Samenvatting HOOFDZAKEN SOCIALEZEKERHEIDSRECHT, geschreven in 2021 voor het vak Sociale Zekerheid in de master Recht en Arbeid. De hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13 en 15 zijn hierin behandeld.
,Hoofdstuk 1 Inleiding
Helft 19e eeuw: eerste sociale verzekeringsregelingen tot stand die loonarbeiders moesten beschermen tegen
de risico’s van arbeid en stelsels van armenzorg (voorlopers van huidige sociale bijstand) gevormd of verder
uitgebouwd.
Een toestand waarbij voor allen de bezorgdheid voor gebrek wordt uitgesloten à omschrijving sociale
zekerheid conform Van Dale-woordenboek.
Grondslag: armoede geen natuurlijk verschijnsel waarin de mens moet berusten, maar iedereen heeft recht op
bestaanszekerheid en overheid komt hierin een bepaalde verantwoordelijkheid toe.
Sociale zekerheid ßà bestaanszekerheid
Solidariteit is waarde die ten grondslag ligt aan de sociale zekerheid. Het gaat erom dat sterken een bijdrage
leveren aan de bescherming van de zwakkeren: rijk en arm, jong en oud, werkenden en werklozen, kinderlozen
en gezinnen met kinderen.
è Horizontale solidariteit = leden van groep delen onderling risico’s
è Verticale solidariteit = eenzijdige steun van rijken ten opzichte van armen
Sociale zekerheid bedient zich van verschillende methoden van inkomensbescherming
à Verzekeringsprincipe: mensen verzekeren zich tegen betaling van een premie tegen een onzekere
gebeurtenis. Als gebeurtenis zich voordoet, dan is de verzekeraar een geldbedrag verschuldigd.
1. Sociale verzekeringen: de verzekering is verplicht gesteld en geldbedragen worden uitgekeerd in de vorm
van uitkeringen à werkloosheidsuitkeringen of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
2. Sociale voorzieningen: de uitkering wordt verstrekt als men op enig moment aan de wettelijke
voorwaarden voldoet à als bijvoorbeeld iemands inkomen daalt beneden het sociaal minimum kan hij een
voorziening aanvragen in de vorm van sociale bijstand.
3. Eigen spaarvormen: betrokkene heeft ergens spaarrekening waaruit hij voor bepaalde doeleinden gelden
kan onttrekken zonder dat fiscus heffingen oplegt à levensloopregeling (AFGESCHAFT)
a. Publieke regelingen
b. Private regelingen
c. Collectieve sociale zekerheid = sociale zekerheid het voorwerp van afspraken tussen werkgevers en
werknemers
d. Fiscale sociale zekerheid à fiscale stelsel
Uitkeringsvormen (prestaties)
è Verschillende benamingen: pensioenen, toeslagen, aanvullingen, bijdragen, verstrekkingen, etc.
è Sommige uitkeringen houden rekening met andere inkomsten die een persoon heeft à bijstand: komt men
alleen voor in aanmerking als de eigen middelen onder het bestaansminimum liggen (middelentoets)
è Andere regelingen worden onafhankelijk van middelen verstrekt
è Meeste uitkeringen in geld, sommige in natura à hulp door huisarts en operatie in ziekenhuis
è Veel uitkeringen compenseren inkomensverlies en andere erop gericht belemmeringen weg te nemen die
de burger ondervindt om (weer) zelfstandig in het bestaan te voorzien (gehandicapten)
Financiering uitkeringsvormen à sociale verzekeringen worden uit premies gefinancierd en sociale middelen
uit algemene middelen
Werkdefinitie sociale zekerheid: regelingen die bescherming bieden bij sociale risico’s en bij behoeftigheid,
en die uitkeringsgerechtigden steun geven bij het vinden van werk.
è Waarborgfunctie = inkomensbescherming primaire doel van sociale zekerheid
= minimum bescherming (AOW: afgestemd op sociaal minimum) en bescherming tegen inkomensderving
(WW: percentage van laatstverdiende loon)
è Activeringsfunctie = uitkeringsgerechtigden re-integreren, weer terug brengen naar arbeidsmarkt. Is
gekoppeld aan verplichting van uitkeringsgerechtigden om zich ter beschikking te stellen van de
arbeidsmarkt en zich in te spannen om snel weer aan het werk te komen.
Inkomensbescherming moet verband houden met sociale risico’s of behoeftigheid.
è Sociaal risico verwijst naar bepaalde gebeurtenissen in het (werkzame) leven van de mensen die
aanleiding hebben gegeven tot opkomst van sociale verzekeringen.
Sociale risico’s gecodificeerd in Conventie nr. 12 van de IAO betreffende minimumnormen inzake sociale
zekerheid. à Er wordt een onderscheid gemaakt tussen uitkeringen i.v.m.:
- Medische zorg; - Gezinslasten;
- Ziekte; - Moederschap;
- Werkloosheid; - Invaliditeit; en
- Ouderdom; - Overlijden.
- Arbeidsongevallen en beroepsziekten;
2
,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoeGruisen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.