HC2. Plan, Ingreep en Evaluatie volgens de regulatieve cyclus........................................................................4
HC3. Dove en slechthorende & Blinde en slechtziende jeugd..........................................................................6
HC4. Jeugdigen met een licht, matig of ernstig verstandelijke beperking.......................................................11
HC5. Jeugdigen met leerstoornissen............................................................................................................. 14
HC6. Jeugdigen met een motorische beperking............................................................................................18
HC7. Jeugdigen met een spraak-taalstoornis................................................................................................22
Startcollege – 10 november
Zie schrift
HC1. Planmatig werken via de regulatieve cyclus
(Deel 1: probleemstelling en diagnose)
,Wat is orthopedagogiek?
Een orthopedagoog houdt zich bezig met de behandeling van kinderen en jongeren die in
het dagelijks leven in hun ontwikkeling geremd worden door bijvoorbeeld psychische
problemen of stoornissen, geestelijke beperkingen of leerstoornissen.
Regulatieve cyclus van Van Strien
= Wetenschappelijk grondmodel voor professioneel
handelen
= een hulpmiddel voor de orthopedagoog om goed te
onderbouwen wat je doet tijdens het
onderzoeksproces
= een psycholoog kan de cyclus ook gebruiken, dus niet
alleen een OP.
Als pedagoog heb je een belangrijke taak in de
regulatieve cyclus en je moet om kunnen gaan met
verschillende cyclus om te onderzoeken
Onderzoekende cyclus vs. Regulatieve cyclus
- Oriëntatie = probleemstelling + diagnose
- Ontwerpen = Plan
- Uitvoeren = ingreep
- Evalueren en bijstellen = evaluatie
De start – Probleemstelling (fase 1)
Doel fase:
- Oriënteren op de hulpvraag
Antwoord op volgende vragen;
o Wat is er aan de hand?
o Wie ervaart dit als een probleem?
o Waarom is dit aan de hand?)
- Verzamelen informatie;
o Vragenlijsten
o Vanuit de school
Resultaat: Hulpvraag is aangescherpt
Onderkennend (Is er sprake van….?) Problematiek wordt hier gekenmerkt.
Verklarend (Hoe komt het dat…? Wat versterkt het probleem?)
Indicerend (Wat is er nodig om iets te verminderen?/interventie)
Probleemstelling Eerste reflexieve pauze
Opstellen hypotheses
o Hypothese = een bewering over de aard/ernst van de problematiek,
beïnvloedende factoren en gevolgen hiervan. Oorzaak/gevolg
o Voorbeeld:
Mare (7 jaar) is prikkelgevoelig vanwege haar vroeggeboorte. Hierdoor kan zij
, de vele geluiden in de klas niet goed aan en trekt zij zich op school steeds
meer terug.
Vanuit verschillende invalshoeken (=differentiaal diagnostiek)
o Hulpmiddel: Dordts Strategisch Model
= om tot verschillende hypotheses te komen, om bijvoorbeeld tunnelvisie te
voorkomen
(zie literatuur schrift)
Resultaat: werkhypothese
o = inschatting van de aard en ernst van de problemen (van het kind), mogelijke
oorzaken en factoren die de problemen in stand houden.
o Verschil tussen werkhypothese en ‘normale’ hypothese:
In de werkhypothese maak je een samenhangend verhaal van de in daarvoor
opgestelde kleine hypothese.
o Voorbeeld:
Doordat bij Romeo sprake is van erfelijke ADHD, heeft hij o.a. moeite het
beheersen van zijn impulsen. Dit zorgt ervoor dat hij ook zijn boosheid moeilijk
kan beheersen en snel heftig reageert op irritaties. De scheiding van ouders is
moeizaam verlopen en met veel spanningen. Romeo reageert op deze
spanningen met onrust en het nog moeilijker beheersen van impulsen. Ook
overvraging op school speelt hier mogelijk een rol in. Gevolg is dat hij
regelmatig woede-uitbarstingen heeft waarmee hij zichzelf en anderen in
onveiligheid brengt
Het vervolg – diagnose (fase 2)
Toetsen werkhypothese
Onderzoek
Resultaat: integratief diagnostisch beeld (“diagnose”) conclusie
Onderkennend: Er is wel/niet spraken van X.
Verklarend: Dit is de reden waarom dit aan de hand is.
Indicerend: Dit is nu nodig.
Waar halen ze het vandaan?
o Classificatiesysteem: methodiek om symptomen te rangschikken
naar categorieën
o DSM 5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) 2014
Namen (+codes) en criteria
Diagnose of classificatie?
- Classificatie = naam stoornis en de bijpassende criteria aan de beschreven categorie
- Diagnose = beschrijvend beeld van oorzaken en gevolgen in de problematiek, de
aarde van een hypothese
Volgende stap – Onderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulienschaap178. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.