Volledige samenvatting van de 22 hoofdstukken uit het examensyllabus van het vak Maatschappijwetenschappen (VWO). De samenvatting is gemaakt a.d.h.v de syllabus van examenjaar 2022/23.
MAW-examen
ET 1 informatievaardigheden
Benodigde informatie verwerven en selecteren uit bronnen
De kandidaat kan de betrouwbaarheid en representativiteit van bronnen vaststellen;
wie is de schrijver? Wat is het doel van schrijven etc.
De kandidaat kan informatie verwerken en daaruit beredeneerde conclusies trekken.
ET 2 paradigma’s
Functionalisme-paradigma
Aanhangers willen het functioneren van een samenleving als systeem verklaren en
leggen daarbij de nadruk op de functies die een samenleving ontwikkelt om te
kunnen voorbestaan.
Bij veranderende omstandigheden zal het systeem zich aanpassen en opnieuw op
zoek gaan naar het evenwicht.
Gemeenschappelijke overtuigingen en sociale instituties functioneren als
stabilisatoren.
Alle actoren hebben een eigen taak en sociale ongelijkheid wordt als noodzakelijk
gezien om de samenleving te kunnen laten functioneren.
Conflict-paradigma
Aanhangers stellen dat tegenstellingen en de daaruit vloeiende conflicten bepalend
zijn voor de maatschappij.
Overeenstemming is meestal afwezig, is dit aanwezig dan is dit opgelegd door
dominante groeperingen.
Ongelijkheid is de kern van de samenleving en berust op machtsverschillen gevolg
van verschillende mate aan beschikbaarheid van hulpbronnen en sociale contacten.
Sociaalconstructivisme-paradigma
De wijze waarop mensen de werkelijkheid definiëren wordt onderzocht menselijke
handelingen en interacties berusten op interpretaties.
De sociale werkelijkheid wordt “geconstrueerd”.
Bindingen worden als noodzakelijk gezien om oriëntatie en gemeenschappelijk
handelen mogelijk te maken; deze bindingen zijn echter niet opgelegd, maar
individueel gekozen.
Sociale ongelijkheid wordt gezien als gevolg van beelden die mensen vormen.
Rationele actor-paradigma
Er wordt nadruk gelegd op actoren en hun streven naar nutsmaximalisatie. De keuze
tussen alternatieven wordt op rationele wijze gemaakt door de voor- en nadelen
tegen elkaar op te wegen.
Actoren kiezen oriëntaties die gericht zijn op hun eigen belang, ze hebben er
voordeel bij.
Dilemma’s kunnen ontstaan doordat het eigen belang botst met het collectieve
belang
Er wordt verondersteld dat verandering in de samenleving plaatsvindt als de
belangen van actoren veranderen of er nieuwe actoren in het spel komen.
,ET 3 onderzoek vaardigheden
Betrouwbaarheid: de mate waarin een meting onafhankelijk van toeval is en vrij van
meetfouten.
Validiteit: de onderzoeker meet wat hij wil meten
Generaliseerbaarheid: in hoeverre zijn de gevonden eigenschappen geldig voor de
gehele populatie.
Representativiteit: steekproef is een dwarsdoorsnede van de totale
onderzoekspopulatie.
Fases van een onderzoeksopzet
Fase 1 onderzoeksvraag formuleren en een passende stelling/hypothese opstellen.
Fase 2 onderzoeksmethoden onderscheiden en de eisen kennen die daaraan
gesteld worden.
Enquête, interview, observatie en experiment.
Fase 3 informatie en gegevens selecteren uit informatiebronnen
Fase 4 gegevens analyseren en concluderen of de hypothese aangenomen of
verworpen moet worden.
Empirisch onderzoek: vragen beantwoorden door directe, eigen waarnemingen. Dit kan
kwantitatief en kwalitatief zijn.
Significant het waargenomen effect is te groot om het aan het toeval over te laten.
De kandidaat moet kunnen omgaan met getallen, schattingen en berekeningen
kunnen maken.
Causaliteit gebeurtenissen vinden plaats door eerdere gebeurtenissen oorzaak-gevolg
Correlatie er is een samenhang tussen variabelen.
ET 4
Socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groepen en de
samenleving waar mensen toe behoren, dit proces bestaat uit opvoeding, opleiding en
andere omgangsvormen.
Cultuur is plaats en tijdgebonden, ze veranderen onder invloed van gewijzigde
omstandigheden.
Door socialisatie maakt iemand zich de cultuur van de samenleving eigen, door omgang met
groepen waartoe men behoort, vindt er een cultuuroverdracht en beïnvloeding plaats.
Men verwerft normen, waarden en opvattingen etc.
Deze overdracht vindt soms bedoeld, maar meestal ook onbedoeld plaats.
Socialisatie is grotendeels een proces van aanpassing aan de cultuur van de samenleving,
vanuit het individu gezien is het ook een proces waarbij iemand een eigen persoonlijkheid
ontwikkelt.
Omdat socialisatie niet alleen proces van overdracht, maar ook verwerving omvat,
neemt het individu ook zelf stelling aan tav een cultuur.
, Via socialisatie krijgen mensen stereotypen en vooroordelen overgedragen Stereotypen:
vaststaande beelden, of veronderstellingen over een groep mensen.
Socialisatieprocessen verschillen ook naar het milieu waarin iemand opgroeit, de ene groep
heeft meer kapitaal dan de andere groep. Economisch, cultuur en sociaal kapitaal.
Maatschappelijke posities worden ook bepaald door kenmerken als land of regio
waar iemand vandaan komt.
Deze sociale verschillen werken door in het socialisatieproces, denk aan het feit dat
opleiding deels sociaal wordt overgeërfd.
We maken onderscheid tussen twee soorten socialisatie:
Enculturatie: het aanleren en verwerven van de cultuur van de samenleving waarin
men geboren wordt.
Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen
daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.
Functies van socialisatie:
Continuering van de cultuur van de samenleving
Verandering van de cultuur van de samenleving en van groepen daarbinnen
Identificatie met de eigen groep en cultuur
Identiteitsontwikkeling van het individu
Het regeluren van gedrag van mensen waardoor gedrag voorspelbaar wordt.
Nature eigenschappen zouden door erfelijke, biologische factoren bepaald worden.
Nurture eigenschappen zouden door opvoeding en omgevingsfactoren bepaald worden.
3 vormen van socialisatie:
1. Primaire socialisatie: speelt zich af in kleine groepen, waarin mensen directe
informele relaties met elkaar hebben gezin
2. Secundaire socialisatie: men leert hoe zij zich moeten gedragen in formele
omstandigheden en omgevingen school, werk etc.
3. Tertiaire socialisatie: normen, waarden en gedragspatronen worden overgedragen
door anonieme socialisatoren waarmee er geen rechtstreeks contact is media
4.3 identiteit
Identiteit het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en aan anderen
voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is
afgeleid uit de perceptie van de groepen waar hij wel of niet deel van uit maakt.
Het zelfbeeld is afhankelijk van de manier waarop belangrijke anderen zich tegenover
dat individu gedragen (ouders).
Terwijl er in de traditionele samenleving accent gelegd wordt op invloed van de
omgeving, wordt er in de moderne samenleving accent gelegd op de eigen wil van
het individu.
Sociale identiteit het deel van iemands zelfbeeld dat is afgeleid van zijn kennis over de
groepen waar hij deel van uitmaakt en waarvan hij in bepaald opzicht ook van kan afwijken.
Sociale identificaties maken dat een individu gelijk is of verschilt van anderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marwabachri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.