100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Lesbrief economisch beleid VWO $6.57
Add to cart

Summary

Samenvatting Lesbrief economisch beleid VWO

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit document vormt een samenvatting van de stof die omschreven staat in de lesbrief economisch beleid op VWO niveau. Dit boekje vormt een belangrijk onderdeel van het vernieuwde economie examen op het VWO.

Preview 2 out of 10  pages

  • June 26, 2023
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Eco H1
1.2 De toezichthoudende rol van de centrale bank
Geld heeft verschillende functies:
 Ruilmiddel transacties worden gedaan
 Spaarmiddel het geld wordt in bewaring gebracht, het geld kan in de tussentijd
meer of minder waard worden hierdoor kan de koopkracht/reële waarde dalen.
 Rekenmiddel om de waarde van iets aan te geven

Centrale bank: een instelling speciaal opgericht om te zorgen dat het geld zijn waarde niet
verliest, zodat het handelen efficiënt blijft lopen.
 Om vertrouwen in geld te behouden, moet de CB in staat zijn de geldhoeveelheid te
beheersen. Publiek: alle gezinnen, bedrijven samen exl. de banken.
 Maatschappelijke geldhoeveelheid (M1): de geldhoeveelheid waarmee het publiek
direct bestedingen kan doen.
-giraal geld: geld op direct opeisbare betaalrekeningen (sparen behoort niet tot M1)
-chartaal geld: alle munten en biljetten samen

Als M1 groeit, spreken we van geldschepping er komt meer geld in de handen van het
publiek de bestedingen stijgen. We spreken van geldvernietiging als dit proces zich
omdraait.
 Banken spelen hier een grote rol bij aangezien zij de omvang van M1 kunnen
vergroten of verkleinen en zo invloed uitoefenen op de bestedingen. Deze invloed
loopt vooral via kredietleningen van banken aan publiek.
 De M1 wordt ook beïnvloedt door spaargedrag van het publiek als men geld
overmaakt tot een spaarrekening, behoort dit niet meer tot het girale geld waardoor
er geldvernietiging ontstaat.

Als een bank niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen en failliet gaat, heeft dit als
gevolg dat men hun geld kwijtraakt en dat hun vertrouwen in geld geschaad wordt.
 Banken profiteren van het verschil in tijdskeur bij hun klanten, spaarders krijgen een
rente als vergoeding omdat zij tijdelijk niet over hun geld kunnen beschikken en het
risico lopen op inflatie. Leners betalen om dezelfde reden rente.
 Rentemarge: het verschil tussen het rentepercentage dat de bank ontvangt en wat er
aan de spaarders betaald wordt. (Belangrijke inkomstenbron)

Bankrun: de bank wordt in paniek bestormd door klanten die hun vrij opneembare geld van
de bank willen halen wegens wantrouwen.
 Op korte termijn kan de bank dit geld niet vrijmaken omdat het in de leningen zit,
hierdoor kan de bank failliet gaan waardoor men vertrouwen verliest in het geld
en dit weer schadelijk is voor het ruilproces.

De ECB, is de financiële toezichthouder in de eurozone, het publiek hoeft zich niet af te
vragen of hun geld wel veilig is aangezien ze erop kunnen vertrouwen dat de ECB daar op
toeziet. Om het vertrouwen in het financiële nog groter te maken kennen we het
depositogarantiestelsel als een bank binnen de eurozone failliet gaat heeft de
rekeninghouder garantie dat zijn tegoeden vergoed worden.

,  De ECB dient als lender in last resort banken kunnen bij hen terecht als ze geld
nodig hebben en geen andere opties hebben

1.3 Inflatie
Hoewel de centrale banken onafhankelijk zijn krijgen ze wel doelen mee van de overheden,
zo kan de CB een enkelvoudig mandaat of een duaal mandaat krijgen. De ECB heeft het
mandaat om te zorgen voor de prijsstabiliteit. Er zijn ook CB’s met een duaal mandaat: die
hebben twee taken: zorgen voor prijsstabiliteit en werkgelegenheid.

Monetaire beleid (MB): alle maatregelen die de ECB neemt om de koopkracht van de euro te
stabiliseren. De term prijsstabiliteit is enigszins misleidend aangezien de ECB streeft naar een
jaarlijkse stijging van de inflatie. Er zijn verschillende redenen waarom een beetje inflatie
goed zou zijn:
 Het geeft de CB’s ruimte om in te grijpen als er deflatieverwachtingen ontstaan.
 Inflatie wakkert de bestedingen aan men blijft bestedingen doen
 Inflatie zorgt voor een daling van de reële waarde van schulden huishoudens gaan
eerder schulden aan om bestedingen te financieren.
 Inflatie vergroot de overlevingskansen van bedrijven in tijden van crisis

Geldillusie: werknemers houden alleen rekening met de nominale waarde van het geld en
niet met de reële waarde. Hierdoor kijken ze alleen naar het bedrag zelf, maar niet naar de
koopkracht.

Oorzaken van de inflatie:
 Stijgende productiekosten hierdoor zal kosteninflatie ontstaan doordat
producenten gestegen productiekosten doorberekenen in hun verkoopprijzen.
 Stijgende bestedingen hierdoor zal bestedingsinflatie ontstaan wegens stijgende
prijzen doordat producenten profiteren van stijgende bestedingen, waardoor de
bezettingsgraad oploopt.

1.4 Het rente-instrument
De hoogte van de rente heeft invloed op of dat huishoudens en bedrijven zullen sparen of
lenen, een hoge rente stimuleert sparen en maakt lenen minder aantrekkelijk. Sparen is
slecht voor M1 en hierdoor dus ook voor de bestedingen. Dit werkt andersom voor lenen.
 Als de inflatie hoger wordt, zal de ECB de rente verhogen een verkrappend MB
 Als de rente verlaagd wordt spreken we van een verruimend MB

Centrale bankreserves: leningen die de ECB verstrekt aan banken, de banken hebben dit
nodig om:
 Aan de vraag naar chartaal geld te voldoen
 Om interbancaire leningen te doen
 Om aan hun reserveplichtingen bij de ECB te voldoen

Marginale beleningsfaciliteit: een lening die de bank kan aanvragen bij de ECB, moet binnen
een dag terugbetaald worden.
Het transmisseproces: het proces dat ertoe leidt dat het MB doorwerkt wordt in de prijzen
1 Constateren van ontwikkeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marwabachri. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.57
  • (0)
Add to cart
Added