Naam :
Studentnummer :
Werkgroep : 2
Werkgroepopdracht : 4
, Vraag 1)
Twee jaar na emigratie verkopen zij 100% belang in vennootschap. Nederland sluit
voor de heffing aan bij het nationaliteitsbeginsel. Nederland wil daarom o.g.v. art. 13
lid 5 Verdrag NL-FR wel heffen van meneer As, maar niet van mevrouw As, omdat zij
niet de Nederlandse nationaliteit bezit.
Voor een geslaagd beroep op het vestigingsrecht, kijken we naar het beslisschema:
- Stap 1 toegang: beiden hebben een EU-nationaliteit (meneer van As de
Nederlandse) en er is sprake van een grensoverschrijdende activiteit binnen de EU.
De materiële werkingssfeer: de vrijheid van vestiging.
- Stap 2 onderscheid?: is er sprake van (indirecte) discriminatie of van een
belemmering? Een dispariteit valt niet onder het bereik van de EU-vrijheden en kan
derhalve niet door de vrijheden worden beschermd. In de casu is er naar mijn sprake
van discriminatie. Meneer van As wordt o.g.v. zijn nationaliteit (Nederlandse) door NL
in de heffing betrokken voor zijn ab winst, terwijl mevrouw van As voor haar deel van
dezelfde winst niet in de heffing wordt betrokken, omdat zij de Britse nationaliteit
heeft. Ik vind dat hier sprake is van discriminatie, omdat beiden in NL woonachtig
waren en binnenlands belastingplichtig waren alvorens te verhuizen naar Frankrijk.
Gelijke gevallen worden o.b.v. nationaliteit ongelijk behandeld. Indien zij binnen NL
waren verhuisd, was er geen heffing!
- Stap 3 rechtvaardigingsgrond?: Zie HvJ EU Van der Hilten -> fictie in
successie wet zorgt ervoor dat Nederlander gedurende 10 jaar belast is in NL.
Hof oordeelde daar dat deze NL die naar buitenland verhuist niet slechter af is
dan een Nederlander die binnen Nederland verhuist. In zaak Gilly ging het om
een vrouw woonachtig in Frankrijk die werkt in Duitsland voor een school.
Voor verdeling heffingsrecht speelt nationaliteit een rol. Je moet bij verdeling
en uitoefening heffingsrecht en heffingsbevoegdheid EU-vrijheden in acht
nemen! In HR BNB 1997/54 is geoordeeld over emigratie van Nederlander naar
België dat er een bijzondere band tussen NL en haar onderdanen bestaat en
dat dit gerechtvaardigd is voor onderscheid op basis van nationaliteit tussen
onderdaan en niet-onderdaan!
- Stap 4: proportioneel en geschikt?: de maatregel is geschikt en is in
overeenstemming met unieverdragen en gaat ook niet verder dan noodzakelijk is.
Daarenboven zou ik zeggen dat het heffen van een belasting over je eigen
onderdaan en het vrijstellen van een niet-onderdaan zou vallen onder omgekeerde
discriminatie. Het slechter behandelen van eigen onderdanen wordt niet beschermd
o.g.v. EU-vrijheden en is volgens het HvJ EU ook toegestaan!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.