Samenvatting Kennisbasis Geschiedenis
Geschiedenis Geven
Hoofdstuk 1.2: De tijd van de jagers en boeren (tot 3000 v. Chr.)
De homo erectus wordt algemeen erkend als de voorganger van de moderne mens. De oudste sporen
die duiden op bewoning van het huidige Nederland, vermoedelijk door de Neanderthalers, stammen
uit het mesolithicum – middensteenperk. Zowel de homo erectus als de Neanderthaler voorzag in zijn
onderhoud door een combinatie van jagen en verzamelen (produceren en reproduceren). Voor de
homo sapiens sapiens, het volledig moderne menstype welke zo’n 35.000 jaar is geleden gevonden,
bleef de productwijze jagen en verzamelen in kleine nomadische groepen.
Onderzoeksresultaten over het leven van de prehistorische jager-verzamelaar:
- Stelden een voedzaam menu samen uit een gering deel van het totale aanbod
- Besteedden maar een klein deel van de dag aan voedsel zoeken
- Weinig bezittingen en voorraad door nomadisch bestaan
- Materiaal werd gemaakt van wat er voor handen was
- Het levenspatroon past zich aan de seizoenen aan
- Voedsel was van iedereen
12.000 jaar geleden woonden de Rendierjagers in West Europa, die jaagden op rendieren, bizons en
mammoeten. Met het wisselen van seizoenen trokken rendieren naar andere streken. De
Rendierjagers volgden de rendieren, op zoek naar nieuw leefgebied voor 1 seizoen. Spullen werden
vervoerd op sledes of in huid gewikkeld en op de rug gedragen. Gereedschappen waren eenvoudig en
gemaakt van vuursteen. Van gevangen wild werd de huid en de beenderen gebruikt.
Tussen 18.000 en 10.000 jaar geleden heeft zich de overgang naar de huidige, warme tijd voltrokken:
het holoceen. Ongeveer 10.000 jaar geleden begon geleidelijk de overgang van een nomadisch
bestaan naar een agrarische samenleving: de Neolithische revolutie. De groeiplaats van graan en
vervolgens de opslag van de voorraad bonden de verzamelaars aan een plek, waar ze permanente
behuizingen bouwden. Hierdoor veranderde niet alleen het middel van bestaan, de woonplaats en de
hiërarchie, maar ook het landschap en de manier van samenleven.
In 1997 is Trijntje gevonden door onderzoekers op een donk bij Harinxveld-Giessendam. Haar
ouderdom is bepaald op 7.500 jaar, waarmee zij de oudste ‘herkenbare’ mens is van Nederland.
De Bandkeramiekers (5.300 v. Chr.) zijn de eerste landbouwers in ons land. Zij worden zo genoemd
door de gevonden aardewerken potten, versierd met ingekraste patronen in banden over de
oppervlakte. Huizen bestonden voornamelijk uit hout en een strodak.
Het Trechterbekervolk of Hunebedbouwers (3.500 v. Chr.) zijn ook genoemd naar het aardewerk dat
zij achterlieten. Ook zij hadden een dodencultuur, waarbij ze grafgiften en voedsel meegaven in
graven. Hunebedden zijn stenen graven bedekt door een heuvel.
De eerste steden dateren na de Neolithische revolutie, waarbij pas zo’n 6.000 jaar geleden deze
plaatsen uitgroeiden tot machtscentra met naast landbouwers ook handwerkslieden, slagers, priesters
en onderwijzers. Jericho gaat door voor de oudste stad, waarvan de oudste vondsten zo’n 11.000 jaar
oud waren. Babylon was 3.700 jaar geleden de grootste stad.
Tot 4.000 jaar geleden waren alle voorwerpen in ons land van steen, hout of been: de steentijd. Later
werd ontdekt dat koper door toevoeging van tin harder wordt, waardoor er een nieuw metaal ontstond:
brons. Omdat dit zo kenmerkend was, is de bronstijd naar deze periode vernoemd. In Nederland
dateert de bronstijd tussen 2.100 v. Chr. en 700 v. Chr.
Rond 700 v. Chr. werd een nieuw metaal ontdekt: IJzer. De IJzertijd dateert van 700 v Chr. tot 50 v.
Chr. In deze periode trokken de Keltische stammen (boeren) naar Noord Brabant en Limburg en de
Germaanse Friezen (veeteelt) naar Drenthe, Groningen en Friese kustgebied.
Tijdlijn
4.400.000 jaar geleden Oudste fossielen mensachtigen
2 – 1.500.000 jaar geleden Homo Erectus
35.000 jaar geleden Homo Sapiens Sapiens
Eerste kunstuitingen
12.000 jaar geleden Einde laatste ijstijd
Rendierjagers
,10.000 jaar geleden Boeren in het Nabije Oosten
7.500 jaar geleden Trijntje
5.300 v. Chr. Bandkeramiekers
3.500 v. Chr. Hunebedbouwers (Trechterbekervolk)
3.000 v. Chr. Wiel uitgevonden
2.100 v. Chr. Einde steentijd
2.100 v. Chr. Bronstijd
700 v. Chr. – 50 v. Chr. IJzertijd
50 v. Chr. Einde prehistorie in Nederland, begin (proto)historie
, Hoofdstuk 2.2: De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. Chr. – 500 n. Chr)
2.2.1 De Griekse stadstaten
In de 8e eeuw voor Christus waren in de Griekse wereld landbouwgemeenschappen uitgegroeid tot
stadstaten, ook wel polis genoemd. Het is een verzameling van dorpen met een stedelijk centrum. Alle
poleis hadden hun eigen wetten en regels.
Het oude Griekenland was politiek zeer verdeeld, maar er waren ook onderdelen van de cultuur die
voor alle Grieken gelijk was:
- De taal
- De spelen
- De overige wedstrijden
- De literatuur
- De verstedelijking
- De godsdienst
- Bepaalde gewoontes en gebruiken
2.2.2 Griekse goden
De Grieken kenden vele goden die zij zich voorsteden als geïdealiseerde mensen. Zij woonden op de
berg Olympus. Bij ingewikkelde levensvragen raadpleegde de Grieken de goden. Zij deden dit via
orakels, daar zijn er ongeveer 250 van in het land.
Goden moeten tempels hebben. Steden eerden hun beschermgod en dankten hen voor voorspoed,
een goede oogst of oorlogsoverwinningen.
2.2.3 Het Griekse denken
De filosofie is afkomstig uit Griekenland en betekent letterlijk: liefde voor wijsheid. Thales was de
vader van de filosofie. Hij voorspelde de zonsverduistering en werd toen wetenschapper genoemd. Hij
deelde het jaar in 365 dagen en ontdekte de sterrenbeelden. Socrates richtte zijn aandacht op kennis
en ethiek. Vragen die hij stelde gingen bijvoorbeeld over goed gedrag.
2.2.4 De olympische spelen
De eerste olympische spelen vonden plaats in 776 v. Chr. bij het heiligdom van Zeus in Olympia. Eens
in de vier jaar organiseerde de Grieken daar wedstrijden.
2.2.6 Literatuur
Rond 800 v. Chr. introduceerden de Phoeniciërs het schrift in Griekenland. De namen van de Griekse
helden zijn nog steeds algemeen bekend, de bekendste is Hercules.
2.2.7 Griekse nalatenschap
In 146 v. Chr. was het definitief afgelopen met de zelfstandigheid van de Griekse stadstaten. Toen
werd Griekenland bezet door de Romeinen. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.
Vooral de theaterkunsten, het schrift en de taal, maar ook wetenschap, filosofie, astronomie, wis- en
natuurkunde, geschiedenis en natuurkunde zijn overgenomen.
2.2.8 De stichting van Rome (753 v. Chr. – 508 v. Chr.)
De stad werd gebouwd op zeven heuvel bij een rivier, de Tiber.
2.2.9 Het bestuur van de republiek (508 v. Chr. – 31 v. Chr.)
De leiding lag bij twee consuls. Zij werden gekozen voor een periode van één jaar en bezaten beiden
een vetorecht om machtsmisbruik tegen te gaan. De belangrijkste besluiten (belasting, oorlog, vrede)
werden genomen door de senaat. Hierin zaten de hoofden van de adellijke families. Soms was er een
volksvergadering, maar de uitkomst kon door de senaat genegeerd worden. Later kwam er een
volkstribuun, voor de plebejers/plebs (het gewone volk). Op een bepaald moment was heel Italië bezit
van Rome.
Rome wantrouwde haar buren en wachtte niet af met aanvallen, maar nam zelf het initiatief. De
Romeinen hadden het idee dat ze de wereld iets te bieden hadden.
Julius Caesar begon als stadhouder van Noord-Italië en de zuidelijke strook van Frankrijk. Vanuit hier
begon hij zijn veroveringen. Daarna kwam hij aan de macht in Rome, door zijn tegenstander te
wurgen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederikezwiers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.