Module 01
Kennisvragen
1. Het nature-nurture debat gaat over de mens en in hoeverre deze nu wordt gemaakt en gevormd
door zijn erfelijkheid/genen t.o.v. zijn omgeving
2. De zes belangrijkste perspectieven van de psychologie:
2.1. Biologisch (René Descartes). Lichaam en geest kunnen apart bestudeerd worden. Gedrag
wordt bepaald door hersenen, genen, zenuw- en hormoonstelsel.
2.2. Cognitief (Wilhelm Wundt en William James). De geest kan bestudeerd worden middels de
wetenschappelijke methode. Iemands unieke patroon van waarnemingen, interpretaties,
verwachtingen overtuigingen en herinneringen bepalen gedrag.
2.3. Behavioristisch (John Watson en B.F. Skinner). Psychologie moet de wetenschap van
observeerbaar gedrag zijn, niet mentale processen. Gedrag wordt bepaald door prikkels in
onze omgeving en voorgaande consequenties van gedrag.
2.4. Whole person (gehele persoon):
2.4.1. Psychodynamische psychologie (Sigmund Freud). Persoonlijkheid en psychische
stoornissen komen voort uit het onbewuste. Processen in onze onbewuste geest
bepalen gedrag.
2.4.2. Humanistische psychologie (Carl Rogers en Abraham Maslow). Psychologie moet de
nadruk leggen op groei en potentieel, niet op psychische stoornissen. De drang om te
groeien en potentieel te verwezenlijken bepalen ons gedrag.
2.4.3. Karaktertrekken en temperament (oude Grieken). Individuen kunnen begrepen worden
in termen van temperament en blijvende karaktertrekken. Gedrag wordt bepaald door
persoonlijkheidskenmerken welke in alle situaties consistent zijn.
2.5. Ontwikkeling (o.a. Jean Piaget). Verandering van mensen is het gevolg van interactie tussen
omgeving en erfelijke eigenschappen. Deze interactie uit zich in voorspelbare patronen
(Gedrag)
2.6. Sociocultureel (o.a. Philip Zimbardo). Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed van
alle andere factoren die gedrag beïnvloeden overstemmen. De kracht van de situatie
bepaalt gedrag.
3. Hypothese: een voorspelling van de uitkomst van een onderzoek. Bijvoorbeeld: suiker maakt
kinderen hyperactief.
4. Introspectie: het beschrijven van eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
5. De vierstappen van de wetenschappelijke methode van onderzoek:
5.1. Hypothese ontwikkelen
5.2. Objectieve data verzamelen
5.3. Resultaten analyseren (hypothese aanvaarden of verwerpen)
5.4. Onderzoek publiceren, bekritiseren en repliceren
6. Expectancy Bias: de onderzoeker verwacht bepaalde data of resultaten (en laat dit het onderzoek
bewust of onbewust beïnvloeden).
Inzichtvragen
1. Het cognitief perspectief zou agressie als volgt verklaren: “Agressief gedrag is te verklaren door
neurobiologische processen die plaatsvinden.”
2. Correlationeel onderzoek laat een samenhang tussen twee factoren zien, maar geeft geen
oorzakelijk verband aan.
3. Door het opzetten van een gecontroleerd experiment.
3.1. Creëer twee (willekeurig ingedeelde) groepen (een controlegroep welke geen suiker krijgt
en een experimentele groep welke suiker krijgt)
, 3.2. Om expectancy bias en/of placebo-effect tegen te gaan kan een dubbelblindonderzoek
uitgevoerd worden. De onderzoekers en proefpersonen weten niet wie tot de controle- of
experimentele groep behoort.
3.3. Analyseer de data
Opdracht: De 6 perspectieven toegepast op een casus
1. Hoe zouden de 6 perspectieven vreemdgaan verklaren:
1.1. Biologisch: De vrouw is aantrekkelijk voor Bart omdat zij jonger is en dus vanuit
de evolutie gezien “geschikter” om mee voort te planten.
1.2. Cognitief: Bart heeft bepaalde verwachtingen of overtuigingen welke het
vreemdgaan aansporen.
1.3. Behavioristisch: De nieuwe collega maakt avances en Bart is nog niet eerder
consequenties voor vreemdgaan ondergaan.
1.4. Whole person: Onbewuste verlangens drijven Bart naar een andere vrouw
1.5. Ontwikkeling: Door verandering in de relatie met Anneloes zoekt Bart elders
affectie.
1.6. Socioculturele: In de omgeving (vriendenkring) van Bart is vreemdgaan heel normaal
2. Door twijfel over de correctheid van de antwoorden, hier nog geen antwoord.
3. Zelf neig ik sterk naar evolutionaire psychologie welke m.i. onder het biologisch perspectief valt.
Dit komt natuurlijk voor een (groot) deel door onwetendheid over de andere perspectieven,
maar ik denk dat voor veel van wat wij nu doen een reden te vinden is in het verleden van de
mens.
Module 02
Kennisvragen
1. Een vormen van leren welke kan worden beschreven in termen van stilmuli en responsen. Denk
hierbij aan klassieke en operante conditionering.
2. Twee nadelen van straffen:
2.1. De gestrafte weet heirdoor niet welk gedrag wél gewenst is, enkel wel gedrag niet gewenst
is
2.2. De gestrafte is bang om nieuwe dingen te proberen omdat dit mogelijk ongewenst gedrag
zal vertonen met straf tot gevolg.
3. Flitsherinneringen zijn zeer levendige herinneringen aan de omstandigheden waaronder iemand
voor het eerst kennisneemt van een schokkende publieke gebeurtenis.
4. Factoren die van invloed zijn op de betrouwbaarheid van ooggetuigenverklaringen:
4.1. Foutieve attributie: Je herkent iemand wel, maar koppelt deze aan een verkeerde tijd of
plaats.
4.2. Suggestibiliteit: Een herinnering kan beïnvloed worden door (on)opzettelijk suggesties te
doen over de feiten.
4.3. Expectancy Bias: Je herinnert je een gebeurtenis op een manier die bij jouw verwachtingen
past.
5. A
6. C
7. C
Inzichtvragen
1. Vroeger had ik moeite met lezen. Om hieraan te werken moest ik op een gegeven moment 10
pagina’s per dag lezen van mijn ouders. Nadat ik dit deed kreeg ik een sticker. Was het hele boek
uitgelezen dan mocht ik iets uitzoeken in de speelgoedwinkel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychoStudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.