Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Dit is een samenvatting van het vak Geschiedenis van de hoofdstukken 6 t/m 10. Deze samenvatting is gebaseerd op de kenmerkende aspecten die je ook moet leren voor je examens.
Tijdvak 6: De tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700)
Kenmerk 23: het streven van vorsten naar absolute macht
1600-1700: In veel Europese landen een strijd van de macht -> veel vorsten streefde naar absolute
macht
Macht Republiek: Rijke burgers & regenten
Frankrijk: Lodewijk XIV (zonnekoning) (1643 -1715)
Door Franse burgeroorlog vertrouwen weg van Lodewijk in het parlement
-> absolute monarchie (de staat, dat ben ik), leger onder controle van de staat
-> protestantisme verboden (1685)
-> militair sterkste land van Europa -> om alles te betalen mercantilisme
Mercantilisme = economisch systeem, overheid grijpt in -> import beperken, productie/ export
bevorderen
Hobbes: een staat heeft een absolute macht nodig
Kenmerk 24: De bijzondere plaats in staatskundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse republiek
1625 – 1675: De gouden eeuw
Republiek: Moedergenotie = de moeder der handel
1585: De val van Antwerpen -> Amsterdam wordt grootste handelsmarkt van Europa
Decentraal bestuur = elk van de 7 gewesten was zelfstandig, maar naar buiten toe traden ze op als
een eenheid
De macht was in de handen van de regenten (vaak rijke families die elkaar benoemden)
-> de steden werden geleid door een vroedschap
-> die gingen naar de Staten-Generaal (= buitenlandse zaken)
Raadspensionaris = hoogste functie in de Staten-Generaal adviseur van de regering, hield namens de
SG contacten met het buitenland
2 groepen regenten
1) Staatsgezinde, macht moest bij regenten / SG liggen
2) Prinsgezinden, macht moest bij stadhouder (machtigste man Republiek)
-> gevolg: stadhouderloos tijdperk (1650-1672), rampjaar 1672
Kenmerk 25: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
Ontdekkingsreizen -> nieuwe mogelijkheden handel, reizen, economie en politiek
-> allerlei bedrijven in de Republiek gingen handelen met Azië -> chaos, veel concurrentie, dalende
winsten oplossing ->
1602: Oprichting VOC, bestuur in handen van heren 17
-> kreeg monopolie over handen in heel Azië
-> bevoegdheden: verdragen sluiten, oorlog voeren, gebieden besturen -> gouverneur-generaal
-> eerste multinational: bouwden in Azië veel handelsposten en speelde grote rol in de
wereldeconomie
, Handelskapitalisme = koopmannen (ondernemers) hielden zich bezig met handel en nijverheid en
investeerden een deel van de winst in de onderneming
-> gaven niet altijd zelf leiding aan onderneming
1621: Oprichting WIC (West-Indische Compagnie)
-> voor handel tussen Afrika en West-Indië
-> trans-Atlantische handel (EU -> Afrika -> Amerika)
Kenmerk 26: De wetenschappelijke revolutie
Wetenschappelijke revolutie = doorbraak van wetenschappelijke manier van denken. Radicale twijfel
aan alles -> kennis gebaseerd op empirisch onderzoek
Overheden steenden de wetenschappelijke revolutie omdat het nut had voor hun oorlog en handel
Belangrijkste wetenschappers
1) Copernicus: beweerde dat aarde om de zon heen draait i.p.v. andersom & om zijn eigen as
2) Galileo Galilei: uitvinder telescoop, bewees hiermee bewering vsn Copernicus
3) Francis Bacon: wetenschappelijke methode via empirisch onderzoek
4) Isaac Newton: ontdekking natuurwetten o.a. zwaartekracht
5) René Descartes: filosoof, radicale twijfel aan alles, vertrouw je waarnemingen niet, vertrouw
de wiskunde
Tijdvak 7: De tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800)
Kenmerk 27: rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Verlichting = periode in de filosofie waarin de denkers met de zede (= verstand) alle verschijnselen
probeerden te verklaren
-> Rationalisme = toepassing van redelijkheid, gebruik van gezond verstand
-> 3 kernwaarden verlichting: tolerantie, vrijheid en gelijkheid
-> Samenleving moet gebaseerd zijn op rede i.p.v. erfelijke rechten of religie
-> begin van onderzoeken van sociale kwesties (ethiek)
Voltaire: deïst = god heeft de wereld wel gemaakt maar greep niet meer in, alles op aarde verliep
volgens vaste, logische natuurwetten
Montesquieu: trias politica
-> rechtgevende macht, uitvoerende macht en wetgevende macht
Adam Smith: boek over economie, vraag en aanbod
-> hoe minder de overheid zich met de economie bemoeid, hoe welvarender het land zal zijn
Gewone burgers hadden het zwaar -> wouden stemrecht
Kenmerk 28: voortbestaan van het acien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijds verlichte wijze vorm te geven
Verlicht absolutisme = systeem waarbij een vorst de absolute macht heeft en verlichte hervormingen
van bovenaf invoert
-> Franse vorsten en rijke burger kwamen hiertegen in opstand
-> verlichte denkers begonnen ideeën te publiceren over soevereiniteit, staat en burger, vrijheid en
gelijkheid, de relatie tussen de vorst en onderdaan
Vorsten voeren een aantal verlichte ideeën in -> om burgers in toom te houden
Verlichte vorsten: “alles voor het volk en niets door het volk”
Frederik de Grote: verlichte vorst -> voerde vrijheid van meningsuiting in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.