WERKGROEP VERDIEPING INKOMSTENBELASTING 2015-2016
OPDRACHT 3 WEEK 39
Recap: Art. 4.12 maakt onderscheid tussen reguliere en vervreemdingsvoordelen. Van belang
voor genietingsmoment -> reguliere voordelen = kas waarde 4.43 en vervreemdingsvoordelen in
4.46. 4.13 bijzondere vormen van reguliere voordelen. 4.16 bijzondere vormen van
vervreemdingsvoordelen.
4.13 reguliere voordelen: uitkeren bonusaandelen leidt niet tot belastingheffing (lid 2) -> maar
krijgt ook geen VP o.g.v. 4.46.
DB: bonusaandelen ten laste van agioreserve? Er gaan geen stille reserve, geen heffing.
Bonusaandelen ten laste van winstreserve? Wel belast!
Terugbetaling van hetgeen op aandelen is gestort -> 4.13 1 sub b jo. 3 lid 1 sub d DB: belast
voordeel! Slechts te voorkomen door truc: AVA moet nominaal kapitaal verlagen, die verlaging
terugbetalen, dan onbelast!
Als er agio wordt terugbetaald: in contanten? Altijd belast! Best raar, maar lastig vast te stellen
of het afkomstig is uit agioreserve dan wel winstreserve. Gestort agio terug betalen: agio
omzetten in nominaal kapitaal en vervolgens AVA nominaal kapitaal te laten verlagen -> dan
wel onbelast! Dit leidt wel tot verlaging VP -> 4.33!
1. Jan koopt en verkoopt aandelen in X BV, geplaatst kapitaal €100.000, verdeeld in 1000
aandelen. De transacties zijn:
- aankoop 20 aandelen voor (tezamen) € 50.000,
- aankoop 500 aandelen voor (tezamen) € 1.500.000,
- aankoop 80 aandelen voor € 300.000,
- verkoop 50 aandelen voor € 200.000.
Jan had geen aandelen in X BV vóór de eerste transactie. Beschrijf de AB-gevolgen.
Wat is de verkrijgingsprijs van de aandelen die hij overhoudt na de laatste transactie?
4.19 VV = OP(4.20) –VP (4.21)
Aankoop 1--> 20 aandelen, slechts 2%, dus geen AB -> box 3!
Aankoop 2--> 20 + 500 aandelen, 52%, hij valt onder het AB (4.23)
Verkrijgingsprijs voor 500 aandelen is 1.500.000, 20 aandelen die hij al had, gaan ook nu tot
het ab behoren. Art 4.23 IB verkrijgingsprijs bij overgang van box 3 naar box 2 ->
aandelen die je had krijgen zelfde waarde als aandelen die je kocht om aandelen te
hebben, dit is 1.500.000/500 = 3000!
500 aandelen voor 1.500.000 á 3.000 per aandeel. 20 aandelen krijgen zelfde prijs; 20 x
3000 = 60.000. Totale verkrijgingsprijs = 1.500.000 + 60.000 = 1.560.000!
(--> waarde in het economische verkeer is 1.500.000, waarde van die 20 aandelen is dan
20/500*1.500.000 = 60.000.) De totale verkrijgingsprijs is 1.560.000. 1.560.000/520=3000.
Dit is de waarde per aandeel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phd-ss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.