H2 Tijd van Grieken en Romeinen................................................................................................................... 2
2.1 Het didactische aspect: de lessencyclus ....................................................................................................... 2
H3 Tijd van monniken en ridders .................................................................................................................... 4
3.1 Het didactische aspect: verhalen en jeugdliteratuur gebruiken ................................................................... 4
H4 Tijd van steden en staten .......................................................................................................................... 6
4.1 Het didactische aspect: Verwerking: vragen, opdrachten en toetsen maken .............................................. 6
H5 Tijd van ontdekkers en hervormers ........................................................................................................... 9
5.1 Het didactische aspect: jaartallen en tijdbalken .......................................................................................... 9
H6 Tijd van regenten en vorsten ................................................................................................................... 12
6.1 Het didactische aspect: historisch denken.................................................................................................. 12
H7 Tijd van pruiken en revoluties ................................................................................................................. 16
7.1 Het didactische aspect: methoden, een moeilijke keuze ............................................................................ 16
H8 Tijd van burgers en stoommachines ........................................................................................................ 18
8.1 Het didactische aspect: cultureel erfgoed en omgevingsonderwijs ........................................................... 18
H9 Tijd van wereldoorlogen ......................................................................................................................... 22
9.1 Het didactische aspect: beeld ..................................................................................................................... 22
H10 Tijd van televisie en computer ............................................................................................................... 24
10.1 Het didactische aspect: wetenschap en technologie met familiegeschiedenis als voorbeeld .................. 24
,H2 Tijd van Grieken en Romeinen
2.1 Het didactische aspect: de lessencyclus
Geschiedenislessen geef je in veruit de meeste gevallen niet als losse lessen, maar in
een cyclus. In dit didactische aspect leer je waar je op moet letten als je meerdere lessen
over een periode of onderwerp voorbereidt, door kritisch te kijken naar de vier
invalshoeken. In het tweede deel van dit didactische aspect is aandacht voor vakoverstijgend
of vakken geïntegreerd werken.
Een cyclus geven heeft vele voordelen ten opzichte van het geven van losse lessen:
• Een cyclus komt meer overeen met de onderwijspraktijk
• Je leert beter ordenen
• Je krijgt meer zicht op wat er zoal met een onderwerp mogelijk is.
• Je krijgt vaak een intenser contact met de klas. De kinderen identificeren je met een
bepaald onderdeel.
• Het geheel krijgt vaak meer diepgang.
• Je hebt als student vaak succeservaring. Dat kan je over een drempel voor het vak
geschiedenis heen helpen.
• Je boekt tijdwinst: vier lessen voorbereiden over ene onderwerp kost minder tijd van
de voorbereiding van viermaal één les over vier verschillende onderwerpen.
• Je kunt gericht vooruitwerken.
• Je beleeft er in het algemeen meer plezier.
Het begrip ‘cyclus’ wekt de indruk dat het om een afgerond geheel gaat. Dat is qua
volledigheid een illusie. Het begrip is bedoeld om aan te gen dat in iedere lessencyclus een
aantal vaste aspecten voorkomt, waarmee je historische culturen met elkaar en met het
heden kunt vergelijken. Als je spreekt van een lessenserie, lijkt het of het onderwerp is
afgerond. Bij de terugkerende aspecten van de cyclus kun je vier vaste invalshoeken
onderscheiden, te weten een economische, culturele, politieke en ecologische.
Bij het voorbereiden van een lessencyclus moet je ervoor zorgen dat dit onderwerp vanuit
verschillende invalshoeken behandeld wordt. We zijn ook geïnteresseerd in de economische,
ecologische en culturele aspecten. Methodemakers en jijzelf als lesontwerper (van een
lessencyclus, een project, een verhalend ontwerp, een onderzoek met kinderen of een
thema) zorgen ervoor dat er vanuit meerdere invalshoeken of perspectieven gekeken wordt
naar een onderwerp of periode.
Ten aanzien van de (sociaal-) economische aspecten krijgen kinderen kennis van en inzicht
in:
• Verschillende maatschappijtypen, te weten de samenleving van de jagers-
verzamelaars (nomadische samenleving), de landbouwsamenleving (de agrarisch-
sedentaire samenleving), de landbouw stedelijke samenleving (de agrarisch-urbane
samenleving), de industriële samenleving en de informatiesamenleving.
• De overgangen naar nieuwe maatschappijtypen
Ten aanzien van de (sociaal-) politieke aspecten krijgen kinderen kennis van en inzicht in:
• Het begrip macht in maco- en microsituaties: van gezin tot staatsbestel.
, • Emancipatiebewegingen/revoluties waardoor machtsstructuren zijn veranderd.
Ten aanzien van de culturele aspecten krijgen kinderen kennis van en inzichten in:
• Culturele verscheidenheid
• De wijze waarop mensen:
à zin hebben gegeven aan hun bestaan (religieuze en maatschappelijke stromingen)
à hun werkelijkheid verbeeld hebben (kunst en literatuur)
• De plaats van het individu binnen een cultuur
De manier waarop de mensheid in de geschiedenis in zijn onderhoud heeft voorzien, is door
de eeuwen heen erg veranderd: van jagen/verzamelen naar landbouw en van landbouw
naar industrialisatie. Dit waren oplossingen van gemeenschappen voor de toenemende
bevolkingsdruk. Er werd een nieuwe strategie ontwikkeld om meer uit de natuurlijke
omgeving te halen. Dit is de vierde invalshoek: de mens en zijn omgeving.
Ten aanzien van het ecologische aspect krijgen kinderen kennis van en inzicht in:
• De invloed van het natuurlijke milieu op de cultuur.
• De houding van de groep ten opzichte van de natuur.
Voor alle invalshoeken geldt dat zij altijd op twee manieren geplaatst moeten worden,
namelijk in de tijd en in de ruimte.
Het gevaar van elk schema is dat het gebruikt gaat worden als een bureaucratisch invul- of
afvinkformulier. Terwijl je het invult ben je bang dat je iets vergeet, en dat je het terugkrijgt
om het nog een keer te doen. Daarnaast wordt op deze manier vaak gestreefd naar een
evenredige vlakverdeling: op iedere vraag probeer je een antwoord te vinden dat ongeveer
even lang is. Het bovengenoemde schema van de vier invalshoeken gebruik je niet op deze
manier en wel om de volgende redenen:
• Je hebt te weinig tijd. Er is altijd meer stof dan lestijd en je moet dus een keuze
maken. Je kunt bijvoorbeeld een paar aspecten in samenhang behandelen, een
globaal beeld geven, een onderdeel uitdiepen of juist een aspect weglaten.
• Niet in elke cultuur komen alle aspecten even sterk naar voren. Gezien de
beschikbare tijd richt je je voor kinderen op de zaken die zo’n cultuur voor hen
herkenbaar maken.
De invalshoeken zijn dus vooral een zinvol en praktisch hulpmiddel om ervoor te zorgen dat
in de geschiedenislessen aan economische, politieke, culturele en ecologische aspecten
aandacht wordt besteed. Bovendien helpt het je gericht zoeken naar informatie en voorkom
je een eenzijdige benadering in je lessen.
Geschiedenis gaat altijd over mensen. Het kenmerk van het handelen van een mens is dat
het zich voltrekt in relatie tot anderen en sociaal is. Je kunt dus eigen spreken van de sociaal-
culturele, sociaal-politieke, sociaaleconomische en zelfs van de sociaalecologische
invalshoek.
Je kunt het positieve effect van een levenscyclus nog versterken door de onderwerpen in
samenhang met andere vakken aan te bieden. Bovendien is het voor taalzwakkere leerlingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellekurvers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.