De bouw van planten
De wortel, de stengel en het blad zijn de organen van
een zaadplant. Ze bestaan uit 3 soorten weefsels:
1. Dekweefsel: de buitenzijde van de plant
beschermt de plant tegen waterverlies en
infecties.
2. Vaatweefsels: bevindt zich in alle organen en
bestaat uit transportvaten (hout- en bastvaten).
Houtachtige stengels houtvaten liggen
in ringen, met de bastvaten eromheen.
Kruidachtige stengels vaten liggen bij
elkaar in vaatbundels.
Bladeren hebben vaten in de nerven.
3. Vulweefsel: bevindt zich tussen dekweefsel en vaatweefsel. Het is betrokken bij
fotosynthese, opslag en stevigheid.
Als de osmotische waarde van de omgeving ten opzichte van de osmotische waarde in de
cel hypertoon is, is de concentratie in de cel lager dan de concentratie buiten de cel. Door
osmose gaat het water ui de plant (van een lage naar een hoge concentratie). Hierdoor
ontstaat plasmolyse. Het celvolume daalt en de cel sterft.
Eiwitkanalen kunnen het water terugpompen.
De groei en ontwikkeling van planten
Tijdens de groei kunnen cellen zich specialiseren, kunnen organen veranderen en er kunnen
nieuwe organen ontstaan. Dit is ontwikkeling van de plant.
Delingen vinden plaats in meristemen. Dit is delend weefsel.
In meristemen komen stamcellen voor, waardoor planten hun hele leven kunnen
groeien.
Meristemen bevinden zich in de toppen van wortels en stengels. Dit zijn de
groeipunten. Wortels en stengels zorgen voor lengtegroei.
Als een cel in het meristeem zich deelt, ontstaan er 2 dochtercellen. 1 dochtercel blijft
een meristeemcel, de andere cel gaat groeien.
Celstrekking: de plantencel wordt in volume groter door de opname van water.
Hierdoor kan de cel van vorm veranderen en een speciale functie krijgen.
Bij elke celdeling wordt ook het DNA verdubbeld. Hiervoor zijn stikstofbasen nodig om
nieuwe DNA moleculen te maken.
Lengte- en diktegroei
Lengtegroei vindt plaats in de jonge delen van de plant stengeltop en worteltop.
Diktegroei vindt plaats in een ringvormig meristeem, het cambium.
Als cellen in het cambium delen, blijft er één dochtercel bij het cambium. De andere
dochtercel komt erbuiten te liggen. Naar binnen toe vormt het cambium houtcellen
en naar buiten toe bastcellen. Er worden meer houtcellen gevormd.
Het cambium groeit mee in lengte en breedte.
, Houtcellen liggen in houtvaten.
Dood materiaal.
Hebben geen celwanden.
Bastcellen liggen in bastvaten.
Levend materiaal.
Hebben wel celwanden, met openingen. Celwanden bestaan uit suikers.
Het oudste hout van de plant (kernhout) speelt een rol bij de stevigheid van de plant, maar
niet bij transport van stoffen. Jong hout transporteert wel stoffen.
Jaarring: al het hout dat gedurende een jaar is gevormd.
Voorjaarshout heeft wijde vaten met dunne celwanden jaarring heeft een lichte
kleur.
Zomerhout heeft nauwe vaten met dikke celwanden jaarring heeft donkere kleur.
Jaargrens: de overgang tussen het zomerhout en het voorjaarshout.
De bast bevat geen jaarringen, omdat de bastvaten snel worden samengedrukt.
Hout dat in een jaar is gevormd, groeit daarna niet meer in de lengte, maar wel in de
breedte. Uit de eindknop groeit een nieuwe tak, bloemen of vruchten.
In cellen en algen kunnen plastiden zitten. Dit zijn celorganellen die een functie hebben bij
de fotosynthese, bij het lokken van insecten en bij het opslaan van reservestoffen. Plastiden
worden gevormd uit proplastiden in het meristeem.
Etioplasten: bladgroenkorrels die nog niet aan licht zijn blootgesteld. In het licht ontstaan
hier chloroplasten uit. Chromoplasten hebben zich ontwikkeld uit chloroplasten.
Plastiden kunnen overgaan in een ander type plastide.
5.2 transport in planten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mattanja1810. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.