Samenvatting Blok 3.4 Formeel Strafrecht - Leerdoelen probleem 2
100 views 0 purchase
Course
Formeel strafrecht
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht
In dit document staan de leerdoelen van het vak formeel strafrecht zoals dat wordt aangeboden aan de Erasmus universiteit Rotterdam. Het blok is sinds 2016 geheel vernieuwd, waardoor duidelijke en overzichtelijke samenvattingen waarin de stof in eigen woorden wordt neergelegd schaars zijn. Pak dus...
Leerdoelen probleem 2
1. Wanneer ben je verdachte?
2. Wanneer mag een burger/iemand anders iemand aan- of staande houden?
3. Welke fases heb je in voorarrest?
4. Met welke waarborgen is voorarrest bekleed?
5. Terugkoppelen naar casus:
- Mag de burger Klaas in bedwang houden ter aanhouding?
- Mag Sabine of opsporingsambtenaar achter Klaas aan de woning in?
- Tot hoe laat mag Sabine Klaas maximaal ophouden voor onderzoek?
Wanneer ben je verdachte?
De verdachte is een vrije burger die er door de overheid van wordt beschuldigd een strafbaar
feit te hebben begaan.
Art. 6 EVRM1
Lid 1 Recht op een eerlijk proces
Lid 2 Onschuldpresumptie
Lid 3 Rechten van verdachten
Boek 1 Titel II Sv: De verdachte (art. 27-36)
Art. 27 Sv – Verdachte
Lid 1 Definitie van verdachte voordat de vervolging is aangevangen:
Degene te wiens aanzien uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld
aan eenig strafbaar feit voortvloeit.
Lid 2 Definitie van verdachte nadat de vervolging is aangevangen:
Degene tegen wie de vervolging is gericht.
Het eerste lid vereist dus een redelijk vermoeden, terwijl dit in het tweede lid geen rol meer
speelt.
Art. 53 (Aanhouding bij heterdaad) en art. 54 Sv (Aanhouding buiten heterdaad) hebben
betrekking op de arrestatie van de verdachte. Iemand kan dus alleen worden aangehouden
als aan de begripsdefinitie van de verdachte is voldaan zoals omschreven in art. 27:1 Sv. Als er
geen redelijk vermoeden van schuld is, mag er niet tot arrestatie worden overgegaan. De term
‘verdachte’ zorgt dus voor een beperkende voorwaarde bij de uitoefening van bevoegdheden
waardoor de burger tegen ongewenste justitiële bemoeienis wordt beschermd.
Art. 27:1 Sv Materiële begrip ‘verdachte’:
Het criterium van art. 27:1 Sv bestaat uit drie elementen:
Ten eerste moet er sprake zijn van een vermoeden dat betrekking heeft op schuld aan een
strafbaar feit.
- Eventuele schulduitsluitingsgronden spelen geen rol bij ‘schuld’ zoals bedoelt in dit
artikel. Het gaat namelijk om het vermoedelijk vervuld hebben van een
delictsomschrijving. Ook iemand die duidelijk ontoerekeningsvatbaar is, kan dus als
verdachte worden aangehouden.
1 Belangrijk artikel voor de positie van de verdachte (en zijn raadsman) in het strafproces.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mikek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.31. You're not tied to anything after your purchase.