Alle werkgroepopgaven van het vak Europees recht inclusief aantekeningen en uitwerkingen dmv referentie van alle belangrijke wetsartikelen en jurisprudentie
Einde WW2, 1949: Raad van
oprichting VN Europa. Op basis van
EVRM. Straatsburg.
Hier werd het EHRM
dat oordeelt over
schendingen van het
EVRM door lidstaten
beoordeeld.
1949: oprichting
NAVO. Tegenwicht
tegen USSR.
1952: Oprichting EGKS. Kolen staal wegens belang kolen en staal bij oorlogsproductie. Ontstaan
economische gemeenschap.
1954: oprichtijg WEU. Defensiesamenwerking.
1957: verdrag van Rome. Oprichting EEG en Euratom. Gemeenschappelijke markt en gezamenlijk
beleid tegenw niet EEG leden. Soevereiniteit overdracht aan EEG over landbouwbeleid, transport en
mededinging. Euratom samenwerking op nuclear terrein. EEG, EGKS en Euratom vielen onder
dezelfde hof en gemeenschappelijke vergadering. Meer samenwerking. Zes lidstaten.
1963-1964: rechtstreekse werking door VAN GEND & LOOS EN COSTA/ENEL
1965: samengaan instituties drie gemeenschappen zoals de commissie en raad van ministers.
1966: Akkoord van Luxemburg. Agree to disagree. Altijd consensus moet bereikt worden en alleen
veto bij gewichtige belangen. Minder samenwerking, zes landen.
1979: eerste rechtstreekse verkiezing EU-parlement.
1986: Europese Akte. Grote hervorming. Verdere uitbreiding vrij verkeer en voltooiing interne
markt. Extra bevoegdheden op andere terreinen. Meer nadruk op supranationale oplossingen meer
samenwerking, 15 lidstaten
,1992: Verdrag van Maastricht. Verdere uitbreiding bevoegdheden EP dmv art. 290 VWEU. Verdere
uitbreiding EU burgerschap dmv art. 18-25 VWEU. Oprichting EMU. Meer samenwerking. 15 lidstaten
1997: Verdrag van Amsterdam. Derde pijler omgedoopt tot PJSS van JBZ. 15 lidstaten, meer
samenwerking.
2001: Verdrag van Nice. Institionele veranderingen in de EU om klaar te stomen voor uitbreidingen
tot oosten. 15 lidstaten. Meer samenweking.
2004: Gromdwettwlijk verdrag. Veel verzet. Meer supranationaal en inclusievere invulling dmv
inspraak voor EP en Comissie. Meer afstand tussen lidstaten door tegenvallende referenda. 25
lidstaten
2007: verdrag van Lissabon. Reflectie. Vooral cosmetische ingrepen. EU-vlag en volkslied werd
weggehaald. GVBV werd intergovernmenteler en vaste voorzitter EU-raad en hoge
vertegenwoordiger voor GVBV.
Opdracht 3
Dit falen is niet zo erg omdat er hel veel belangen op het spel staan. Denk bijvoorbeeld aan de
uitbreiding naar het Oosten van Europa, dit roept natuurlijk vragen op voor de bevolking van West
Europa als het aankomt op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt. Het is een uitdaging voor een hele
generatie. We hebben een hele generatie om dit op te lossen en uit te vogelen. Het is een uitdaging
van een generatie waar we niet 1,2,3 zijn. Het duurt even. Het is geen problem omdat we op de
juiste wegzijn.
,Opgave 1
1. EU-parlement: wetgevende macht en daarmee amenderen of verwerpen van voorstellen.
Ook controlerende taak tegen bijv Europese comissie.
2. Europese raad: impulsen geven voor ontwikkeling en algemene beliedslijnen en prioriteiten
bepalen. Aanjagen en stimuleren van processen, counteren schetsen en richting geven,
plannen maken en knopen doorhakken.
3. Raad van ministers wetgeving en begrotingstaak uitoefenen samen met EP. Belangrijkste
regels komen alleen tot stand met toestemming Raad van ministers.
4. Europese comissie: supranationale instelling. Zowel wetgevende, uitvoerende en
controlerende bevoegdheden. Ook bevoegdheden op extern terrein.
5. HvJ EU: prejudiciële vragen beantwoorden, geschillen tussen comissie en lidstaten
beoordelen.
6. Europese Centrale bank: tegengaan prijsstabiliteit en toezicht houden op prijsstabiliteit
7. De Europese Rekenkamer : controleren inkomsten en uitgaven EU en evt doorsturen naar
OLAF bij ernstige zaken.
Vraag 2
1. Vertegenwoordigd belangen van het Europese volk
2. Nationale belangen, uniebelangen of algemene belangen
3. Raad van ministers heeft ministers uit verschillende land die over verschillende, wisselende
thema’s praten terwijl Europese raad bestaat uit regeringsleiders og in ieder gevalideerde de
uitvoerende macht vertegenwoordigen
4. Rouleert elke 6 maanden, nu Frankrijk
5. Gekozen door lidstaten voor 2,5 jaar +2,5 jaar (1x), nu Charles Michel
6. Iedere lidstaat draagt een voor in samenspraak met voorzitter EU-commissie. Na
goedkeuring wordt in overeenstemming met kandidaat-voorzitter. Daarna volgt plenaire
hoorzitting waarna verkiezing door EP
7. Echtstreeksw verkiezing door burgers
8. Elke lidstaat heeft een rechter in zowel het Hof als het gerecht. Alleen PG bij het Hof. PG
hebben adviserende rollen en brengen conclusies uit. Grootste zes landen hebben
permanente PG en de overige 5 rouleren. 11 PG in totaal
9. Raad van ministers heeft
ministers van verschillende
, landen die over specifieke
onderwerpen praten,
10. terwijl raad bestaat uit de
regeringsleider
11. Raad van ministers heeft
ministers van verschillende
landen die over specifieke
onderwerpen praten,
12. terwijl raad bestaat uit de
regeringsleider
Wat was er aan de hand en feiten
Franse regering spande zaak aan omdat er slechts 11 vergaderingen gehouden werden in
Straatsburg terwijl volgens art. 216 EG dit er 12 moesten zijn
Hoe oordeelde het hof:
Het hof achtte zonder de andere middelen te onderzoeken de agenda nietig zolang er niet
aan Edinburgh voldaan werd en er dus 11 plenaire vergaderingen in Straatsburg plaats
vinden
EU parlement heeft begroting vastgesteld in 2018 in Straatsburg ipv Brussel. Hiermee waren
Frankrijk en Luxemburg niet blij mee en vochten ze dit aan om dit besluit nkering te
verklaren.
Feiten
Parlement had begroting vastgesteld in een plenaire zitting zoals hoort volgens art. 316 lid 7.
Echter dient dit normaliter in Brussel te gebeuren.
Oordeel en motivatie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sosa03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.