Sociaal Wetenschappelijk Kader 1: Pedagogisch en psychologisch denken (1000SWK119)
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
kelvinkuiper
Reviews received
Content preview
Deel 2: Methoden van Diagnostisch onderzoek
Hoofdstuk 4: Het diagnostisch interview met ouders, kinderen en
adolescenten: intake en anamnesegesprekken 147 – 197
Autoanamnese: Een autoanamnese is een vorm van anamnese waarbij een persoon zelf informatie
verstrekt over zijn of haar medische geschiedenis, symptomen, klachten en andere relevante
gegevens. Het wordt vaak gebruikt als een eerste stap in het diagnostisch proces om een beter inzicht
te krijgen in de gezondheidstoestand van de persoon.
Heteroanamnese: Heteroanamnese verwijst naar het verkrijgen van informatie over de medische
geschiedenis, symptomen en klachten van een persoon door middel van het raadplegen van andere
bronnen, zoals familieleden, partners, verzorgers of medische dossiers. Het kan waardevolle
aanvullende informatie bieden bij het stellen van een diagnose.
Diagnostisch interview: Een diagnostisch interview is een gestructureerd gesprek dat wordt gebruikt
om informatie te verzamelen over de symptomen, klachten en psychologische toestand van een
persoon met als doel een diagnostische beoordeling te maken. Het interview kan verschillende
vragenlijsten, protocollen en diagnostische criteria bevatten om de diagnose te ondersteunen.
Initieel diagnostisch interview / Intake: Een initieel diagnostisch interview, ook wel intake genoemd,
is het eerste gesprek tussen een hulpverlener en een cliënt. Het heeft tot doel om informatie te
verzamelen over de hulpvraag, klachten, voorgeschiedenis, context en andere relevante factoren. Het
vormt de basis voor verdere diagnostiek en het opstellen van een behandelplan.
Klachtenanalyse: Een klachtenanalyse is het proces waarbij de aard, ernst, duur en impact van de
klachten van een persoon worden geëvalueerd. Het omvat het systematisch in kaart brengen van de
specifieke symptomen, hun ontstaansgeschiedenis, de omstandigheden die de klachten beïnvloeden
en de functionele beperkingen die ze veroorzaken. Een klachtenanalyse helpt bij het begrijpen en
diagnosticeren van de problematiek van de persoon.
Virtuele wereld: Een virtuele wereld verwijst naar een gesimuleerde omgeving die is gecreëerd met
behulp van computergrafieken en technologie. Het biedt gebruikers de mogelijkheid om interactief
deel te nemen aan een virtuele omgeving die kan variëren van games en educatieve simulaties tot
virtuele sociale netwerken.
Dagelijkse routine: De dagelijkse routine omvat de regelmatige activiteiten, taken en gewoonten die
een persoon dagelijks uitvoert. Het kan betrekking hebben op zaken als opstaan en naar bed gaan,
maaltijden, werk, school, huishoudelijke taken en vrijetijdsactiviteiten. De dagelijkse routine speelt
een belangrijke rol in het organiseren van het leven en het handhaven van structuur en stabiliteit.
Gesprekken met ouders: Gesprekken met ouders verwijzen naar de communicatie en interactie
tussen professionals in de psychologie en ouders van een kind. Deze gesprekken kunnen plaatsvinden
om informatie te verzamelen over de ontwikkeling, gedragingen, zorgen en behoeften van het kind,
evenals om advies, begeleiding en ondersteuning te bieden aan de ouders.
Interview met het kind: Een interview met het kind is een gestructureerd gesprek dat wordt gevoerd
met een kind om informatie te verzamelen over zijn of haar ervaringen, gevoelens, gedachten,
32
,percepties en gedrag. Het interview kan worden gebruikt om inzicht te krijgen in verschillende
aspecten van het leven van het kind, zoals zijn of haar ontwikkeling, sociale relaties, schoolprestaties
en emotionele welzijn.
Drie-dimensioneel model: Een drie-dimensioneel model verwijst naar een model dat ruimtelijke
dimensies heeft en kan worden weergegeven in drie assen, zoals lengte, breedte en hoogte. In de
psychologie kan een drie-dimensioneel model bijvoorbeeld worden gebruikt om complexe concepten
of relaties visueel weer te geven en te begrijpen.
Praktijkparadigma: Een praktijkparadigma is een conceptueel kader of benadering die wordt gebruikt
in de praktijk van de psychologie om problemen te begrijpen, te analyseren en aan te pakken. Het
omvat vaak een combinatie van theoretische perspectieven, methoden en interventies die worden
toegepast om effectieve en ethische zorg te bieden aan individuen, families of gemeenschappen.
Distantie: Distantie verwijst naar een psychologisch concept waarbij een persoon emotioneel of
cognitief afstand neemt van een bepaalde situatie, gebeurtenis of ervaring. Het kan dienen als een
strategie om objectiviteit te behouden, perspectieven te verbreden en emotionele betrokkenheid te
verminderen bij het onderzoeken of analyseren van bepaalde aspecten van het leven.
Initieel diagnostisch interview, intake: Het initieel diagnostisch interview, ook wel intake genoemd, is
een gestructureerd gesprek dat wordt gevoerd bij aanvang van diagnostisch onderzoek. Het heeft als
doel relevante informatie te verzamelen over de huidige klachten, voorgeschiedenis, psychosociale
context en andere relevante aspecten van de persoon. Het interview helpt bij het vormen van een
initiële diagnose en het bepalen van verdere stappen in het diagnostische proces.
Criterion-referenced: Criterion-referenced verwijst naar een vorm van beoordeling of evaluatie
waarbij de prestaties of het gedrag van een individu worden vergeleken met vooraf bepaalde criteria
of standaarden. Het doel is om te bepalen in hoeverre het individu bepaalde vaardigheden, kennis of
competenties beheerst, los van hoe anderen presteren.
Availability bias: Availability bias verwijst naar een cognitieve vertekening waarbij mensen de
waarschijnlijkheid van gebeurtenissen of de frequentie van voorkomen baseren op hoe gemakkelijk
ze voorbeelden of informatie over die gebeurtenissen kunnen oproepen uit hun geheugen. Deze bias
kan leiden tot onjuiste inschattingen en onderschatting van minder toegankelijke informatie.
Gespreksruimte: Gespreksruimte verwijst naar de fysieke en psychologische omgeving waarin
gesprekken tussen een professional en een cliënt plaatsvinden. Het creëren van een veilige,
vertrouwelijke en comfortabele gespreksruimte is essentieel voor het bevorderen van openheid,
eerlijkheid en diepgaande communicatie.
Verwachtingspatronen: Verwachtingspatronen verwijzen naar de aannames, overtuigingen en ideeën
die mensen hebben over toekomstige gebeurtenissen, situaties of gedragingen. Deze patronen
kunnen gebaseerd zijn op eerdere ervaringen, sociale normen, culturele invloeden en persoonlijke
overtuigingen. Verwachtingspatronen kunnen van invloed zijn op hoe mensen situaties interpreteren,
gedrag voorspellen en beslissingen nemen.
33
,video: Een video verwijst naar een visuele opname van bewegende beelden en geluid. In de
psychologische context wordt video vaak gebruikt als een middel om gedrag, interacties of situaties
vast te leggen en later te analyseren of te observeren.
autobiografische kennis: Autobiografische kennis verwijst naar de kennis en herinneringen die een
individu heeft over zijn of haar eigen levensgeschiedenis, ervaringen, gebeurtenissen en persoonlijke
identiteit. Het omvat informatie over specifieke gebeurtenissen, emoties, relaties en andere aspecten
van het leven die uniek zijn voor het individu.
affectieve inhoud van gebeurtenissen: De affectieve inhoud van gebeurtenissen verwijst naar de
emotionele ervaringen en betekenis die aan specifieke gebeurtenissen worden gehecht. Het omvat
de gevoelens, stemmingen en emotionele reacties die worden opgeroepen door gebeurtenissen in
iemands leven.
algemene gebeurtenissen: Algemene gebeurtenissen verwijzen naar gebeurtenissen die breed
voorkomen en relevant zijn voor de meeste mensen. Dit kunnen gebeurtenissen zijn zoals
verjaardagen, feestdagen, trouwerijen, afstuderen, verhuizen, enzovoort. Ze hebben vaak een
bekende betekenis en worden gedeeld in een gemeenschap of cultuur.
gebeurtenisspecifieke kennis: Gebeurtenisspecifieke kennis verwijst naar de kennis die een individu
heeft over specifieke gebeurtenissen of situaties. Het omvat informatie over de context, details,
betrokkenen en andere aspecten van een specifieke gebeurtenis. Deze kennis kan persoonlijk zijn en
is vaak uniek voor een individu of een kleine groep mensen.
sociale wenselijkheid: Sociale wenselijkheid verwijst naar het fenomeen waarbij mensen geneigd zijn
om zichzelf op een positieve manier te presenteren en sociaal aanvaardbare antwoorden te geven,
zelfs als dit niet overeenkomt met hun werkelijke gedachten, gevoelens of gedrag. Het kan invloed
hebben op de manier waarop mensen zichzelf presenteren tijdens onderzoeken, interviews of
enquêtes.
latentiefase: De latentiefase is een concept dat wordt gebruikt in de psychoanalytische theorie van
Sigmund Freud. Het verwijst naar een fase in de psychoseksuele ontwikkeling van een individu,
waarin seksuele energie tijdelijk wordt onderdrukt en de focus van het kind verschuift naar andere
gebieden zoals spelen, leren en sociale interactie. Het is een periode van relatieve rust tussen de
vroege kindertijd en de puberteit.
bias: Bias verwijst naar systematische vertekening of afwijking in de waarneming, interpretatie of
evaluatie van informatie. Het kan optreden als gevolg van vooroordelen, onbewuste invloeden,
methodologische beperkingen of andere factoren die de objectiviteit en nauwkeurigheid van het
onderzoek of de beoordeling kunnen beïnvloeden.
sociale ecologie: Sociale ecologie is een theoretisch kader dat zich richt op de interactie tussen
individuen en hun sociale omgeving. Het onderzoekt hoe sociale factoren, zoals sociale normen,
sociale netwerken, instellingen en culturele context, van invloed zijn op het gedrag, de ontwikkeling
en het welzijn van individuen.
peer group: Een peer group verwijst naar een groep individuen van vergelijkbare leeftijd, status of
ervaring die elkaar beïnvloeden en vergelijkbare interesses, activiteiten of doelen delen. In de context
34
, van de psychologie, met name de ontwikkelingspsychologie, speelt de peer group een belangrijke rol
in de sociale ontwikkeling, identiteitsvorming en normen en waarden van individuen.
sibling rivalry: Sibling rivalry verwijst naar de competitie, conflicten en rivaliteit tussen broers en
zussen. Het kan voorkomen als gevolg van gedeelde middelen, aandacht van ouders, status of andere
factoren. Sibling rivalry is een normaal en veelvoorkomend fenomeen in gezinnen en kan zowel
positieve als negatieve effecten hebben op de ontwikkeling van kinderen.
DISC: DISC is een afkorting die verwijst naar een persoonlijkheidsbeoordelingssysteem dat is
gebaseerd op de theorieën van William Moulton Marston. Het meet en classificeert individuen op
basis van vier dominante persoonlijkheidsstijlen: dominantie, invloed, stabiliteit en conformiteit. DISC
wordt vaak gebruikt in wervings- en selectieprocessen, teambuilding en persoonlijke ontwikkeling.
gestandaardiseerd interview, gestructureerd interview: Een gestandaardiseerd interview, ook wel
een gestructureerd interview genoemd, is een interviewtechniek waarbij de vragen, volgorde en
scoring van de antwoorden systematisch worden vastgesteld en gestandaardiseerd. Het doel is om
objectieve en vergelijkbare informatie te verzamelen van verschillende individuen. Dit type interview
wordt vaak gebruikt in onderzoek, klinische beoordeling en diagnostiek.
CADI: CADI is een afkorting die verwijst naar de Child and Adolescent Diagnostic Interview, een
gestructureerd interview dat wordt gebruikt voor de beoordeling en diagnose van psychische
stoornissen bij kinderen en adolescenten. Het is ontwikkeld om betrouwbare en gestandaardiseerde
informatie te verzamelen over symptomen, functioneren en geschiedenis van psychische stoornissen
bij jonge mensen.
35
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kelvinkuiper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.