Samenvatting Aardrijkskunde de Geo - klimaatvraagstukken - VWO bovenbouw
11 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
De Geo Aarde Klimaatvraagstukken Studieboek vwo
samenvatting; over boekje klimaatvraagstukken van de Geo. Alle vier de hoofdstukken worden behandeld. Een duidelijke overzichtelijke samenvatting met uitleg van verschillen aspecten die betrekking hebben op het klimaat.
Hoofdstuk 1:
paragraaf 1 - De atmosfeer: een omhulsel van gas
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer = de toestand van de dampkring op een bepaald moment voor een klein gebied
Klimaat = de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode voor een groot
gebied
Het klimaat maakt deel uit van het systeem van de aarde. Het bestaat uit sferen:
- atmosfeer > gas, weer een klimaat spelen hier af
- hydrosfeer > water op aarde
- lithosfeer > gesteente
- biosfeer > leven op aarde
Een verandering in de ene sfeer werkt door in een andere!
Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
- door zwaartekracht verdwijnen de gassen niet in de ruimte
- hoe verder weg van het aardoppervlak, hoe lager de concentratie van bestanddelen
- de samenstelling van de atmosfeer: stikstof, zuurstof en klein deel waterdamp en
koolstofdioxide.
Er zijn 4 lagen in de atmosfeer → de scheiding van die lagen = pauzes = afname in
temperatuur gaat over in een toename, of andersom
1. Troposfeer: hoe hoger je gaat, hoe lager de temperatuur = geeft de verandering aan
= temperatuurgradiënt. > hangt af van de luchtvochtigheid: hoe droger de lucht, hoe
groter de temperatuurgradiënt.
2. Stratosfeer: bevat veel ozongas (O3). Dit gas filtert de voor de mens schadelijke
ultraviolette straling van zonlicht. Door de opname van de ozon wordt de stratosfeer
warm
3. mesosfeer/thermosfeer: worden meteorieten die op de aarde afkomen verbrand.
variaties in de stralingsbalans:
Stralingsbalans/energiebalans = evenwicht tussen de hoeveelheid straling die de aarde
bereikt en de hoeveelheid straling die de atmosfeer verlaat.
Er komt straling van de zon, kortgolvige straling, een deel wordt al geabsorbeerd voordat het
het aardoppervlak raakt. De overige kortgolvige straling die wel het aardoppervlak bereikt,
wordt omgezet in warmte en als langgolvige straling uitgestraald. Deel wordt weer
teruggekaatst door waterdamp en wolken naar de aarde, maar uiteindelijk wordt dat weer
teruggekaatst door de langgolvige straling naar de ruimte.
De variaties in de stralingsbalans:
de hoeveelheid straling die een bepaald gebied op aarde ontvangt, is afhankelijk van:
- de breedteligging:
De ene breedteligging heeft een energietekort en de andere een energieoverschot, doordat
de hoeveelheid energie van de kortgolvige straling (zon) meer is dan de langgolvige straling.
oorzaak:
bolling van de aarde → bij de evenaar vallen de zonnestralen loodrecht op de aarde,
Hierdoor is de hoeveelheid straling op het oppervlakte groter dan op hoge breedte, omdat de
zonnestralen ook een kortere weg door de dampkring afleggen, wordt er minder energie
door de lucht opgenomen.
, - de albedo:
gaat over de weerkaatsing van zonlicht. donkere gebieden nemen meer energie op en de
lichte gebieden (bijvoorbeeld ijskappen) weerkaatsen meer lucht, waardoor er minder
warmte in de aarde komt te zitten.
- de gesteldheid van het aardoppervlak
gaat over het verschil tussen land en zee. Zo wordt water langzamer warm en koud dan
land, oorzaken:
- zonlicht kan dieper in het water doordringen, dus de hoeveelheid energie moet over
een groter oppervlakte water verdeeld worden, dus moeilijker opwarmen
- water is in beweging → warmte beter verdeeld
- meer energie nodig om water in temperatuur te laten stijgen
- Bij verdamping gaat energie uit water naar dampkring, ofwel meer verdamping boven
water dan boven land.
Belangrijk: hoe schuiner de invallende zonnestraal, hoe groter het aardoppervlak wordt
verwarmd!
paragraaf 2 - warmtetransport door de wind
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
Transport van warmte vanaf de evenaar naar de polen, door lucht en water.
wind → het verplaatsen van stromende lucht naar plaatsen waar te weinig lucht is
Luchtcirculatie:
- hogedrukgebied/maximum = een gebied met overschot aan lucht
- lagedrukgebied/minimum = een gebied met een tekort aan lucht
door corioliseffect stroomt de afgekoelde lucht vanaf de polen weer naar de evenaar.
Corioliseffect = het verschijnsel dat een luchtmassa die beweegt langs het aardoppervlak als
gevolg van de draaiing van de aarde een afwijking krijgt.
Bij de evenaar sprake van lage luchtdrukgebied, want:
veel warmte aanwezig (door instraling van de zon, enz) → warme lucht stijgt op → weinig
lucht aanwezig bij aardoppervlak, dus een lagedrukgebied → die warme lucht drijft naar een
een andere breedtegraad en koelt ondertussen af → koude lucht daalt → veel lucht
aanwezig bij aardoppervlak, waardoor er sprake is van een hoge luchtdrukgebied.
Hieruit ontstaat de wet van Buys Ballot:
lucht beweegt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
Op het noordelijk halfrond → een afwijking naar rechts
zuidelijk halfrond → afwijking naar links
passaten zijn de winden die vanuit de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar
waaien
ITCZ = zone van equatoriale lage luchtdruk, bij de evenaar
de ITCZ verandert in januari en in juli.
→ In juli nemen de moessons van de lage luchtdrukgebieden veel vochtige lucht mee, door
de zee, hierdoor wordt dat door verandering van de ITCZ neergestort op land. Hierdoor een
paar maanden van het jaar veel neerslag
in de poolgebieden koud → door hogedrukgebied waar koude lucht is gedaald. Ook weinig
instraling van de zon, daardoor weinig opwarming en dus ook een koude temperatuur.
paragraaf 3 - rivieren in de oceanen
Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?
Oceanische circulatie (= zeestromen), door wind veroorzaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Meikebr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.56. You're not tied to anything after your purchase.