Neurorevalidatie
HS 2 Belangrijke neurowetenschappelijke concepten
Het reflex- en stimulus-responsmodel zijn lang dominant geweest in de neurofysiologie en
psychologie. Sinds 2000 is er weer plaats voor de wil en spontaan, zelfgeïnitieerd gedrag: dit heeft
zijn eigen unieke neurale basis. Vaste lokalisaties en centra zijn vervangen door flexibele neurale
netwerken, ‘neurale esembles’, met deelprocessen op verschillende plaatsen en niveaus. Een
dergelijke neurale verankering geeft een grotere flexibiliteit en impliceert een soort ‘zelfherstellend’
vermogen. Menselijk handelen is veel meer dan spieren ‘activeren’: de rol van zintuigelijke
informatie met name de kinesthesie, is cruciaal. Dachten we vroeger dat motoriek begon in het
stripje motorische schors van de gyrus precentralis, tegenwoordi weten we dat de vele
hersengebieden betrokken zijn, afhankelijk van het type taak: automatisch of bewust, in leerfase of
routine, nadoen van visuele demonstratie of op basis van verbale instructie, spontaan of reactief
handelen.
2.1 Stimulus-respons versus spontaan gedrag
Ons brein verwerkt en verwekt informatie. Gedrag is dus reactief of spontaan. In praktijk ligt de
nadruk op reactief stimulus respons dus. De volgende dingen lokken deze reacties uit:
Onderscheid tussen spontaan en reactief gedrag op verschillende gebieden:
Neurale prikkeling: Voor de geboorte is er al spontane neurale activiteit. Een kind maakt
geen reflexen maar juist spontane bewegingen, die afhankelijk zijn van het type omgeving.
Zo vormen zich adequate neurale sporen voor actie in de hersenen.
Neurale systemen voor spontane motoriek liggen meer mediaal in de hersenen, en de
reactieve motoriek meer lateraal. Bij het mediale is het limbische systeem betrokken, het
heeft dan ook emotionele oorsprong. Lateraal ligt meer op de cortex, situatie wordt
geanalyseerd, begrepen en er komt een reactie.
Dus de systemen kunnen differentieel gestoord zijn en beïnvloed worden. 2 soorten
patiënten dus: willoze patiënten die wel orders kunnen opvolgen en patiënten die geen
instructies kunnen opvolgen maar toch zelf de handeling uitvoeren.
Belangrijk in de revalidatie is het geleidelijk verminderen van stimuli en structuur opbouwen
van zelf geïnitieerd gedrag. Bij andere patiënten rem je juist het spontane, impulsieve gedrag
door accent te leggen op het leren omgaan met structuur en externe hulpmiddelen.
2.2 functies zijn verankerd op verschillende niveaus
Multipele representatie: Functies zijn op meerdere plaatsen tegelijk in de hersenen
vertegenwoordigd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IrisVerhoeven97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.