Answers
Europees Belastingrecht - WG5 - Master Fiscaal Recht - EUR
- Course
- Institution
6 werkgroepen van het mastervak Europees Belastingrecht. Nagekeken door de student in de werkgroep. Cijfer auteur: 8,0.
[Show more]
1 review
By: habbocodes • 7 year ago
Seller
Follow
phd-ss
Reviews received
Content preview
Verdieping Europees BelastingrechtCollegejaar 2015/2016
Ondernemingswinsten (voorkoming, fiscale eenheid,
verliesimport)
Naam :
Studentnummer :
Werkgroep : 2
Werkgroepopdracht : 5
, Uitwerking:
Casus 1 De heer Räikkönen
Meneer krijgt een belastingverrekening niet omdat hij investeert in het buitenland. Bij
investering in een binnenlandse Finse vennootschap zou hij wel verrekening krijgen.
Voor de vraag of er strijd is met het vrije verkeer doorlopen we het beslisschema:
1. Is er toegang? Personele werkingssfeer: hij is een EU-onderdaan, dus dat gaat
goed. Territoriale werkingssfeer: er is sprake van een grensoverschrijdende activiteit.
Materiële werkingssfeer: hij zal zich beroepen op het vrij verkeer van kapitaal.
2. Wordt er onderscheid gemaakt? In casu wordt er onderscheid gemaakt tussen een
investering in een binnenlandse Finse vennootschap en een buitenlandse
vennootschap. Het onderscheid bestaat daarin dat je bij buitenlandse investeringen
geen recht krijgt op belastingverrekening en bij binnenlandse wel. Je wordt dus
belemmerd in het doen van buitenlandse investeringen. Voor een vergelijkbare casus
zie HvJ EU Manninen (r.o. 55) maar ook HvJ EU Meilicke en Lenz.
3. Is er een rechtvaardigingsgrond? Het HvJ EU acht dat er voor dit onderscheid
geen rechtvaardigingsgrond aanwezig is. Verschil met Kerckhaert-Morres: België
behandelt beide vennootschappen zelfde, maar er is toch juridisch dubbele
heffing. In Manninen was er eco. dubbele belasting!
Casus 2 Look-a-Chup Goup
Uit binnenlandse vennootschappen ontvangen dividend is systematisch vrijgesteld,
terwijl uit buitenlandse vennootschappen dividend alleen is vrijgesteld indien er naar
Oostenrijkse maatstaven voldoende belasting wordt geheven en altijd verrekening
indien belang minder dan 25%. Zo niet voldoende heffing, dan heft Oostenrijk bij en
geeft het een indirecte belastingverrekening.
1. Is er toegang? Personele werkingssfeer: vennootschap is gevestigd in EU LS
Oostenrijk. Territoriale werkingssfeer: er is een grensoverschrijdende intra-EU
situatie. We kijken naar EU LS 2. Aandelenbelangen en derhalve dividenden buiten
EU worden niet gevraagd.
2. Wordt er onderscheid gemaakt? Zie hiervoor HvJ EU Test Claimants in te CFC
and Dividend Group Litigation: in r.o. 37 haalt het Hof r.o. 48 van het arrest Test
Claimants in the FII Group 1 arrest aan: hierin heeft het Hof geoordeeld dat het
gemeenschapsrecht lidstaten niet verbiedt dat hij voor ingezetene vennootschappen
voor ontvangen dividenden uit het binnenland een dividend vrijstelling hanteert en
voor uit het buitenland ontvangen dividenden een verrekeningsregel toepast. Verder
oordeelt het HvJ EU in r.o. het onderscheid niet in strijd is met het vrij verkeer van
vestiging indien het belastingtarief voor buitenlandse dochters niet hoger is dan voor
binnenlandse dividenden en het belastingkrediet verleend aan buitenlandse
dividenden ten minste gelijk is aan het bedrag dat betaald is in het andere lidstaat.
LS mogen zelf weten wanneer ze crediten en vrijstellen. Wat is beter voor een
investeerder? Creditsysteem dat bijheft verhoogt belastingdruk, maar is wel
geoorloofd volgens het HvJ EU.
Naar mijn mening is dit een terechte beoordeling door het Hof. Dat er een
verschillend verrekening/vrijstelling systeem wordt gehanteerd leidt niet tot een
onderscheid, omdat er nou eenmaal verschil is in het belastingtarief tussen lidstaten.
Daarnaast stelt het Hof ook de voorwaarde dat het tarief niet hoger moet zijn en het
krediet gelijk moet zijn aan de betaalde belasting, zodat niet dubbele heffing ontstaat
en de belastingdruk ook niet hoger uitvalt voor uit het buitenlandse ontvangen
dividend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
50064 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now