Schenk-, Erf-, Overdrachtsbelasting en Estate Planning
All documents for this subject (42)
1
review
By: woutervanvarik • 6 year ago
Seller
Follow
phd-ss
Reviews received
Content preview
Werkgroep 1.
Casus 1)
Opgave 1:
1. Er is sprake van een belastbaar feit o.g.v. art. 2 lid 1 WBvR.
2. De maatstaf van heffing is ex art. 9 jo. art. 52 WBvR = WEV, ten minste de tegenprestatie = ze
betaalt €150.000 (koopsom) + €200.000 (aannemerssom) = €350.000! Stel: verbouwing is nog niet
afgerond of nog niet eens begonnen; ook al niet afgerond of begonnen; tegenprestatie blijft
€350.000. Tegenprestatie lager dan WEV? Dan geldt WEV! Tegenprestatie hoger dan WEV? Dan
pak geldt tegenprestatie!
3. Het tarief is ex. art. 14 lid 2 WBvR 2% (woningen!).
-> geen vrijstellingen van toepassing!
Opgave 2:
Verkoop is v.o.n. -> bedrag is dus incl. overdrachtsbelasting. Verkoop voor 365.000. Minus 1200 =
363.800. Overdrachtbelasting is dan 2/102 x 363.800 = €7133.
-> Netto koopsom = 365.000 -/- 1200 -/- 7133 = €356.667.
-> WEV = 350.000. Lager dan netto koopsom. Als WEV hoger is dan tegenprestatie, dan moet je WEV
als netto koopsom nemen o.g.v. art. 9 WBvR!!
Stel: wat indien verkoop binnen 6 maanden was van vorige verkrijging -> zie art. 13 WBvR ->
€350.000 (eerste verkoop) en notariskosten van €1200 aftrekken van €365.000 = €13.800! Dit is de
meerwaarde bij de tweede verkrijging. O.g.v. besluit mag je €13.800 afronden -> 13.800 x 100/102 =
13.529 incl. OVB -> je mag naar tot €50 naar beneden afronden dus €13.500. Overdrachtbelasting
over €13500 = 13.500 x 2/102 = 207!
Casus 2)
Opgave 1: Er is geen belastbaar feit. Woning in Frankrijk is uitgesloten o.g.v. art. 2 lid 1 WBvR (geen
NL OG!). O.g.v. art. 3 lid 1 sub a WBvR zegt dat erfrechtelijke verkrijging is uitgesloten! Dus woning in
Amsterdam ook vrijgesteld!
Casus 3)
Opgave 1: In september 2004 aan hem geleverd voor €250.000. In januari 2012 wordt economische
eigendom verkocht aan Manon (op dat moment WEV €425.000). Op 20 september 2016 verkrijgt
Manon ook juridische eigendom (op dat moment WEV €460.000).
Er is geen verschil tussen economische en juridische eigendom; je moet OVB betalen over volle
waarde; ze betaalt dus eerst over 425.000 OVB o.g.v. art. 2 lid 1 jo. lid 2 WBvR. O.g.v. 9 jo. 52 WBvR is
maatstaf €425.000. Tarief is 6% o.g.v. art. 14 lid 1 WBvR. OVB = 425.000 x 0,06 = €25.5000
Bij verkrijging juridische eigendom is er weer OVB verschuldigd over volle eigendom o.g.v. art. 9 lid 4
jo. 52 WBvR 450.000 -/- 425.000 = 25.000. OVB is dan 0,06 x 25.000 = 1500!
Opgave 2: O.g.v. Besluit SvF 2006: WEV op dit moment is 450.000. Sander ooit verkregen voor
250.000. 0.06 x 200.000 = €12.000 OVB.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.