Onderwijsweek 1
Introductie van het materiele strafrecht en de structuur van het strafbare feit
INLEIDING
Deze week maakt u kennis met het strafrecht. We bespreken het verschil tussen het Materieel
strafrecht (onderwijsweek 1-3) en het Formeel strafrecht (onderwijsweek 4-7) en het verschil tussen
het bijzonder en commuun strafrecht. Na deze inleiding starten we met een introductie op het
Materieel strafrecht aan de hand van de voorwaarden voor strafbaarheid.
Literatuur:
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 1, hfst. 2, hfst. 15 en hfst. 16.
F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv (bewerkt door F.W. Bleichrodt,
J.H.J. Verbaan & R.J. Verbeek), Deventer: Kluwer 2022, par. 3.1.
Jurisprudentie:
HR 14 februari 1916, NJ 1916/681 (Melk en water).
HR 20 februari 1933, NJ 1933/918 (Veearts).
Aanbevolen:
We raden u aan een openbare (straf)zitting van de rechtbank bij te wonen. Het zal u helpen hetgeen
u leert in dit vak beter te plaatsen. Meer informatie over het bijwonen van een zitting vindt u via de
volgende link: https://www.rechtspraak.nl/naar-de-rechtbank/Zitting-bijwonen/Paginas/zitting-
bijwonen-bezoeker-of-groep.aspx
Vraag 1
Wat is een formeelrechtelijk vraagstuk?
a. De vraag of een verdachte bij de verdediging van zijn eigen lijf de grenzen van de
noodzakelijke verdediging heeft overschreden.
b. De vraag of een verdachte wederrechtelijk heeft gehandeld door de maximale toegestane
snelheid op de snelweg A2 te overschrijden vanwege een noodgeval.
c. De vraag of een verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft tot het plegen van een
misdrijf, door een schroevendraaier uit te lenen aan een vriend.
d. De vraag of een verdachte in cassatie kan gaan wanneer hij door het gerechtshof is
vrijgesproken.
Vraag 2
In welk artikel is de strafbedreiging van dood door schuld in het verkeer te vinden?
a) Artikel 9 Sr.
b) Artikel 307 Sr.
c) Artikel 6 Wegenverkeerswet 1994.
d) Artikel 175 Wegenverkeerswet 1994.
Vraag 3
Welke stelling is niet juist?
a. Verdragsrechtelijke bepalingen uit het EVRM hebben interne werking binnen de Nederlandse
rechtsorde.
b. Uitspraken van het EHRM die betrekking hebben op andere lidstaten, hebben invloed op het
Nederlandse straf- en strafprocesrecht.
c. Het ondervragingsrecht is onderdeel van het recht op een eerlijk proces, dat is te vinden in art.
6 EVRM
d. De eis dat het strafproces binnen redelijke termijn moet plaatsvinden wordt in het EVRM op
een vast aantal maanden of jaren gesteld.
Vraag 4
De gemeente Leeuwarden heeft steeds meer last van mensen die in de buurt van Basisschool Elfenland
hun honden onaangelijnd uitlaten. Met name in de ochtend zorgt dit voor chaos rondom de school
waar op dat moment veel ouders hun kinderen naar school brengen. De gemeente besluit rondom de
school diverse bordjes neer te zetten waarop duidelijk zichtbaar is dat honden aangelijnd dienen te
zijn. Op de bordjes wordt verwezen naar de betreffende Algemene Plaatselijke Verordening waarin dit
gebod terug te vinden is. De gemeente besluit daarnaast de boete op overtreding van dit gebod te
verhogen en strenger te gaan handhaven. Welke van onderstaande stellingen is niet juist?
a. Het is de gemeente Leeuwarden toegestaan om strafbepalingen te creëren, zowel in de vorm
van een gebod als in de vorm van een verbod.
b. Het is de gemeente Leeuwarden toegestaan om de boete te verhogen, mits hierbij binnen de
grenzen van artikel 23 Sr tweede categorie wordt gebleven.
c. Het is de gemeente Leeuwarden toegestaan om strafbepalingen te creëren, maar dan enkel in
de vorm van een verbod.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sosa03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.