Samenvatting van het boek "Discovering Statistics using SPSS" van Andy Field. De hoofdstukken 1 t/m 9, 11, 13, 17 en 18 zijn samengevat, die nodig waren voor het tweedejaarsvak Statistiek. Van hoofdstuk 11, 13, 17 en 18 zijn alleen de hoofdlijnen samengevat, omdat deze hoofdstukken in het boek voor...
H1 t/m h9, h11, h13, h17 en h18
February 15, 2017
25
2016/2017
Summary
Subjects
andy field
statistiek
spss
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Intermediate Statistics 2 Study Guide
4.4 Multivariate Data Analysis - Literature Summary
Summary Applied Data Analyses
All for this textbook (28)
Written for
Tilburg University (UVT)
Communication and Information Sciences
Statistiek SPSS
All documents for this subject (1)
42
reviews
By: philiprunge007 • 2 year ago
By: evelinevandegroep • 2 year ago
By: kimberlyhart7 • 3 year ago
By: maximpetin4 • 3 year ago
By: raymond_huuksloot • 3 year ago
By: lotteelshout • 3 year ago
By: dbesseling26 • 3 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
SanneRood
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 – Research process, analysing data and reporting data
https://uk.sagepub.com/en-gb/eur/discovering-statistics-using-ibm-spss-
statistics/book238032
Kwantitatief = als er cijfers bij betrokken zijn.
Kwalitatief = als er taal geanalyseerd wordt.
Hoe doe je onderzoek?
Je begint een onderzoek met een observatie die je graag wilt begrijpen. Hier probeer je
verklaringen voor te bedenken (bijvoorbeeld waarom kijkt je kat wel naar tv als er vogels zijn
maar niet als er kwallen zijn) of theorieën. Hieruit kun je hypotheses opstellen. Over het
onderwerp ga je vervolgens data verzamelen. De analyse van die data kan jouw hypothese
ondersteunen of juist niet. Theorieën leiden tot data verzameling en data collectie/analyse
informeert de theorieën weer.
Theory = data uitleggen. Bijvoorbeeld dat mensen met een narcistische persoonlijke stoornis
vaker auditie doen voor Big Brother dan mensen zonder. Verklaringen voor een bepaalde
observatie.
Hypothesis = een voorspelling van de theorie, bijvoorbeeld dat het aantal mensen met een
narcistische persoonlijke stoornis die op komen dagen voor de auditie hoger is dan het
algemene level in de populatie (ongeveer 1%).
Als je de data gaat controleren en berekenen en uiteindelijk blijkt dat je hypothese niet klopt,
dan falsifieer je deze. Klopt hij wel, dan neem je hem aan.
Bij het verzamelen van de data horen ook nog andere dingen. Je moet variabelen opstellen:
dependent variable = afhankelijke variabele, dat wat we denken dat het effect is. Dit
is de variabele die de uitkomst is.
independent variable = onafhankelijke variabele, dat wat we denken dat de oorzaak
van het effect is. Dit is de variabele die wordt gemanipuleerd.
predictor variable = dit is een andere term voor de onafhankelijke variabele.
outcome variable = dit is een andere term voor afhankelijke variabele.
categorial variable = deze bestaat uit categorieën. Je behoort altijd tot één
categorie. Stel je hebt: mensen, katten en fruitrepen, dan hoor je tot de mensen. Je
hoort niet een klein beetje bij mensen en een klein beetje bij fruitrepen. Het beschrijft
entiteiten, zoals man of vrouw. Hieronder vallen de binaire, nominale en ordinale
variabele.
binary variable = Er zijn maar twee categorieën. Man en vrouw lijkt dan weer meer
op een binaire variabele. Andere voorbeelden zijn levend of dood, zwanger of niet. Er
is altijd een “ja” of een “nee”.
continuous variable = een die ons een score geeft voor elke persoon en elke
waarde op de meetschaal kan nemen. Hieronder vallen de interval en ratio
variabelen.
discrete variable = deze kan alleen maar hele getallen op de schaal hebben.
Levels of measurement
De variabelen kun je gaan meten. Er zijn verschillende meetniveaus:
1. Nominale niveau: als dingen dezelfde naam hebben, maar er meer dan twee
mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld het kiezen van een nummer voor achterop je shirt.
2. Ordinale niveau: dit vertelt ons niet dat er iets heeft plaatsgevonden, maar juist in
welke volgorde dan. Deze data vertelt ons niets over verschillen tussen waardes.
3. Interval niveau: de meeste metingen hebben dit als niveau. Het zijn gelijke
intervallen. Als je iets op een vijfpuntsschaal moet beoordelen, dan ligt er tussen de 1
en 2 evenveel als tussen de 4 en de 5.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SanneRood. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.