1 Woordsoorten en constituenten (10 p + 5 p)
1. In welke zin is het onderstreepte een voornaamwoordelijk bijwoord?
A. Loop je een eindje met me mee?
B. Ik kan nu nergens om lachen.
C. Dat vliegtuigje scheert langs me heen.
D. Kijk, daar gaan ze allemaal naartoe!
2. Bekijk de volgende zinnen:
1. De mededeling dat hij ontslagen was, sloeg ons met verstomming.
2. We kunnen het nieuws dat we daarover kregen nog steeds niet geloven.
3. Wat hij ons vertelde, beviel ons in geen geval.
4. We weten niet zeker wat de ware toedracht is van de zaak.
Welke van de volgende beweringen is juist m.b.t. die zinnen?
A. Dat in 1 en 2 heeft dezelfde woordsoort, wat in 3 en 4 ook.
B. Dat in 1 en 2 heeft dezelfde woordsoort, maar wat in 3 en 4 niet.
C. Wat in 3 en 4 heeft dezelfde woordsoort, maar dat in 1 en 2 niet.
D. Wat in 3 en 4 heeft een verschillende woordsoort en dat in 1 en 2 ook.
3. Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden?
1. Wat een toeval dat je dat hondje terugvond.
2. Deze formulering is anders dan de oorspronkelijke.
3. Naar verluidt is de begroting nog niet in evenwicht.
4. Dankzij de inspanning van mijn vader komt alles in orde.
A. Voegwoord in 1, 2 en 3 en voorzetsel in 4.
B. Voegwoord in 1 en 2 en voorzetsel in 3 en 4.
C. Bijwoord in 2 en 4, betrekkelijk voornaamwoord in 1 en voorzetsel in 3.
D. Bijwoord in 4, betrekkelijk voornaamwoord in 1 en voorzetsel in 2 en 3.
4. Vergelijk de volgende zinnen:
1. Er blijken maar weinig studenten enthousiast te zijn geweest over zijn lessen.
2. Tegenwoordig raken jongeren gemakkelijk aan de drugs.
3. Ik blijf geïrriteerd door zijn wansmakelijke gedrag.
4. Niemand scheen in zijn lessen geïnteresseerd te zijn.
We vinden:
A. een hww in 1 en 4, een kww in 2 en 3
B. Een kww in 1 en 2, een hww in 3 en 4
C. een zww in 1, een hww in 2, een kww in 3 en 4
D. Een kww in 1 en 3, een zww in 2 en 4.
5. Hoeveel VzC’s (voorzetselconstituenten) staan er in de volgende zin?
Volgens LA Times zou de filmstudio Universal ervoor gekozen hebben een spin-off te
maken van Snow White and the Huntsman waarbij de focus niet langer op Kristen
Stewart ligt, gezien haar slippertje met regisseur Rupert Sanders.
A. 5
,B. 6
C. 7
D. 8
6. Bekijk de volgende zin:
Er wordt dus onderzocht of Michelle Martin evenwel in de gevangenis kan blijven,
want met haar weet je maar nooit en bovendien is het beter voor de gemoedsrust
van de slachtoffers.
Het aantal voegwoordelijke bijwoorden is:
A. 2
B. 3
C. 4
D. 5.
7. Bekijk de volgende zinnen:
1. Wie van de twee moet volgens jou een straf krijgen?
2. Het houden van een straatrace is erg gevaarlijk.
3. Hoe hij op het idee gekomen is, blijft een raadsel.
4. Zo roekeloos als die jongens sta ik niet in het leven.
De onderstreepte constituenten zijn:
A. NC in 1 en 3, AdvC in 2 en 4
B. TelwC in 1, AdjCin 2 en 4, VwC in 3
C. NC in 1 en 2, AdvC in 3, AdjC in 4
D. TelwC in 1, NC in 2, VwC in 3, AdjC in 4.
Vragen over woordsoorten
Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden? Vermeld ook de
subcategorie en wees zo specifiek mogelijk.
A. Het moment waarop (1) er erge vorst intreedt, gebeuren er ongetwijfeld (2)
ongevallen in het land.
Zoals (3) men zegt, is het (4) altijd heerlijk je te laten (5) verzorgen door een
geliefde.
Wat (6) mensen voor elkaar (7) doen, overstijgt nochtans (8) de verbeelding.
Zoveel (9) goedheid is de mens toch wel eigen (10).
Daar heb je je (11) nu toch warempel in (12) vergist!
B. In Madison is vorige (1) donderdag een verdachte opgepakt met een vreemde
naam. De 30-jarige Beezow Doo-Doo Zoipittybop Bop-bop vloog de cel in (2)
omdat hij drugs bij zich had.
Gezien (3) de zes uitverkochte concerten zullen in totaal 4000 kinderen
meezingen met Kapitein Winokio.
Nogal wat mensen die teksten moet schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg
voor (4) hebben en maken er zich (5) bovendien (6) zo gauw mogelijk vanaf.
“Gelijk een kuip mortel die van een stelling valt” schreef Louis Paul Boon.
, Weinig mensen hebben ooit zo’n (7) kuip naar beneden zien komen, en toch zien
we het (8) gebeuren op het moment dat Boon dat schrijft en we beseffen wat (9)
hij heeft bedoeld.
Djokovic speelt geen toernooien meer tot (10) hij zijn titel verdedigt op de eerste
Grand Slam.
Dode zeeschildpadden spoelen de laatste weken massaal aan op de stranden van
Magnolia State. Samen met andere dode dieren liggen (11) ze te rotten in het
zand.
In het boek maken we kennis met de principes van mindfulness, het is een
voorbeeld van hoe (12) de mindfulnesstechnieken geïntegreerd kunnen worden
in het werk met kinderen.
C. Ik wil me nergens mee (1) bemoeien, maar dat (2) agenten een vuilniswagen
moeten escorteren gaat volgens mij te ver.
Menigeen (3) weigerde het woord ‘pussy’ van Pussy Galore uit te spreken, wat
(4) leidde tot bizarre gesprekken.
Ik durf niet te beweren dat ik altijd zo zuiver als (5) sneeuw ben, maar ik probeer
het (6) tenminste.
Maar luidens (7) de aanklacht gebruikten Harvey en Bob Weinsteins valse
boekhoudmethodes om de echte bedragen te verbergen.
De kosten lopen snel (8) op (9).
Toen (10) hem gevraagd werd naar de reden, kon jij niet antwoorden.
Ik vraag me overigens (11) af waar (12) zij opgegroeid is?
Vragen over constituenten
Benoem het type constituent.
Ouders blijken even fit als hun kinderen.
De deeltjes zijn in staat erg diep door te dringen in de longen.
Hij staat erop dat hij dat mag doen.
Sommige verzekeringen hebben dat aangeraden met het oog op de veranderende
ecologische situatie.
Voor we begonnen met de viering, kregen alle deelnemers een roze strikje
opgespeld.
Op basis van het reglement konden we dat niet uitmaken.
Hij kwam die bewuste dag veel te laat thuis.
De dief sloop om het huis heen.
Zij vindt dat zeer erg.
De postbode kroop onder het poortje door.
Hij heeft zich bezeerd.
Waar heb je dat gezien?
Gezien de omstandigheden hebben we het examen moeten uitstellen.
Wie van jullie beiden heet Jacqueline?
Niet stilstaan voor je thuis bent, hoor!
Toen sloten de hekken en werd de buitenwereld aan zijn oog onttrokken.
De lift bracht de bezoekers nergens heen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eldhooge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.26. You're not tied to anything after your purchase.