100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Ondernemingsrecht $6.41
Add to cart

Summary

Samenvatting - Ondernemingsrecht

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting heb ik vorig jaar gemaakt in 1e bachelor TEW. Hiermee haalde ik een 16/20. Met ijverige studie van de samenvatting zou het examen zeker moeten lukken.

Preview 4 out of 165  pages

  • June 25, 2023
  • 165
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1. Inleiding tot het recht: Enkele basisbegrippen

1. Wat is recht?

1.1 Begripsomschrijving

Veel verschillende definities
 Exacte definitie geven is niet zo eenvoudig

Deels tijds- en plaatsgebonden
 Niet in alle samenlevingen zelfde betekenis

Elementen die vaak terugkomen:

 Geheel van regels
o Voorschrift geformuleerde uitspraak
o In taal verwoordde uitdrukking van een voorgeschreven wijze van handelen

 Vb. Auto’s mogen in de bebouwde kom niet sneller rijden dan 50 km/u = regel

o Bevat een voorschrift over hoe je mag of moet handelen
o Schrijven menselijke gedragingen voor (‘geven’, ‘doen’ of ‘laten’ genoemd)
o Geboden of verboden
o Soms indirect (Als je X doet, dan is het gevolg Y)


 Het recht beoogt het menselijke samenleven te ordenen
o Samenleven tussen mensen in te grijpen en het zo te ‘ordenen’
o Recht komt pas op de proppen waar mensen samenleven

 Vb. Robinson Crusoe:
o Zo lang hij alleen op zijn spreekwoordelijke eiland woont, is over rechtsregels spreken
betekenisloos
o Zodra er iemand anders op het eiland is, hebben we te maken met rechtsregels want hebben
dan een samenleving

o Ordenen: Dient op dit niveau van algemeenheid eerder formeel te worden opgevat. Het gaat
erom dat regels voor het samenleven worden vastgelegd, niet op welke manier de
samenleving hierdoor wordt georganiseerd of geordend

 Vb. Het recht van Noord-Korea ordent de samenleving op een fundamenteel andere manier dan het
recht van de Verenigde Staten, maar in beide gevallen ‘ordent’ het recht het samenleven


 Het recht wordt afgedwongen door de overheid

o Afgedwongen door overheid via sanctie en dwang
 Gevangenis, boete, …
 Naleving regel ultiem verzekerd via gewapende macht van de overheid = rechtsregel

o Niet-afgedwongen door overheid via sanctie en dwang
 Morele regels, gedragsregels, religieuze regels
 Overheid komt niet tussen om naleving van deze regels te verzekeren




1

, 1.2 Enkele gerelateerde concepten

1) Objectief recht vs. subjectief recht

Objectief recht
 Geheel van rechtsregels die op een bepaald ogenblik in een bepaalde samenleving gelden
 Buitenaf

 Vb. Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te
gebruiken, hiervan het genot hebben en erover te beschikken.

Subjectief recht
 Concrete aanspraak of bevoegdheden die een individu aan het objectief recht ontleent
 Individualisering en concretisering van een regels van objectief recht op niveau van specifiek persoon
(op iets recht hebben)
 Binnenin

 Vb. Tim heeft een subjectief recht op deze specifieke laptop die voor hem op de bank ligt. Ontleent een
subjectief recht op de laptop (zijn eigendom + aanspraak op)


2) Positief recht

Positief recht
 Rechtsregels op bepaald ogenblik in de samenleving
 Synoniem voor objectief recht
 “Zoals het is”
 Naargelang standpunt goed of slecht zijn

 Ideëel recht
 “Zou moeten zijn”


3) Dwingende en wilsaanvullende rechtsregels

Dwingende rechtsregels:

Van openbare orde
 Heel dwingend
 Toegepast door rechter
 Beschermde partij kan geen afstand nemen van bescherming die regels bieden
 Moet altijd worden nageleefd

 Vb. Moord is een misdrijf en dus verboden. Als 2 partijen een overeenkomst zouden sluiten waarbij zij
akkoord gaan dat de ene de andere mag vermoorden tegen betaling, is de overeenkomst nietig.
Slachtoffer mag geen afstand doen van de bescherming.


Regels van dwingend recht
 ‘gewoon’ dwingend
 Beschermde partij kan wel afstand nemen van bescherming die regels bieden
 Wettelijke bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken door partijen
 Veelal ter bescherming zwakkere partij




2

,  Vb. Studentenovereenkomsten: Bepaalt dat verhuurder de overeenkomst slechts kan opzeggen op de
einddatum mits een opzeggingstermijn van minstens 3 maanden voor einddatum. Kan niet van worden
afgeweken (= Dwingend)
Wilsaanvullende rechtsregels
 Regels waarvan je mag afwijken
 Partijen vrij om andere regels/afspraken te maken dan rechtsregels
o Pas van toepassing wanneer je geen andere afspraken hebt gemaakt
 Vullen wil van partijen aan
 Rechtsregel (desnoods door overheid via sanctie en dwang afgedwongen)

 Vb. Wanneer je stopt met studeren, mag je je kot onderverhuren aan een vriend?
o Als de huurovereenkomst niets voorziet, dan niet. Onderverhuring is verboden
o Maar is slechts wilsaanvullende regels: Partijen kunnen perfect in huurovereenkomst anders
bepalen en stipuleren dat onderverhuring wel toegelaten is
o Als ze er niets over bepaald hebben, is de wilsaanvullende rechtsregel van toepassing



2. Inleiding van het recht

2.1 Publiek recht en privaatrecht

Publiek recht Privaatrecht
Regelt verhouding tussen burgers en overheid Regelt verhouding tussen burgers onderling
- Inclusief verhouding tussen overheden - Inclusief verenigingen en vennootschappen

Beoogt bescherming van algemeen belang Beoogt bescherming van private belangen

Verticaliteit Horizontaliteit

Regels doorgaans van openbare orde Meer aanvullende regels

Vragen: Vragen:
- ‘Mag politie een huiszoeking doen wanneer - ‘Ben ik eigenaar van deze laptop?’
ik verdacht wordt van een diefstal?”

Verticaliteit: Overheid maakt juridisch gezien de rechtsregels en dwingt ze af

Overheid treedt meer en meer regulerend op via dwingende regels in privaatrecht  Door algemeen belang

 Vb. Hoog niveau van consumentenbescherming op markt via consumentenrecht

Overheid gebruikt voor haar eigen organisatie en werking meer en meer privaatrechtelijke technieken

 Vb. Contractuele overheidspersoneel aanwerven in plaats van enkel ambtenaren

Sommige rechtstakken zijn ook hybride (vertonen kenmerken van beiden)

 Vb. Economisch recht


3. Bronnen van het recht

3.1 Inleiding van het recht

Formele rechtsbronnen

3

,  Vehikels die rechtsregels bevatten
 Uiterlijke verschijningsvormen waaronder geldende recht zich voordoet


 Vb. Belgisch Strafwetboek is een wet van de wetgever en als zodanig een formele bron van het recht:
De regels die erin vervat liggen zijn rechtsregels van positief recht

Enkel federale wetgevende macht produceert wetten in formele betekenis

Alle wetten in de materiële betekenis zijn formele rechtsregels
 Bevatten rechtsregels van positief recht

Formele wet = wet in enge betekenis:
- Enkel wet van de federale wetgever

Meeste formele wetten zijn ook materiële wetten, maar niet allemaal

 Vb. Federale wetgever kan bij wet de Belgische nationaliteit aan iemand toekennen. Is een formele
wet, maar geen materiële wet: Ze betreft 1 persoon


Overzicht formele bronnen:
1. Wet
2. Algemene rechtsbeginselen
3. Gewoonte
4. Rechtspraak
5. Rechtsleer


3.2 De wet

3.2.1 Inleiding

 Verwijst naar elke rechtsregel van algemene en duurzame aard die door een bevoegde overheid wordt
uitgevaardigd
o Algemeen: Op iedereen van toepassing
o Duurzaam: Voor onbepaalde tijd (onveranderlijk)
o Ook wel ‘Wet in materiële betekenis’ of ‘materiële wet’ genoemd
 Materieel: inhoud van akte
 Verwijst naar wet in de materiële betekenis


 Vb. Beslissingen waarbij gemeente mij een bouwvergunning verleent is wel een beslissing van een
bevoegde overheid, maar bevat geen rechtsregel van algemene aard (enkel op mij betrekking).



3.2.2 Verschillende soorten normen die als wet in de materiële betekenis gelden:

3.2.2.1 Internationale normen

Internationale normen
- Op internationaal niveau tot stand
- Materiële wetten als zij regels bevatten die rechtstreekse werking hebben in Belgische rechtsorde
o Burgers kunnen zich er rechtstreeks op beroepen in interne rechtsorde
 Vb. Rechten die eruit voortvloeien rechtstreeks voor Belgische rechter kunnen
afdwingen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lockrondonck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.41
  • (0)
Add to cart
Added