100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderzoeksmethoden voor bedrijfskunde $10.72   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderzoeksmethoden voor bedrijfskunde

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document is een samenvatting van het vak onderzoeksmethoden voor bedrijfskunde in het schakelprogramma bedrijfskunde.

Preview 4 out of 42  pages

  • June 27, 2023
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Onderzoeksmethoden voor bedrijfskunde
Waarom onderzoeksmethoden ?
- Weerbaar zijn in de samenleving gedreven door onderzoek
o goed en slecht onderzoek kunnen onderscheiden
- Helpt ons beslissingen te nemen bv. als manager
- Onderzoeksmethoden als noodzaak
o Om problemen op te lossen
o Ontstaan uit praktische problemen waarmee we geconfornteerd werden

Wat is onderzoek?
- Inzicht in de rol en relevantie van onderzoeksmethoden
- Zelf onderzoek leren uitvoeren
- Onderzoek kunnen evalueren en beoordelen
- Brede basis

Hoorcollege 1: scientific research (CH. 2)
Wat is wetenschap?
= systeem/methode om tot gefundeerde kennis te komen
- Geaccumuleerde kennis: georganiseerd intheorieën en gestoeld op empirische gegevens
- Een langzaam eeuwenlang proces  kennis opbouw waarbij theorieën worden bijgesteld
Wat is het verschil tussen het verwerven van alledaagse en wetenschappelijke kennis?
- Strikte regels om de kwaliteit te waarborgen en zo tot geldige en betrouwbare kennis te
komen
Andere bronnen van kennis:
- Eigen ervaringen en waarnemingen
- Pers, media
- Ideologieën

Positie van sociale wetenschappen
Alfa-, beta- en gammawetenschappen
- Alfa- of geesteswetenschappen = studie van product menselijk handelen, producten van
menselijk handelen
- Beta- of natuurwetenschappen: natuurwetten
o 19e eeuw
o C.P. Snow (1959) “The Two Cultures”
- Gamma: sociale wetenschappen: focus op mensen en maatschappij
o 20ste eeuw
o Wolf Lepenies (1985) “Die drei Kulturen”
 Hebben allemaal hun eigen methodes om onderzoek te voeren
o Organisatie in grote wetenschapsgebieden en disciplines beïnvloedt onze manier van
denken en wetenschap uitoefenen
o Methodologie is onderdeel van elke discipline
o Welke methoden moet sociaalwetenschappelijk onderzoek gebruiken?
 methodenstrijd

Sociaalwetenschappelijk onderzoek?
= productie van geldige en betrouwbare kennis over de sociale realiteit door het combineren van
theorie en empirie volgens rigoureuze methodologische principes
- Geen cacuüm maar een context




1

, - Context van sociaalwetenschappelijk onderzoek:
o Contextfactoren bepalen hoe je SW-onderzoek zal doen

Wat is een theorie?:
1. Logisch samenhangend geheel van uitspraken over relaties tussen concepten = bouwstenen;
concepten die je gebruikt
Concept = abstract idee een label toedienen, label toedienen aan wat we waarnemen
samenvatten in een abstract idee
o Broken window theory: Verloedering zorgt voor meer criminaliteit bv. gebroken
raam, grafitti
2. Emprisch toetsbaar:
- Verifieerbaar (waarneembaar = observeerbare gevolgen)
- Weerlegbaar (mogelijk te weerleggen)
- Gemeenschappelijk, transparantie = moet toegankelijk zijn voor andere mensen om waar te
nemen veralgemeenbaar:
- Belangrijk verschil met andere kennissystemen
3. Veralgemeenbaar: gaat over meer dan éénmalig fenomeen op één plaats
 Verhalen over hoe en waarom verschijnselen optreden, verhalen van de werkelijkheid,
fenomenen verklaren en in kaart brengen

Wat is emirie?:
- = ervaren van de wereld rondom ons door waarneming, gebaseerd op ervaring
- vastleggen via dataverzameling
- objectief waarnemen?

Samenspel tussen empirie & theorie  empirische cyclus of inductieve-deductieve cyclus
- Verloopt via twee argumentaties:
o Vanuit een observatie (inductie): Observeren van fenomenen die vragen oproepen –
Systematischeobservatie → hypothesen → Theorie
bv. stel je telt zwanen in een park  alle zwanen zijn wit
 Specifiek  algemeen
o Vanuit een theorie (deductie): Theorie onderwerpen aan toetsing en evaluatie,
bijstelling, toetsing en evaluatie
bv. alle zoogdieren hebben een ruggengraad  mens is een zoogdier dus heeft een
ruggengraad
 Algemeen  specifiek
- Voortdurend proces steeds bijstellen bv. je komt een zwatre zwaan tegen

Veralgemeningen, ideeën




Waarnemingen, realiteit


2

,In wetenschap worden twee bronnen van kennis als legitiem beschouwd:
 Twee denkwijzen die bepalende invloed hebben gehad op wetenschap
- Rationeel denken  Rationalisme ( deductie): mens heeft ook die werkelijkheid, verstand
kan lezen
o Denkrichting die stelt dat ware kennis deductief tot stand komt
o Deductieve benadering: uit rationale overwegingen moeten hypothesen ontwikkeld
worden die vervolgend getoets worden (falsificatie)
Rationalisime: logica en logische afleiding → garantie op waarheid
- De rede is de voornaamste bron van kennis (<> openbaring/traditie of ervaring)
- Werkelijkheid: inherente redelijke en logische structuur
- Waarheid bestaat en kan direct door het verstand ‘gelezen’ worden
 Deze waarheden zijn fundamenteel en ze ontkennen leidt tot contradictie
 Deze waarheden zijn vanzelfsprekend waar en hun ontkenning zijn vanzelfsprekend fout Bv. Alle
driehoeken hebben drie hoeken
o René Descartes (1596-1650): Observatie en ervaring zijn vaak misleidend
Het enige waar je met zekerheid van kan uitgaan, is cogito ergo sum => methodische
twijfel - Alleen in de rede vindt “eeuwige waarheid” een solide grond (~zekerheid)
Rationalistisch uitgangspunt: Ware kennis komt deductief tot stand
- Een mens heeft het vermogen om rationeel te denken → theorieën als rationale constructies
- Uit rationale overwegingen en theorieën kunnen hypothesen over de wereld afgeleid
worden
 Deductieve benadering, theorieën moeten de toets van falsificatie doorstaan

- Observatie  empiricisme ( inductie): vertrekken vanuit waarnemingen, systematische
observatie, kennis komt hieruit voort
o Denkrichting die stelt dat sensorische waarneming, samen met inductie, de enige
bron is van alle kennis
o Inductieve benadering: ideeën moeten getoetst worden voordat ze als kennis
gedefinieerd kunnen worden
Empircisme:
- Tegenhanger van het rationalisme: rede te beperkt om als fundament voor kennis te dienen
- Kennis komt voort uit ervaring en observatie van de werkelijkheid en de reflectie daarop
o John Locke (1632-1704): Mens wordt geboren als een ‘tabula rasa’ (een leeg blad) →
er bestaat geen aangeboren ware kennis
Intuïtie is misleidend
Niets is kenbaar zonder systematische observatie
Empiricistisch uitgangspunt: Ware kennis komt inductief tot stand
Wie in de wereld staat, observeert
- Particuliere observaties → veralgemeningen
Theorieën = veralgemeningen van abstracties van particuliere observaties
 Inductieve benadering, theorieën moeten de toets van verificatie doorstaan

Wetenschappelijke kennis?
- Moderne wetenschappelijke kennis komt tot stand in een samenspel van rationeel denken
en empirische observatie
- In wetenschap worden bronnen van kennis onderworpen aan
o Rationele, logische analyse
o Empirische toetsing (verificatie/falsificatie)
 Dit perspectief resultaat van lange weg en botsende visies




3

, Wetenschapsfilosofie:
Wat is kennis? Hoe kunnen we weten wat we weten? Hoe kunnen we (on)waarheid omtrent die
wereld onderscheiden? Wat is ‘aanvaardbare’ kennis in een discipline?
- Research philosophy = het geheel van je overtuigingen en assumpties omtrent de
ontwikkeling van kennis en de aard van die kennis
- Twee soorten assumpties:
o Ontologie = assumpties over de aard van de realiteit
o Epistemologie = assumpties over de aard van kennis en hoe we tot weten komen
- Epistemologie: Epistemè = kennis; logia = wetenschap, studie
o kennisleer: filosofische studie van kennis
o assumpties over de aard van kennis en hoe we te weten komen
Natuurwetenschappen?
- Oorsprong moderne wetenschappen?
o Gallilei: bijzondere  liet feiten voor zich spreken, feiten vaststellen en algemene
ideeën vormen
 Sterrenbode: op basis van observatie inzicht in beweging planeten en
sterrenlichamen
 Empirisme <> autoriteit
 Bacon (1561-1626): kritiek op rationalisme, populariseert inductieve
methode
 David Hume (1711-1776)
o Descartes  vertrekt uit het denken
 Ratio=basis ~ Rationalisme
 Werkelijkheid: inherente redelijke en logische structuur
Belangrijke vraag: Kan de sociale wereld volgens dezelfde principes bestudeerd als de
natuurwetenschappen?
- Benadering in de sociale wetenschappen?
o Twee grote stromingen positivisme versus interpretivisme
o Complexe en langdurige ideeënstrijd

Positivisme: Natuurwetenschappelijke methodes bij het bestuderen van de sociale realiteit
Tijdskader:
- Succes modern empirische wetenschappen: leken te slagen in het opbouwen van zekere en
onweerlegbare kennis (cfr. Fysica, chemie)
- Initieel was positivisme georiënteerd op het ontdekken van wetmatigheden die
voorspelbaarheid opleveren (Fysica als voorbeeld)
- Wortels in sterk vooruitgangsgeloof van verlichtingsdenkers en Franse revolutionairen
- Erg popular in het midden van 19de eeuw
Grondlegger: Auguste Comte (1798-1857)
- Context: Franse revolutie: verbeteren van samenleving door toepassen van positivistische
methoden
- Nood aan doorgronden en formuleren van de wetten die de sociale werkelijkheid beheersen
 idee om tot universieel sociale wetten te komen
Grondlegger: Adolphe Quetelet (1796-1874)
- Pastte als eerste toe  op zoek naar wetmatigheden via observatie in sociale relateit
- Sociale & demografische ‘wetmatigheden’ -> ‘sociale fysica’
o Geen laboratorium observaties, maar veelvuldige statistische waarnemingen van
sociale en demografische aard
- Physique Sociale’: sociologisch systeem waarin statistiek wordt toegepast op menselijke
fenomenen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller User20232024. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72
  • (0)
  Add to cart