als VV, maar ook civiel als VV en fiscaal als EB.

HR BNB 1988/217 (Unileverarrest) is kernarrest om te bepalen of iets EV is of VV! Als we iets
gaan kwalificeren voor fiscale doeleinden, dan is in beginsel de civielrechtelijke vorm
beslissend, tenzij er sprake is van a) schijn/wezen b) bodemloze putvordering c)
deelnemerschapslening. De HR acht deze opsomming limitatief. HR: als inspecteur rente
niet wil aftrekken, dan moet inspecteur ook bewijzen dat er sprake is van EV!

- Schijnlening (BNB 1954/357) =iets presenteren als VV maar werkelijke afspraak is dat het
EV is, dan behandelen we het ook als EV. Geen intentie om terug te betalen? Dan is het geld
definitief verdwenen uit de onderneming en is er sprake van EV!

- Bodemloze putlening, ook wel verliesfinanciering genoemd = stel er is een
dochtermaatschappij die op het punt staat om failliet te gaan en moedermaatschappij
besluit om dochtermaatschappij te redden: moeder kan dit doen door EV in dochter te
storten, dan niets aan de hand. Maar moeder kan ook lening verschaffen aan dochter, maar
op dat moment weet je als moeder dat je die lening hoogstwaarschijnlijk niet (gedeeltelijk)
meer terug zal krijgen. Dan is het EV en is de rente op die lening niet aftrekbaar! Als de
moedermaatschappij een bodemloze putlening verschaft aan dochter, dan verhoogt dit de
deelneming in de dochter, omdat het als EV wordt gezien. Een voordeel hiervan is dat bij
liquidatie de waarde van de dochter hoger is en er een groter liquidatieverlies kan worden
genomen.

- Deelnemerschapsleningen: lening die civielrechtelijk een lening is, maar fiscaal kenmerken
heeft van EV dat we het ook zo gaan behandelen. Kenmerken voor een
deelnemerschapsleningen gegeven in BNB 1998/208, 2006/82 en 2006/83: Schuldeiser
heeft in zekere mate een deel in onderneming schuldenaar, kenmerken (cumulatief): 1)
vergoeding winstafhankelijk (voldaan indien RENTE voor 7/8 deel afhankelijk van winst, niet
de uitbetaling! Als je alleen uitkeert indien je winst maakt dan voldoe je niet aan deze
voorwaarde, dan is alleen de uitbetaling winst afhankelijk en niet de rente!) 2) achtergesteld
3) looptijd van >50 en slechts opeisbaar bij faillissement, surseance of, liquidatie.

Schijnlening en bodemloze putlening hebben te maken met de omstandigheden van de
dochter. Bij deelnemerschapslening gaat het meer om de voorwaarden van de lening!

,Gevolgen deelnemerschapslening van art. 10 lid 1 sub d, 13 lid 5 VPB:
- bij debitrice: vergoeding en waardemutaties van de lening kunnen buiten de V & W blijven.
- bij creditrice: meetrekregeling voor creditrice -> indien deelneming in debitrice ook
deelnemingsvrijstelling voor hybride geldlening: vergoeding en waarde mutaties van lening
buiten V&W indien 1) debiteur verbonden lichaam is en 2) verbonden lichaam heeft
deelneming in debiteur (zustermaatschappijen)

Voorbeeld meeslepen van een deelnemerschapslening
Moeder heeft een belang van 95% in dochter. Moeder en Dochter zitten in een FE en
dochter kan daardoor verliezen van moeder verrekenen. 5% van de aandelen zijn in bezit
van de Bank. De Bank leent aan de dochter geen geld uit, maar verstrekt een
deelnemerschapslening in de zin van art. 10 lid 1 sub d Wet VPB. De lening bedraagt 1
miljard euro. De VERGOEDING die de bank krijgt is winstafhankelijk. Dochter heeft echter
het geld gestald op een rekening bij dezelfde Bank waarvoor de dochter een rente van 6%
krijgt. Zij betaalt aan de bank 5% rente. De vergoeding die de bank krijgt valt onder de DNV
en is dus onbelast. De 6% rente die de bank aan de dochter geeft is aftrekbaar. De bank
wordt hier in twee opzichten beter van: belaste aftrekpost van 6% (rentebetaling aan
dochter) en onbelaste inkomen. De FE leidt verlies en geniet ze de 6% rente-inkomsten op
haar rekening dus onbelast!

Bank: Fiscale Eenheid
opbrengst +5 opbrengst 6
kosten -6 lasten -5
(25% VPB van 6) -6 - 1,5 = -4,5 saldo 1
saldo 0,5

Voorbeeld grensoverschrijdende deelnemerschapslening
Moeder verschaft deelnemerschapslening aan dochter in het buitenland. In NL hebben we
herkwalificering van VV. In deze situatie kan het zo zijn dat dochter in buitenland de ‘’rente’’
betaalt aan de moeder in NL aftrekbaar is en in NL de ontvangen ‘’rente’’ niet belast is
omdat NL de lening kwalificeert als een deelnemerschapslening en dus als EV. Om dit te
bestrijden is voorgesteld om de MD richtlijn aan te passen -> oplossing is geen vrijstelling
voor inkomende rente indien de rente betaalt door dochter in buitenland aftrekbaar is!

HR BNB 2014/80:
NL vennootschap die een andere vennootschap kocht. Die leende daarvoor geld bij de bank.
De rente was aftrekbaar, want in beginsel VV. Vennootschap had er niet veel aan, omdat er
sprake was van een deelneming die is vrijgesteld. De vennootschap had niets aan de
renteaftrek. Fiscaal was het dus niet erg handig op deze manier te financieren. De bank
dacht: ik heb jou geld geleend, maar dit zetten we om in preferente aandelen. Je betaalde
5% rente, maar vanaf nu 4% preferente aandelen betalen. Bank wordt er ook beter van:

, eerst over 5% rente-inkomsten belasting betalen, maar over aandelen niet. Inspecteur: er is
vermogen verschaft met het oog op ontwijken belasting. Ik wil dat het EV herkwalificeerd
wordt naar VV. De HR liet dit niet toe. Herkwalificering van EV naar VV kan alleen in
uitzonderlijke gevallen!

NL Moeder met Dochter in Australië. Vergoeding op preferente aandelen in Australië
aftrekbaar! Wat gebeurt er met de vergoeding in NL? Heeft moedermaatschappij EV
verschaft of VV? HR: je moet naar NL recht uitleggen of er EV of VV is verstrekt. Afkoop van
de aandelen kon alleen plaatsvinden indien er voldoende geld was in de
dochtervennootschap. HR er is sprake van EV. De HR maakt van de EV geen VV dus!!!! Eigen
vermogen kan niet worden geherkwalificeerd als VV! Van VV wordt soms wel EV gemaakt.

Onzakelijke lening komt volgende week, maar belangrijk is te realiseren dat dit VV is en
blijft.

Belonen met (rechten op) eigen aandelen
Je kunt zowel eigen werknemers als kapitaalverschaffers met eigen aandelen belonen.

Aandelen als arbeidsbeloning
Dit doen bedrijven om het agency probleem op te lossen. Bestuurders van een
vennootschap kunnen andere belangen hebben de buitenstaande aandeelhouders.
Bestuurders denken aan het bedrijf zelf en aandeelhouders enkel aan hun eigen winst. Er
kleven ook nadelen aan: excessieve beloningen van bestuurders en invloeden op korte
termijn.

Stel aandelen zijn €25 euro waard van de Koninklijke Olie Shell. Je werkt daar en krijgt
aandelen voor een ontzettend lage prijs. Gevolgen? Shell keert 100 dividend uit.
Inhoudingsplichtig om 15% in te houden , dus 15. Dit is de voorheffing van de IB. De
aandeelhouder moet per saldo nog 10% betalen in box 2. Echter om in box 2 belasting te
betalen moet je wel AB van 5% hebben. Dit heeft bijna niemand in Shell. Waarschijnlijk dus
belast in box 3 dus enkel 1,2% belasting! Dan krijgt je direct de ingehouden 15% belasting
terug! Dit geldt niet voor buitenlandse aandeelhouders, dan is de inhouding meteen een
eindheffing!! De aandelen die de werknemer krijgt is belast als loon in natura voor de
waarde op dat moment! Wat betaalt Shell over de uitgegeven aandelen?

Aandelen als arbeidsbeloning: emissie
- in HR BNB 1956/244: als je aandelen uitgeeft verarmt de vennootschap niet maar de
andere aandeelhouders want dan zijn er meer aandeelhouders, geen aftrek! Voor IB/LB
geldt dat aandeel belast is naar waarde in het economisch verkeer.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04  4x  sold
  • (2)
  Add to cart