100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Schenk-, Erf-, Overdrachtsbelasting en Estate Planning - WG 6 - MFR - EUR $6.51   Add to cart

Answers

Schenk-, Erf-, Overdrachtsbelasting en Estate Planning - WG 6 - MFR - EUR

 118 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Antwoorden werkgroep 6 van Mastervak Schenk-, Erf- en overdrachtsbelasting en Estate Planning. Cijfer auteur: 8,2.

Preview 1 out of 4  pages

  • February 12, 2017
  • 4
  • 2015/2016
  • Answers
  • Unknown
avatar-seller
Werkgroep 6

Fictieve verkrijgingen. Zijn er nog fictieve verkrijgingen die je erbij optelt, op het laatst? Meestal
wordt dit beperkt tot bepaalde verwante personen.



Casus 1 hier komt een hoop samen. Belangrijke casus!

1. Huwelijksvermogensrecht: finaal verrekenbeding, afrekenen alsof je in gemeenschap gehuwd
was. Je kan ervoor kiezen om een finaal verrekenbeding alleen toe te passen als je overlijdt.
Dit kan voordelig zijn. Je gooit de vermogens bij elkaar. Je komt dan op 1.200.000. Ruud
800k, Marianne 400k. delen door 2, dan kom je op 600k. dat is 200k minder dan ze heeft,
Marianne krijgt een vordering krachtens huwelijksvermogensrecht van 200k. dit vloeit voort
uit het huwelijksvermogensrecht. De nalatenschap van Ruud is dan 600k (800k-200k).
a. Koude uitsluiting ieder zijn eigen vermogen. In het zicht van overlijden kan je dan
de huwelijkse voorwaarden opheffen, waardoor je een gedeelte kan krijgen onder
het huwelijksvermogensrecht. Dit is gunstig en dit mag, want het is dan niet in de
successiewet belast.
2. Erfrecht wettelijke verdeling. Er is namelijk geen testament. Zet eerst de erfgenamen
uiteen. Art 4:10 lid 1 bw. Partner en kinderen, dus M, M en L. ieder voor 1/3 deel. De
wettelijke verdeling is puur ter bescherming van de langstlevende. Indien er geen kinderen
zijn, is langstlevende enig erfgenaam. Indien er alleen kinderen zijn, dan is er geen
bescherming van de langstlevende nodig. De wettelijke verdeling is dus alleen van belang bij
een partner en ten minste 1 kind.
Art 4:13 BW wettelijke verdeling. Partner krijgt alles, kinderen krijgen een vordering op
partner. Ieder krijgt een derde van 600k, dus 200k. kinderen krijgen een vordering ad 200k
op moeder. Overbedelingsschuld, onderbedelingsvordering.
3. Erfbelasting M (partner) verkrijgt alle goederen van de nalatenschap, dit betekent dat ze
een vruchtgebruik heeft op 400k. dit is een fictief vruchtgebruik. Art 21 lid 15
a. Er is pas rente verschuldigd als de wettelijke rente hoger is dan 6%. Hier mag je van
afwijken. Stel er wordt niet van afgeweken: dan is er geen rente verschuldigd. In
beginsel heeft M (partner) dus het gehele vruchtgebruik. Indien je wel iets afspreekt,
haal je het % van de 6% af. Stel je spreekt dus 2% af, dan heb je een fictief
vruchtgebruik van 4% (namelijk, 6-2). Art 10 UB staat 6%. Geen rentevergoeding is
een fictief vruchtgebruik van 6%.
Bij het uitbetalen van de vordering wordt ook de rente opeisbaar. Wat houdt dit alles in voor
de fiscale verkrijging van M? ze heeft haar erfdeel van 200k + het fictief vruchtgebruik (240k).
het sommetje van 240k ziet er als volgt uit: 6% * 400k (2*200k) * 10 (factor die hoort bij haar
leeftijd), art 10 UB jo 14 UB. De totale fiscale verkrijging is 440.
Vrijstelling die van toepassing kan zijn 636.180, dat is de normale vrijstelling. Echter de
pensioenimputatie, art 32 lid 2. Het pensioen wordt in mindering gebracht op de vrijstelling.
De verkrijging van de aanspraak van M is namelijk vrijgesteld, dit staat in art 32 lid 1 ten
vijfde. De helft van de aanspraken komt in mindering. Berekening: ½ * (50.000*10) UB art 21
lid 14. Je gebruikt nu geen 6%, omdat er geen vruchtgebruik, geen rendement, is. Het totaal
is 250.000. je mag rekening houden met de latentie op die 250k. het % waar je rekening mee
mag houden is 30% latentie, dit volgt uit art 20-6-c SW. Je hebt dus een vrijstelling van
636.180-250.000+75.000 = 461.180 is de vrijstelling. Er is uiteindelijk geen belaste
verkrijging, want haar vrijstelling (461k) is groter dan haar belastbare verkrijging (440k). je

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51  1x  sold
  • (0)
  Add to cart