Samenvatting Hoor- en Werkcollege stof Inleiding Verbintenissenrecht
2 views 0 purchase
Course
Verbintenissenrecht
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Dit document bevat aantekeningen uit de hoorcolleges en de werkcolleges van het vak inleiding verbintenissenrecht. Alle stof die je moet kennen voor het tentamen word hierin behandeld.
Week 1
Rechtsfeit is een feit waaraan een regel van objectief recht een rechtsgevolg verbind.
Rechtsfeiten bestaan uit menselijke handelingen en blote rechtsfeiten.
Menselijke handelingen kun je opdelen in feitelijke handelingen en rechtshandelingen.
Bij een rechtshandeling zijn de rechtsgevolgen de bedoeling(beoogd).
Blote rechtsfeiten zijn het tegenovergestelde van rechtshandelingen, daar hoef je niks voor
te doen. Bijvoorbeeld dood of geboorte.
Feitelijke handelingen zijn rechtsgevolgen die niet de bedoeling zijn(beoogd). (bijvoorbeeld
onrechtmatige daad, rechtmatige daad of een wanprestatie)
Gerichte eenzijdige rechtshandeling is bijv ontslag nemen.
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling is bijv het opstellen van een testament voor je erfenis.
Overeenkomst is een rechtsfeit waaruit een verbintenis ontstaat. Ontstaat door een aanbod
en aanvaarding.
Drie eisen bij een overeenkomst:
Wilsovereenstemming betekent dat de wilsverklaring van beide partijen bij een
overeenkomst overeenstemmen. wilsverklaring > 3:37 lid 1 BW
Handelingsbekwaamheid onbekwaam betekent dat de overeenkomst vernietigbaar is 3:32
BW. Onbekwaam ben je als je minderjarig bent. (1:233 BW, uitzonderingen > 1:234)
Geoorloofdheid betekent als het in strijd is met de goede zeden of openbare orde dat de
overeenkomst nietig is. art 3:40
Verbintenis is het (vorderings)recht van het één en de (schuld)plicht van een ander.
Presteren=betalen=nakomen. Iets: geven, doen, dulden (toelaten), nalaten (niet
doen(concurrentiebeding))
Verbintenissen kunnen ontstaan uit overeenkomsten, de wet (onrechtmatige daad) en de
wet (rechtmatige daad)
Rechtsvordering is de mogelijkheid om naar de rechter te stappen.
Civiele verbintenis:
Crediteur heeft het vorderingsrecht en de rechtsvordering, debiteur heeft een schuldplicht
en is aansprakelijk. Ook kan de crediteur zich verhalen op het vermogen van de debiteur.
Uitwinbaarheid is dat het vermogen van de debiteur kan worden uitgewonnen.
Natuurlijke verbintenis:
Art. 6:3 BW, een rechtens niet afdwingbare verbintenis. Er zijn drie redenen waardoor een
verbintenis natuurlijk kan zijn. De wet, overeenkomst en ‘dringende verplichting van moraal
en fatsoen’. >Hierbij creëer je zelf een verplichting op grond van moraal en fatsoen.
Een natuurlijke verbintenis is geen schenking. Vrijwillige voldoening aan een natuurlijke
verbintenis is geen onverschuldigde betaling.
Inhoud van een verbintenis die voortvloeit uit de wet staat in de wet. Verbintenissen die
ontstaan uit een overeenkomst art. 6:2 en 6:248 BW.
, Dwingend recht zijn bepalingen in de wet die je moet nakomen. (als je daarvan afwijkt is het
nietig of krijg je een straf. bijvoorbeeld: 1:115 BW)
Regelend/aanvullend recht zijn bepalingen die je niet hoeft na te komen. Als je zelf iets
anders hebt bedacht. (bijvoorbeeld 6:115 BW)
Voorwaardelijke verbintenis is dat het aan de vooraf opgestelde voorwaarden ligt of de
verbintenis in werking treedt. 6:21 BW.
Alternatieve verbintenis is dat er een of meer verschillende prestaties zijn, je kunt dan
kiezen. 6:17 BW.
Opschortende voorwaarde is dat de verbintenis pas inwerking treed als de voorwaarden
behaald zijn. 6:22 BW.
Ontbindende voorwaarde is dat de verbintenis vervalt als er niet aan de voorwaarden
voldaan wordt. 6:22 BW.
Pluraliteit van schuldeisers 6:15 BW. Als er meerdere schuldeisers zijn is de hoofdregel dat ze
in gelijke eisen.
Hoofdelijke verbintenis is dat er een pluraliteit is van schuldenaren, hoofdregel is dat ze
allebei gelijke delen leveren.6:6 BW.
Regresrecht is dat 1 van de 2 schuldenaren alles betaalt en dan later nog een deal wil met de
ander voor zijn gelijke deel. 6:10 BW.
Week 2 Rechtmatige daden
(on)Rechtmatige daden zijn feitelijke handelingen. Omdat de rechtsgevolgen niet de
bedoeling zijn geweest.
Er zijn 3 rechtmatige daden:
Zaakwaarneming 6:198 e.v. BW, is het behartigen van andermans belang. Er zijn 4 vereisten:
- Iemand anders belang behartigen. (feitelijk of rechtshandeling)
- Het moet willens en wetens (opzet) gebeuren.
- Zonder opdracht.
- Er moet sprake zijn van een redelijke grond. (reden)
Onverschuldigde betaling 6:203 e.v. BW, is dat je per ongeluk een geld of een goed betaalt.
Je kan het altijd terugvorderen. 6:209 is belangrijk.
Ongerechtvaardigde verrijking 6:212 e.v. BW, is bijv dat een schilder het huis van de buren
schildert en niet mijn huis. Dat de schilder van de buren een schadevergoeding kan
vorderen.
Week 3 Nakoming
Nakoming art. 3:296 BW 5 vragen:
- Wat moet je nakomen?
Geld, goederen of prestatie. Goederen kun je opdelen in species en zaken. Species
zaken zijn individueel bepaalde zaken 6:27 BW. Genus zaken zijn vervangbare zaken
van dezelfde soort 6:28 BW.
Inbetalinggeving is dat je met toestemming van de crediteur een andere prestatie
levert. 6:45 BW. 6:29 BW is dat je met toestemming in gedeelten kan betalen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bo66. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.